Barmhartigheid zij u, vrede en liefde, in overvloed. | Ik wens jullie toe dat God goed voor jullie is, jullie liefheeft en jullie voor altijd vrede geeft. |
Bid daarom als volgt: Onze Vader in de hemel, laat uw naam geheiligd worden, laat uw koninkrijk komen, laat uw wil gedaan worden op aarde zoals in de hemel. | Als jullie bidden, gebruik dan deze woorden: Onze Vader in de hemel, laat iedereen u eren. Laat uw nieuwe wereld komen. Laat op aarde uw wil gedaan worden, net zoals dat in de hemel gebeurt. |
Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op Mij. | Jezus zei tegen zijn leerlingen: ‘Wees niet bang. Vertrouw op God, en vertrouw op mij.’ |
Dit zeg Ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. | Ik vertel jullie al deze dingen, omdat ik wil dat jullie dezelfde vreugde voelen als ik. Ik wil dat jullie vreugde volmaakt is. |
En wat jullie dan in mijn naam vragen, dat zal Ik doen, zodat door de Zoon de grootheid van de Vader zichtbaar wordt. | En ik zal doen wat jullie vragen, omdat jullie bij mij horen. Zo zal ik de hemelse macht van mijn Vader laten zien. |
Zing een lied voor de HEER, machtig zijn zijn daden. Laat heel de aarde dit weten. | Zing een lied voor de Heer! Want hij heeft grote dingen gedaan. De hele aarde moet het weten. |
Laat niemand zichzelf bedriegen. Wanneer iemand van u denkt dat hij in deze wereld wijs is, moet hij eerst dwaas worden; pas dan kan hij wijs worden. | Vinden sommigen van jullie dat ze heel wijs zijn? Dan zeg ik: Houd jezelf niet voor de gek! Je zult eerst dom moeten worden, pas dan kun je echt wijs worden. |
Ik laat jullie vrede na; mijn vrede geef Ik jullie, zoals de wereld die niet geven kan. Maak je niet ongerust en verlies de moed niet. | Ik geef jullie mijn vrede. De vrede die deze wereld jullie kan geven, duurt maar kort. Maar mijn vrede blijft altijd bij jullie. Wees niet bang, verlies de moed niet. |
God heeft zijn Zoon niet naar de wereld gestuurd om een oordeel over haar te vellen, maar om de wereld door Hem te redden. | God heeft zijn Zoon naar de wereld gestuurd om de mensen te redden. Niet om hen te veroordelen. |
Als je rechteroog je ten val brengt, ruk het dan uit en werp het weg. Je kunt immers beter een van je lichaamsdelen verliezen dan dat heel je lichaam in de Gehenna geworpen wordt. | Stel dat je rechteroog iets slechts ziet. Iets dat jou weghaalt bij God. Ruk je oog dan uit en gooi het weg. Je verliest dan een deel van je lichaam. Maar anders kom je met je hele lichaam in de hel terecht. |
Wie gelooft en gedoopt is zal worden gered, maar wie niet gelooft zal worden veroordeeld. | Iedereen die gelooft en gedoopt wordt, zal gered worden. Maar iedereen die niet gelooft, zal door God gestraft worden. |
Hij moet groter worden en ik kleiner. | Jezus moet steeds belangrijker worden. En ik moet juist minder belangrijk worden. |
Oordeel niet, dan zal er niet over je geoordeeld worden. Veroordeel niet, dan zul je niet veroordeeld worden. Vergeef, dan zal je vergeven worden. | Veroordeel andere mensen niet, dan zal God jou ook niet veroordelen. Zeg niet dat andere mensen slecht zijn, dan zegt God dat ook niet over jou. Vergeef mensen als ze fouten maken, dan doet God dat ook. |
Niets is verborgen dat niet onthuld zal worden, en niets is geheim dat niet bekend zal worden. | Want alles wat verborgen is, zal zichtbaar worden. En alles wat geheim is, zal bekend worden. |
Vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. | Als je iets vraagt, zul je het krijgen. Als je iets zoekt, zul je het vinden. Als je op de deur klopt, wordt er voor je opengedaan. |
Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. | Want als we geloven met heel ons hart, ziet God ons als goede mensen. En als we Jezus eren als onze Heer, worden we gered. |
Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered. | Maar iedereen die volhoudt tot het einde, die zal gered worden. |
Daarom zeg Ik jullie: vraag en er zal je gegeven worden, zoek en je zult vinden, klop en er zal voor je worden opengedaan. | Luister daarom naar mijn woorden: Als je iets vraagt, zul je het krijgen. Als je iets zoekt, zul je het vinden. Als je op de deur klopt, wordt er voor je opengedaan. |
Gelukkig de treurenden, want zij zullen getroost worden. | Het echte geluk is voor mensen die verdriet hebben. Want God zal hen troosten. |
Gelukkig de mens wiens ontrouw wordt vergeven, wiens zonden worden bedekt. | U hebt mij vergeven, Heer, u denkt niet meer aan mijn fouten. Daarom ben ik gelukkig. |
Geef, dan zal je gegeven worden; een goede, stevig aangedrukte, goed geschudde en overvolle maat zal je worden toebedeeld. Want de maat die je voor anderen gebruikt, zal ook voor jullie worden gebruikt. | Geef, en je zult krijgen, meer dan je vast kunt houden! Want zo veel als jij aan anderen geeft, zo veel geeft God aan jou. |
Tob jezelf niet af om rijk te worden, zet dat plan opzij. | Probeer niet alleen maar rijk te worden, wees niet alleen maar bezig met geld. |
Dan zal ieder die de naam van de Heer aanroept worden gered. | Op die dag zal iedereen gered worden die mij om hulp vraagt. |
Allen die door de Geest van God worden geleid, zijn kinderen van God. | Als we ons laten leiden door Gods Geest, dan zijn we Gods kinderen. |
Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ | Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» |