Ik kan in alle rust naar bed gaan en vredig in slaap vallen. Want U alleen, Heer, zorgt ervoor dat ik veilig ben. | In vrede zal ik gaan liggen en weldra slapen, want U alleen, HEERE, doet mij veilig wonen. |
Maar door de Geest ontstaan liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, hulpvaardigheid, zelfbeheersing. Tegen zulke dingen heeft de wet van Mozes niets. | De vrucht van de Geest is echter: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. Daartegen richt de wet zich niet. |
Want er staat in de Boeken: "Als je van het leven houdt en gelukkig wil zijn, zorg er dan voor dat je geen slechte dingen zegt en dat je nooit liegt. Blijf bij het kwaad vandaan en doe wat goed is. Doe je best om de vrede te bewaren en om vrede te brengen." | Want wie het leven wil liefhebben en goede dagen zien, die moet zijn tong weerhouden van het kwaad, en zijn lippen van het spreken van bedrog; die moet zich afkeren van het kwaad en het goede doen; die moet vrede zoeken en die najagen. |
God geeft mensen nieuwe hoop en verwachting. En ik bid dat Hij jullie zal vullen met pure blijdschap en vrede door jullie geloof. Dan zullen jullie door de kracht van de Heilige Geest steeds sterker worden, zodat jullie kunnen volhouden. | De God nu van de hoop moge u vervullen met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat u overvloedig bent in de hoop, door de kracht van de Heilige Geest. |
Híj werd mishandeld vanwege ónze ongehoorzaamheid aan God. Híj werd geslagen omdat wíj zoveel slechte dingen deden. Híj kreeg de straf, zodat wíj vrede met God zouden kunnen hebben. Zíjn lichaam werd stukgeslagen met de zweep, zodat wíj genezing zouden kunnen krijgen van onze ziekten. | Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheden verbrijzeld. De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen. |
Maak je nergens zorgen over, maar vertel in gebed aan God wat je nodig hebt. Dank Hem ook voor alles. Dan zal de vrede van God, die wij met geen mogelijkheid kunnen begrijpen, jullie hart en jullie gedachten beschermen in Jezus Christus. | Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus. |
Jesaja zegt: Wat is het heerlijk om over de bergen de voeten te horen aankomen van iemand die goed nieuws komt brengen. Wat heerlijk om de boodschapper te horen aankomen die komt vertellen dat het weer vrede wordt en dat er spoedig redding komt. En die tegen Jeruzalem zegt: 'God is je Koning.' | Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede, die heil laat horen, die tegen Sion zegt: Uw God is Koning. |
Wat is het toch heerlijk als mensen in vrede bij elkaar wonen. | Zie, hoe goed en hoe lieflijk is het dat broeders ook eensgezind samenwonen. |
Mijn zoon, vergeet niet wat ik je leer. Bewaar in je hart wat ik je zeg. Dan zul je heel veel langer leven en zul je veel meer vrede hebben. | Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen ze voor jou vermeerderen. |
Want Ik weet wat mijn plannen voor jullie zijn, zegt de Heer. Ik heb mooie plannen voor jullie. Plannen vol vrede, niet vol ellende. Want Ik heb een hoopvolle toekomst voor jullie. | Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. |
Het is heerlijk voor je als je vrede probeert te maken en te bewaren. Want dan zul je 'kind van God' worden genoemd. | Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden. |
Toen had de hele gemeente in Judea, Galilea en Samaria rust. De gemeente werd opgebouwd in het geloof en leefde in diep ontzag voor de Heer. En door de hulp van de Heilige Geest werd de gemeente steeds groter. | De gemeenten dan in heel Judea, Galilea en Samaria hadden vrede en werden opgebouwd; en zij wandelden in de vreze des Heeren en de vertroosting door de Heilige Geest en namen in aantal toe. |
Leer me om te doen wat U wil, want U bent mijn God. Geef me door uw goede Geest weer rust en vrede. | Leer mij Uw welbehagen te doen, want U bent mijn God. Laat Uw goede Geest mij leiden in een geëffend land. |
Ga dus staan en bind om je heupen de waarheid als een riem. Trek rechtvaardigheid aan als een pantser. Wees bereid om het goede nieuws van de vrede met God aan de mensen te brengen. Dat zijn je schoenen. Houd vooral vast aan het geloof. Je geloof is je schild. Houd dat schild omhoog zodat je alle brandende pijlen kan uitdoven die de duivel op je afschiet. | Houd dan stand, uw middel omgord met de waarheid, en bekleed met het borstharnas van de gerechtigheid, en de voeten geschoeid met bereidheid van het Evangelie van de vrede. Neem bovenal het schild van het geloof op, waarmee u alle vurige pijlen van de boze zult kunnen uitblussen. |
Het is beter niet veel te bezitten maar wel diep ontzag voor de Heer te hebben, dan rijk te zijn zonder vrede in je hart. | Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat met verwarring erbij. |
Maar de wijsheid die van God komt, is zuiver, vol vrede, bescheiden, gehoorzaam, vriendelijk en vol goede daden, zonder iemand voor te trekken, en eerlijk bedoeld. | Maar de wijsheid die van boven is, is ten eerste rein, vervolgens vreedzaam, welwillend, voor rede vatbaar, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd. |
God is de God van vrede. Hij heeft de Heer Jezus, de grote Herder van de schapen, uit de dood teruggeroepen. Hij deed dat vanwege het bloed waarmee Hij een eeuwig verbond sloot. Ik bid dat deze God jullie geschikt zal maken om alles te doen wat Hij van jullie vraagt. Hij zal door middel van Jezus Christus in jullie werken. Alle eer is voor Hem, voor eeuwig. Amen! Zo is het! | De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |
De bergen kunnen instorten en de heuvels kunnen wankelen, maar mijn liefde voor jou zal niet ophouden. Mijn vredesverbond met jou zal voor altijd blijven bestaan, zegt de Heer die medelijden met je heeft. | Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. |
Dit zegt de Heer: "Mijn volk, sta eens even stil op de weg die je gaat. Vraag eens naar de goede weg, de weg die je vroeger ging. Want als je die weg weer kiest, zal het weer goed met je gaan. Dan zul je weer vrede hebben. Maar jullie zeggen: 'Wij willen die weg niet.'" | Zo zegt de HEERE: Ga staan op de wegen, en zie, vraag naar de aloude paden, waar toch de goede weg is, en bewandel die. Dan zult u rust vinden voor uw ziel. Maar zij zeggen: Wij bewandelen die niet. |
Als Hij ons bestraft, is dat op het moment zelf niet fijn, maar pijnlijk. Maar uiteindelijk levert het iets goeds op. Want als we aan de opvoeding van onze Vader gehoorzaam zijn, zal Hij blij met ons zijn. | En elke bestraffing schijnt op het moment zelf wel geen reden tot blijdschap te zijn, maar tot droefheid. Maar later geeft zij hun die erdoor geoefend zijn een vreedzame vrucht van gerechtigheid. |
Maar als jullie nu spijt hebben en in Jezus gaan geloven, zal God jullie vergeven dat jullie Hem ongehoorzaam zijn geweest. Alles wat jullie verkeerd gedaan hebben, zal Hij dan helemaal wegdoen. Dan zal God jullie rust en vrede geven. | Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere. |
Toen we nog vijanden van God waren, heeft God ervoor gezorgd dat we vrede met Hem konden sluiten. Namelijk door de dood van zijn Zoon. Daardoor zijn we vrienden van God geworden. En daarom is het nu ook zéker dat we elke dag worden gered en veilig zijn door het léven van zijn Zoon. | Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood van Zijn Zoon, hoeveel te meer zullen wij, nu wij verzoend zijn, behouden worden door Zijn leven. |
Ik weet dat U mij zal redden. Heer, wees goed voor uw volk. | Het heil is van de HEERE; Uw zegen is over Uw volk. Sela |
Heer, red ons alstublieft! Heer, zorg er alstublieft voor dat het goed met ons gaat! Gezegend is de man die namens de Heer komt. In het heiligdom van de Heer bidden we dat God goed voor jullie zal zijn. | Och HEERE, breng toch heil; och HEERE, geef toch voorspoed. Gezegend wie komt in de Naam van de HEERE! Wij zegenen u vanuit het huis van de HEERE. |
Want er is een Kind geboren: we hebben een Koningszoon gekregen. Hij zal als Koning heersen. Hij wordt Wijze Raadgever, Sterke God, Eeuwige Vader en Vredekoning genoemd. | Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij rust op Zijn schouder. En men noemt Zijn Naam Wonderlijk, Raadsman, Sterke God, Eeuwige Vader, Vredevorst. |