Bijbelteksten over 'Wel'
Blijf wakker en bid dat je niet verleid wordt om het verkeerde te doen. Je wíl wel graag het goede doen, maar dat is wel heel erg moeilijk. | Waak en bid, opdat u niet in verzoeking komt; de geest is wel gewillig, maar het vlees is zwak. |
Als je wél vlees eet, mag je iemand die géén vlees eet niet veroordelen. En als je géén vlees eet, mag je iemand die wél vlees eet niet veroordelen. Want God houdt van jullie allebei. | Wie wel alles eet, moet hem niet minachten die niet alles eet. En wie niet alles eet, moet hem niet veroordelen die alles eet. God immers heeft hem aanvaard. |
Maar aan alle mensen die wél in Hem geloven, heeft Hij het recht gegeven om kinderen van God te worden. Ze worden opnieuw geboren. | Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. |
Jezus hoorde het. Hij zei tegen hen: "Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieke mensen wél." | Maar Jezus, Die dat hoorde, zei tegen hen: Wie gezond zijn, hebben geen dokter nodig, maar wie ziek zijn. |
Hij zei tegen hen: "Wat voor mensen niet mogelijk is, is voor God wél mogelijk." | Hij echter zei: De dingen die onmogelijk zijn bij de mensen, zijn mogelijk bij God. |
Jullie zien wél dat er een splinter zit in het oog van iemand anders. Maar jullie merken helemaal niet dat er een hele balk in je eigen oog zit! | Waarom ziet u wel de splinter in het oog van uw broeder, maar merkt u de balk in uw eigen oog niet op? |
En wees niet bang voor de mensen. Ze kunnen wel jullie lichaam doden, maar niet jullie ziel. Jullie kunnen beter bang zijn voor Hem die alle twee, lichaam en ziel, in de hel kan gooien. | En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel. |
Maar het dienen van God is wel een grote rijkdom, als we ook tevreden zijn met wat we hebben. | Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. |
Maak je nergens zorgen over. Niet of je wel te eten zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleding? | Wees niet bezorgd over uw leven: over wat u eten zult, of over uw lichaam: waarmee u zich kleden zult. Het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. |
Want we zijn wel gewone mensen die in deze wereld leven, maar we gebruiken geen menselijke wapens. | Want al wandelen wij in het vlees, wij voeren geen strijd naar het vlees. |
Als je een toren wil gaan bouwen, ga je toch eerst rustig uitrekenen wat het zal gaan kosten? Je moet toch weten of je het werk zal kunnen afmaken? | Want wie van u die een toren wil bouwen, gaat niet eerst zitten om de kosten te berekenen, of hij de middelen wel heeft om het werk te voltooien? |
De niet-Joodse volken kennen de wet van Mozes niet. Daarom zullen zij zonder deze wet veroordeeld worden als ze slechte dingen doen. De Joden kennen de wet van Mozes wel. Daarom zullen zij volgens deze wet veroordeeld worden als ze slechte dingen doen. | Want zij die zonder wet gezondigd hebben, zullen ook zonder wet verloren gaan, en zij die onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet geoordeeld worden. |
Ik wilde wel dat ze altíjd zoveel ontzag voor Mij en voor mijn wetten zouden hebben. Dan zou het voor altijd goed gaan met hen en hun kinderen. | Och, hadden zij maar zo'n hart, om Mij te vrezen en Mijn geboden alle dagen in acht te nemen, opdat het hun en hun kinderen voor eeuwig goed zou gaan! |
Het is dom om te haastig iets aan God te beloven en je daarna pas af te vragen of je je belofte wel kan houden. | Het is een valstrik voor een mens ondoordacht een heilige gelofte te doen, en pas daarna de gedane geloften te overwegen. |
Daarom geven we nooit op. Ons lichaam wordt wel steeds ouder en zwakker, maar onze geest wordt elke dag gesterkt. | Daarom verliezen wij de moed niet; integendeel, ook al vergaat onze uiterlijke mens, toch wordt de innerlijke mens van dag tot dag vernieuwd. |
Jezus zei: "IK BEN de echte wijnstruik en mijn Vader is de wijnboer. Elke tak aan Mij waar geen vruchten aan groeien, haalt Hij weg. Elke tak waar wel vruchten aan groeien, snoeit Hij. Hij maakt hem schoon van alles wat daar niet mag groeien. Zo gaan er nog meer vruchten aan die tak groeien." | Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt. |
Als jullie denken dat het verkeerd is om de Heer te dienen, kies dan vandaag wie jullie wél willen dienen. De goden die jullie voorvaders aan de overkant van de Rivier aanbaden, of de goden van de Amorieten van het land hier. Maar ík en mijn familie zullen de Heer dienen! | Maar als het in uw ogen kwalijk is de HEERE te dienen, kies voor u heden wie u zult dienen: óf de goden die uw vaderen, die aan de overzijde van de rivier woonden, gediend hebben, óf de goden van de Amorieten, van wie u het land bewoont. Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HEERE dienen! |
Jullie zijn wel slecht voor mij geweest, maar God heeft dat gebruikt voor iets goeds. Want Hij had daar een plan mee. Hij wilde zo een groot volk redden van de dood. | Jullie weliswaar, jullie hebben kwaad tegen mij bedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, om te doen zoals het op deze dag is: een groot volk in leven te houden. |
Het is beter niet veel te bezitten maar wel diep ontzag voor de Heer te hebben, dan rijk te zijn zonder vrede in je hart. | Beter is weinig met de vreze des HEEREN, dan een grote schat met verwarring erbij. |
Dat is wel waar, maar ik wil dat als jullie eten of drinken, of wat voor dingen dan ook doen, het altijd God moet eren. | Of u dus eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God. |
Laten we nooit stoppen om goed te doen. Want uiteindelijk zullen we daarvan de zegen oogsten. Maar dan moeten we wel doorzetten! | En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven. |
Slechte mensen vragen wel te leen, maar geven nooit iets terug. Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug. | De goddeloze leent en betaalt niet terug, maar de rechtvaardige ontfermt zich en geeft. |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Daarom zeg Ik jullie: maak je nergens zorgen over. Niet of je wel eten en drinken zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleren?" | Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? |
Maar je moet daar wel vol geloof om bidden, zonder te twijfelen. Want als je twijfelt, lijk je op een golf van de zee die door de wind steeds een andere kant wordt opgejaagd. | Maar laat hij er in geloof om vragen en daarbij niet twijfelen. Immers, wie twijfelt, lijkt op een golf van de zee, die door de wind voortgestuwd en op- en neergeworpen wordt. |
Of denken jullie dat Ik mijn Vader niet om hulp kan vragen? Dan zou Hij Mij onmiddellijk wel twaalf legers engelen sturen om Mij te helpen. | Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen? |
Gerelateerde onderwerpen
Lichaam
Weten jullie dan niet...
Leven
Tegen elk kwaad zal...
Voedsel
Want de mensen die...
Veroordeling
Maar als jullie een...
Geloof
Daarom zeg Ik jullie...
Zonde
Weten jullie dan niet...