Wie in oprechtheid zijn weg gaat, gaat een veilige weg, maar wie kromme wegen gaat, zal opgemerkt worden. | Als je goed en eerlijk leeft, ben je veilig, maar als je liegt en bedriegt, zul je gestraft worden. |
Maar toen Jezus dat hoorde, antwoordde Hij hem: Wees niet bevreesd, geloof alleen, en zij zal behouden worden. | Jezus hoorde dat en zei tegen Jaïrus: ‘Wees niet bang! Blijf geloven, dan zal je dochter gered worden.’ |
Keer terug en bekeer u van al uw overtredingen, dan zal de ongerechtigheid u geen struikelblok worden. | Maak daarom een einde aan het kwaad dat jullie doen! Zorg ervoor dat jullie niet voor je fouten gestraft worden. |
En laten wij niet moe worden goed te doen, want te zijner tijd zullen wij oogsten, als wij het niet opgeven. | Laten we daarom steeds het goede blijven doen, en volhouden tot de dag dat Christus terugkomt. |
De huichelaar richt zijn naaste met zijn mond te gronde, maar door kennis worden de rechtvaardigen gered. | Slechte mensen maken anderen kapot door hun geroddel, maar goede mensen worden beschermd door hun wijsheid. |
De HEERE zal Koning worden over heel de aarde. Op die dag zal de HEERE de Enige zijn en Zijn Naam de enige. | Op die dag zal de Heer koning worden van de hele aarde. Alle mensen zullen hem als God vereren, hem alleen. |
Wie dan een van deze geringste geboden afschaft en de mensen zo onderwijst, zal de geringste genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen; maar wie ze doet en onderwijst, die zal groot genoemd worden in het Koninkrijk der hemelen. | Stel dat iemand het kleinste regeltje van de wet afschaft, en dat hij anderen leert om dat ook te doen. Dan zal hij op de laatste plaats komen in Gods nieuwe wereld. Maar stel dat iemand zich aan de hele wet houdt, en dat hij anderen leert om dat ook te doen. Dan zal hij op de eerste plaats komen in Gods nieuwe wereld. |
Hij is hier niet, maar Hij is opgewekt. Herinner u hoe Hij tot u gesproken heeft, toen Hij nog in Galilea was: De Zoon des mensen moet overgeleverd worden in handen van zondige mensen en gekruisigd worden en op de derde dag opstaan. | Jezus is hier niet. Hij is opgestaan uit de dood. Weten jullie nog wat hij in Galilea gezegd heeft? Hij zei: ‘Ik, de Mensenzoon, zal door slechte mensen gevangengenomen worden. Ze zullen mij aan het kruis laten sterven. Maar drie dagen later zal ik opstaan uit de dood.’ |
Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden. | Houd je bezig met Gods nieuwe wereld en doe wat God van je vraagt. Dan zal God je al die andere dingen ook geven. |
De HEERE verlost de ziel van Zijn dienaren; allen die tot Hem de toevlucht nemen, worden niet schuldig verklaard. | Maar de Heer redt mensen die hem dienen. Zij hoeven niet bang te zijn, want de Heer beschermt hen. |
Bevalligheid is bedrieglijk en schoonheid vergankelijk, een vrouw die de HEERE vreest, die zal geprezen worden. | Je hebt niets aan een vrouw die alleen maar lief en mooi is, want haar schoonheid zal verdwijnen. Maar een vrouw met eerbied voor de Heer moet je waarderen. |
Tot nu toe hebt u niets gebeden in Mijn Naam; bid, en u zult ontvangen, opdat uw blijdschap volkomen zal worden. | Vanaf nu moeten jullie dus tot de Vader bidden als mensen die bij mij horen. Dan zullen jullie alles krijgen waar je om vraagt. En dan zal jullie vreugde volmaakt zijn. |
Maar ontucht en alle onreinheid of hebzucht, laten die onder u beslist niet genoemd worden, zoals het heiligen past. | Jullie zijn Gods heilige volk. Daarom mag er bij jullie zelfs niet eens gepraat worden over verboden seks, onreine dingen, en slechte verlangens. |
Tot U, HEERE, heb ik de toevlucht genomen, laat mij niet beschaamd worden, voor eeuwig; bevrijd mij door Uw gerechtigheid. | Heer, bij u zoek ik bescherming. Laat mij niet alleen! Wees goed voor mij en red mij. |
Daarom zal uit werken van de wet geen vlees voor Hem gerechtvaardigd worden. Door de wet is immers kennis van zonde. | En niemand wordt gered doordat hij zich aan de Joodse wet houdt. Want het lukt niemand om alles te doen wat er in de wet staat. De wet leert ons juist dat ieder mens verkeerde dingen doet. |
Want ik verlang er vurig naar u te zien, om u in enige geestelijke genadegave te laten delen, waardoor u versterkt zou worden, dat is te zeggen, om in uw midden samen bemoedigd te worden door het onderlinge geloof, zowel dat van u als dat van mij. | Ik wil jullie graag ontmoeten. Ik wil jullie iets doorgeven van de bijzondere krachten die ik van God gekregen heb. Daarmee wil ik jullie geloof sterker maken. Ik bedoel natuurlijk dat we dan elkaars geloof sterker zullen maken. En dat we elkaar dan tot steun kunnen zijn. |
U bent van Christus losgeraakt, u die door de wet gerechtvaardigd wilt worden; en daarmee bent u uit de genade gevallen. | Proberen jullie jezelf te redden door je aan de Joodse wet te houden? Daarmee bereik je alleen dat je niet meer bij Christus hoort. En dan zal God je niet redden. |
Ik ben de Deur; als iemand door Mij naar binnen gaat, zal hij behouden worden; en hij zal ingaan en uitgaan en weide vinden. | Ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered. |
Wie echter zijn wil niet gekend heeft en dingen gedaan heeft die slagen verdienen, zal met weinig slagen geslagen worden. En van ieder aan wie veel gegeven is, zal veel teruggevraagd worden en van hem aan wie men veel toevertrouwd heeft, zal men des te meer eisen. | Maar stel dat een dienaar niet weet wat zijn heer wil, en dan iets verkeerds doet. Dan zal hij minder zwaar gestraft worden. Want als God je veel geeft, dan vraagt hij er ook veel voor terug. En als je veel voor God mag doen, dan zal hij ook veel van je verwachten. |
Zo zult u in alles rijk worden, in staat tot alle vrijgevigheid, die door middel van ons dankzegging aan God teweegbrengt. | God heeft jullie op veel manieren rijk gemaakt. Nu moeten jullie ook klaarstaan om anderen te helpen. Dan zullen de christenen in Jeruzalem God danken voor de steun die ze via mij van jullie krijgen. |
Als u met uw mond de Heere Jezus belijdt en met uw hart gelooft dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult u zalig worden. | Met onze mond eren we Jezus als onze Heer. En met heel ons hart geloven we dat God hem uit de dood heeft laten opstaan. Daarom zullen we gered worden. |
Daarom zal de Heere Zelf u een teken geven: Zie, de maagd zal zwanger worden. Zij zal een Zoon baren en Hem de naam Immanuel geven. | De Heer zelf zal u een teken geven. Een jonge vrouw zal zwanger worden en ze zal een zoon krijgen. Ze zal haar kind Immanuel noemen. |
Maar allen die Hem aangenomen hebben, hun heeft Hij macht gegeven kinderen van God te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven. | Toch waren er ook mensen die wel in hem geloofden. Zij mochten kinderen van God worden. |
Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen. | Want ook ik, de Mensenzoon, ben niet gekomen om over mensen te heersen. Ik ben er juist om mensen te dienen. Ik zal mijn leven geven om veel mensen te redden. |
Want Hem Die geen zonde gekend heeft, heeft Hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij zouden worden gerechtigheid van God in Hem. | Jezus Christus was zonder zonde. Maar God liet hem de straf voor onze zonden dragen. Dat deed God voor ons. En nu ziet hij ons als goede mensen, omdat we bij Christus horen. |