Deze boodschap is betrouwbaar: Als wij met Hem gestorven zijn, zullen we ook met Hem leven. | Dit is de boodschap waarop we vertrouwen: Als wij met Christus verbonden zijn in zijn dood, dan zijn we ook met hem verbonden in het eeuwige leven. |
Dit is immers wat u vanaf het begin hebt horen verkondigen: dat we elkaar moeten liefhebben. | Dit is de boodschap die we kennen sinds we christenen zijn: houd van elkaar. |
Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten. | Zolang we daarop wachten, moeten we dus goed zijn voor iedereen, en zeker voor andere christenen. |
Daarop zei Filippus: ‘Laat ons de Vader zien, Heer, meer verlangen we niet.’ | Filippus zei: ‘Heer, laat ons de Vader zien! Dat is voor ons voldoende.’ |
Dus laten we niet slapen, zoals anderen, maar waken en op onze hoede zijn. | Maar, vrienden, jullie zullen niet plotseling overvallen worden door de komst van de Heer. Want jullie geloven in hem. Jullie horen bij het licht, niet bij het donker. Wij horen niet bij de nacht en het donker, wij horen bij de dag. We moeten dus dingen doen die passen bij de dag. We moeten goed opletten en helder blijven denken. Andere mensen horen bij de nacht. Zij denken niet aan wat er gaat gebeuren. Het lijkt alsof ze slapen, of dronken zijn. |
Dat wij in Hem blijven en Hij in ons, weten we doordat Hij ons heeft laten delen in zijn Geest. | Wij horen voor altijd bij God, en God blijft voor altijd in ons. Dat weten we doordat hij de heilige Geest aan ons gegeven heeft. |
Let op uzelf en verspeel niet wat we bereikt hebben, maar zorg ervoor dat u het volle loon ontvangt. | We hebben ons uiterste best gedaan om het eeuwige leven te krijgen dat God aan de mensen wil geven. Zorg er nu dus voor dat jullie het eeuwige leven niet verliezen! Maar zorg er juist voor dat jullie van God de hele beloning krijgen. |
Nu wij rechtvaardig verklaard zijn op grond van geloof, leven we in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus. | God ziet ons dus als goede mensen omdat we geloven. Wij waren vijanden van God. Maar nu is er vrede tussen God en ons, dankzij onze Heer Jezus Christus. |
Zoals ons ene lichaam vele delen heeft en die delen niet allemaal dezelfde functie hebben, zo zijn we samen één lichaam in Christus en zijn we, ieder apart, elkaars lichaamsdelen. | Het lichaam is één geheel, maar het bestaat uit veel delen. En al die delen hebben een eigen functie. Net zo vormen wij samen één lichaam, want we horen allemaal bij Christus. Maar we hebben wel allemaal onze eigen functie. |
We weten ook dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht heeft gegeven om de ware God te kennen. En wij zijn in Hem, omdat we in zijn Zoon Jezus Christus zijn. Hij is de ware God, Hij is het eeuwige leven. | Wij weten dat Gods Zoon naar de wereld gekomen is. Hij heeft ons de ware God van dichtbij leren kennen. Wij zijn verbonden met de ware God omdat we verbonden zijn met zijn Zoon, Jezus Christus. Hij is de ware God, alleen bij hem is het eeuwige leven. |
Dit is wat wij Hem hebben horen verkondigen en wat we u verkondigen: God is licht, er is in Hem geen spoor van duisternis. | Dit is de boodschap die we van Gods Zoon gehoord hebben, en die we aan jullie vertellen: God is licht. Er is helemaal geen duisternis in hem. |
Als wij delen in zijn dood, zullen wij ook delen in zijn opstanding. Immers, we weten dat ons oude bestaan met Hem gekruisigd is omdat er een einde moest komen aan ons zondige leven: we mochten niet langer slaven van de zonde zijn. | Dus eigenlijk zijn we gestorven, net als Christus. Maar dan zullen we ook opstaan en eeuwig leven, net als Christus. Dit is zeker: ons oude ik is samen met Christus aan het kruis gestorven. Alleen zo kon er een eind komen aan ons zondige bestaan. Nu wordt ons leven niet meer beheerst door de zonde. |
Maar laten we God danken, die ons de overwinning geeft door onze Heer Jezus Christus. | Maar onze Heer Jezus Christus zal voor ons de dood overwinnen. Laten we God daarvoor danken! |
Dan zullen we, door ons aan de waarheid te houden en elkaar lief te hebben, samen volledig toegroeien naar Hem die het hoofd is: Christus. | Laten we trouw zijn aan de waarheid, en van elkaar houden. Want op die manier gaan we steeds meer op Christus lijken. Hij is het hoofd van de kerk. |
We hebben dan ook dit gebod van Hem gekregen: wie God liefheeft, moet ook de ander liefhebben. | Dit is de regel die we van God gekregen hebben: Wie van God houdt, moet ook van andere gelovigen houden. |
Laten we dus alles op alles zetten om die rust binnen te gaan, opdat niemand dit voorbeeld van ongehoorzaamheid volgt en te gronde gaat. | Laten wij dan ons uiterste best doen om dat land van rust binnen te gaan! Laten we vasthouden aan ons geloof. En laten we niet ongehoorzaam zijn, zoals het volk in de woestijn. |
Wij kunnen ons vol vertrouwen tot God wenden, in de zekerheid dat Hij naar ons luistert als we Hem iets vragen dat in overeenstemming is met zijn wil. | Als we bidden, mogen we vol vertrouwen zijn. Want God luistert naar ons als wij hem iets vragen dat past bij zijn wil. |
Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we elkaar liefhebben, blijft God in ons en is zijn liefde in ons tot volmaaktheid gekomen. | Niemand heeft God ooit gezien. Maar als we van elkaar houden, blijft God in ons. Dan is zijn liefde in ons volmaakt geworden. |
Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen. In plaats daarvan moet u zich voornemen uw broeder en zuster niet te laten struikelen of ten val te brengen. | Vrienden, we moeten elkaar niet meer veroordelen. Laten we afspreken dat we het andere gelovigen niet moeilijk maken. En dat we hun geloof niet in gevaar brengen. |
Zodat we vol vertrouwen kunnen zeggen: ‘De Heer is mijn helper, ik heb niets te vrezen. Wat zouden mensen mij kunnen doen?’ | We kunnen dus vol vertrouwen zeggen: «De Heer zal mij helpen. Daarom ben ik niet bang. Mensen kunnen me geen kwaad doen.» |
Belijden we onze zonden, dan zal Hij, die trouw en rechtvaardig is, ons onze zonden vergeven en ons reinigen van al het onrecht dat wij bedrijven. | Maar als we onze zonden eerlijk aan God vertellen, zal hij ons vergeven. Hij zal al het kwaad uit ons weghalen, zodat we helemaal rein worden. Want God is trouw en rechtvaardig. |
En bovendien komt de Geest onze zwakheid te hulp; wij weten immers niet wat we in ons gebed tegen God moeten zeggen, maar de Geest zelf pleit voor ons met woordloze zuchten. | De heilige Geest steunt ons als we het moeilijk hebben. Wij weten niet welke bedoeling God heeft met ons lijden. En we weten daarom niet wat we moeten bidden. Maar de heilige Geest zelf bidt voor ons, beter dan een mens het ooit zou kunnen. Zo smeekt hij God om ons te helpen. |
En de geringe last die we tijdelijk te dragen hebben, brengt ons een eeuwige luister, die alles omvat en alles overtreft. | De moeilijkheden die we meemaken, gaan voorbij. Die zijn niet belangrijk. Maar ze brengen ons iets wat juist wel belangrijk is: het eeuwige leven bij God. |
En is een mens niet veel meer waard dan een schaap? Daaruit volgt dat we op sabbat goed mogen doen. | Een mens is veel belangrijker dan een schaap. Je mag op sabbat dus iets goeds doen. |
En hierin is Gods liefde ons geopenbaard: God heeft zijn enige Zoon in de wereld gezonden, opdat we door Hem zouden leven. | God heeft zijn liefde aan ons laten zien door zijn enige Zoon naar de wereld te sturen. Dankzij zijn Zoon krijgen wij het eeuwige leven. |