Bijbelteksten over 'Was'
In het begin was het Woord er. Het Woord was bij God, en het Woord was God Zelf. | In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. |
En God zei: "Ik wil dat er licht is!" Toen was er licht. | God zei: ‘Laat er licht zijn,’ en er was licht. |
In het begin maakte God de hemel en de aarde. De aarde was helemaal leeg. Er was nog niets. De aarde was bedekt met water en het was er helemaal donker. De Geest van God waaide over het diepe water. | In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde was woest en doods, duisternis lag over de oervloed, en over het water zweefde Gods geest. |
Wees net zo bescheiden als Jezus Christus was. | Laat onder u de gezindheid heersen die Christus Jezus had. |
Ook Jozef ging op reis. Hij reisde van de stad Nazaret in Galilea naar Betlehem in Judea. Dat was de stad waar vroeger koning David geboren was. Jozef was namelijk uit de familie van koning David. Daar moest hij zich laten inschrijven, samen met Maria met wie hij was verloofd. Maria was in verwachting. | Ook Jozef ging op weg om zich te laten inschrijven. Samen met Maria, zijn aanstaande vrouw, die zwanger was, reisde hij van de stad Nazaret in Galilea naar Judea, naar de stad van David die Betlehem heet, aangezien hij van David afstamde. |
Dit is het verhaal van de geboorte van Jezus Christus. Maria was verloofd met Jozef. Omdat ze nog niet getrouwd waren, waren ze nog nooit met elkaar naar bed geweest. Maar op een dag wist Maria dat ze in verwachting was. Dat was ze door de kracht van de Heilige Geest. | De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest. |
Steeds als ik wanhopig was, troostte U mij en gaf U mij weer hoop. | Toen ik door zorgen werd overstelpt, was uw troost de vreugde van mijn ziel. |
IK BEN de Eerste en de Laatste, het Begin en het Einde. IK BEN Hij die is en die was en die komt, de Almachtige God, zegt de Heer. | ‘Ik ben de alfa en de omega,’ zegt God, de Heer, ‘Ik ben het die is, die was en die komt, de Almachtige.’ |
Vinden jullie dít al te ver gaan? Wat zullen jullie dan zeggen, als jullie de Mensenzoon omhoog zien gaan naar de plaats waar Hij vroeger ook was? | Maar als jullie nu de Mensenzoon zouden zien opstijgen naar waar Hij eerst was? |
Toen ze daar waren aangekomen, werd het kind geboren. Het was haar eerste kind, een zoon. Maria wikkelde Hem in een doek en legde Hem in een voerbak van de dieren. Want in de herberg was voor hen geen plaats. | Terwijl ze daar waren, brak de dag van haar bevalling aan, en ze bracht een zoon ter wereld, haar eerstgeborene. Ze wikkelde Hem in doeken en legde Hem in een voederbak, omdat er voor hen geen plaats was in het gastenverblijf. |
Ik heb alles gedaan om jullie alles te leren wat goed voor jullie was – op straat, in de synagoge en bij de mensen thuis. | U weet ook dat ik alles bekend heb gemaakt wat uw welzijn ten goede komt en dat ik u daarover in het openbaar en thuis heb onderricht. |
De herders gingen terug naar hun schapen en prezen en dankten God voor alles wat ze gezien en gehoord hadden. Alles was zoals de engel tegen hen had gezegd. | De herders gingen terug, terwijl ze God loofden en prezen om alles wat ze gehoord en gezien hadden, precies zoals het hun was gezegd. |
Niemand wilde iets met Hem te maken hebben. Hij werd door iedereen in de steek gelaten. Hij kende pijn en verdriet en ziekte. De mensen draaiden hun hoofd weg als ze Hem zagen. We hebben geen enkel respect voor Hem gehad. | Hij werd veracht, door mensen gemeden, hij was een man die het lijden kende en met ziekte vertrouwd was, een man die zijn gelaat voor ons verborg en door ons werd verguisd en geminacht. |
De mensen die in Jezus gingen geloven, waren één van hart en ziel. En niemand zei dat iets alleen van hemzelf was. Iedereen deelde alles met de anderen. | Allen die tot geloof gekomen waren, leefden eendrachtig samen. Geen van hen beschouwde zijn bezittingen als zijn persoonlijk eigendom, want ze hadden alles gemeenschappelijk. |
Vraag niet: "Hoe komt het dat het vroeger beter was dan nu?" Want dat is geen wijze vraag. | En vraag jezelf niet af waarom het vroeger beter was dan nu. Het getuigt van weinig wijsheid als je daarnaar vraagt. |
En doordat Hij volmaakt gehoorzaam was, kunnen de mensen die Hem gehoorzamen het eeuwige leven krijgen. | En toen Hij naar de uiteindelijke volmaaktheid gevoerd was, werd Hij voor allen die Hem gehoorzamen een bron van eeuwige redding. |
Ik riep tot de Heer en Hij antwoordde mij. Steeds als ik bang was, heeft Hij mij gered. | Ik zocht de HEER en Hij gaf antwoord, Hij heeft mij van alle angst bevrijd. |
Nog vóórdat de bergen ontstonden, nog vóórdat U de aarde had gemaakt, was U al God. Voor eeuwig bent U God. | Nog voor de bergen waren geboren, voor U aarde en land had gebaard – U bent, o God, van eeuwigheid tot eeuwigheid. |
God, heb alstublieft medelijden met mij, omdat U liefdevol bent. Doe weg wat ik verkeerd heb gedaan, omdat U goed bent. Was mijn ongehoorzaamheid van mij af. Vergeef me mijn slechte daden. | Wees mij genadig, God, in uw trouw, U bent vol erbarmen, wis mijn wandaden uit, was mij schoon van alle schuld, reinig mij van mijn zonden. |
Toen ging ook de leerling die het eerst bij het graf was aangekomen naar binnen. Door wat hij zag, geloofde hij Maria's verhaal. Want ze wisten nog niet dat in de Boeken staat dat Hij uit de dood zou opstaan. | Toen ging ook de andere leerling, die het eerst bij het graf gekomen was, het graf in. Hij zag het en geloofde. Want ze hadden uit de Schrift nog niet begrepen dat Hij uit de dood moest opstaan. |
Vroeger was jullie hart één en al duisternis. Maar nu zijn jullie vol van het licht van de Heer. Leef dan ook als mensen die bij het licht horen. | Want eens was u duisternis maar nu bent u licht, nu u de Heer toebehoort. Ga de weg van de kinderen van het licht. |
Jezus werd geboren in Betlehem in Judea. Toen Hij geboren was, kwamen wijze mannen uit het Oosten naar Jeruzalem. In die tijd was Herodes koning. Ze vroegen: "Waar kunnen we de koning van de Joden vinden die kort geleden is geboren? We hebben in het Oosten zijn ster zien opgaan. We zijn gekomen om Hem te eren en Hem geschenken te brengen." | Toen Jezus geboren was, in Betlehem in Judea, tijdens de regering van koning Herodes, kwamen er magiërs uit het Oosten in Jeruzalem aan. Ze vroegen: ‘Waar is de koning van de Joden die onlangs geboren is? Wij hebben namelijk zijn ster zien opgaan en zijn gekomen om Hem te aanbidden.’ |
Maar jullie zeg Ik: als jullie niets eten om je op God te richten, kam dan gewoon je haar en was gewoon je gezicht. Dan weten de mensen het niet, maar alleen jullie Vader weet het, want Hij ziet de verborgen dingen. En Hij zal jullie er openlijk voor belonen. | Maar als jullie vasten, was dan je gezicht en wrijf je hoofd in met olie, zodat niemand ziet dat je aan het vasten bent, alleen je Vader, die in het verborgene is. En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen. |
En Mozes was daar 40 dagen en 40 nachten bij de Heer. Brood at hij niet en water dronk hij niet. En hij schreef op de platte stenen de regels van het verbond, de Tien Leefregels. | Veertig dagen en veertig nachten bleef Mozes daar bij de HEER, zonder te eten of te drinken. En de HEER schreef de tekst van het verbond, de tien geboden, op de platen. |
Op een keer was Jezus weer aan het lesgeven in een synagoge. Er was daar ook een vrouw die al 18 jaar een geest van zwakte had. Daardoor was ze helemaal krom gegroeid. Ze kon niet meer rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij Zich. En Hij zei tegen haar: "Vrouw, je bent bevrijd van je zwakte." Hij legde haar de handen op. Onmiddellijk ging ze rechtop staan en ze prees God. Maar de leider van de synagoge was boos omdat Jezus dit op de heilige rustdag deed. Hij zei tegen de mensen: "Er zijn zes dagen in de week om te werken. Kom dán om je te laten genezen, maar níet op de heilige rustdag!" Maar de Heer Jezus zei: "Wat ben je toch schijnheilig! Jullie werken zelf óók op de heilige rustdag! Iedereen maakt toch op de heilige rustdag zijn os of zijn ezel los van de voerbak om hem mee te nemen om hem te laten drinken? Deze vrouw, die een dochter van Abraham is, werd al 18 jaar door de duivel gebonden gehouden. Moest ze daar dan niet van losgemaakt worden op de heilige rustdag?" Toen Hij dit zei, schaamden de mensen zich die het er eerst niet mee eens waren dat Jezus de vrouw genas. En iedereen was blij over de geweldige dingen die Hij deed. | Hij gaf op sabbat onderricht in een synagoge. Er was daar ook een vrouw die al achttien jaar bezeten was door een geest die haar ziek maakte. Ze was helemaal krom en kon met geen mogelijkheid rechtop staan. Toen Jezus haar zag, riep Hij haar bij zich en zei tegen haar: ‘U bent verlost van uw ziekte,’ en Hij legde haar de handen op. Meteen ging ze rechtop staan en loofde God. Maar de leider van de synagoge werd boos omdat Jezus op sabbat genas en zei tegen de menigte: ‘Er zijn zes dagen om te werken. Kom dus op die dagen om u te laten genezen en niet als het sabbat is!’ Maar de Heer zei: ‘Huichelaars! Maakt niet ieder van jullie op sabbat zijn os of ezel los van de voederbak om hem te laten drinken? Mocht deze vrouw, die een dochter is van Abraham en al achttien jaar door Satan geboeid werd gehouden, dan niet op sabbat uit deze boeien worden losgemaakt?’ Toen Hij dat zei, stonden al zijn tegenstanders beschaamd, maar de hele menigte was verheugd over de machtige daden die door Hem werden verricht. |
Bijbeltekst van de dag
De Heer is heel geduldig, maar ook heel machtig. Hij laat geen kwaad ongestraft. Waar Hij gaat, stormt een orkaan. De wolken zijn het stof rond zijn voeten.Willekeurige Bijbeltekst
Want Ik, je Heer God,grijp jou bij je hand.
Ik zeg tegen je:
Wees niet bang. Ik help je.Volgende tekst!Met afbeelding