God die jullie roept, is trouw: Hij zal dat zeker doen. | God wil dat jullie bij hem horen. Hij is trouw, en hij doet wat hij belooft. |
En ik weet zeker dat de heerlijke dingen die God ons geeft, alles goedmaken wat we nu moeten lijden. | Dit weet ik zeker: hoe zwaar ons lijden ook wordt, het brengt ons eeuwige leven niet in gevaar. |
Wat had ik moeten doen als ik niet zeker had geweten dat de Heer goed is en mij zal redden? | De Heer is goed voor mij, zolang ik leef. Dat weet ik zeker. |
God heeft zelfs zijn eigen Zoon aan ons gegeven. Dan zal Hij ons toch zeker ook al het andere geven dat we nodig hebben? | God liet toe dat zijn eigen Zoon gedood werd. Hij leverde hem uit aan slechte mensen. Dat deed God voor ons allemaal. Maar dan is het zeker dat hij ons ook het eeuwige leven zal geven, het eeuwige leven dat zijn Zoon al gekregen heeft. |
U bent geweldig, Heer! Uit alles wat we zelf hebben gehoord weten we zeker: niemand is als U. Er is geen andere God dan U. | U bent machtig, Heer, mijn God. Er is niemand zoals u. Er bestaat geen andere god. Alles wat we over u gehoord hebben, is waar. |
Als iemand hardop erkent dat Jezus de Zoon van God is, mag hij er zeker van zijn dat God in hem woont en dat hij in God is. | Iedereen die gelooft dat Jezus de Zoon van God is, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem. |
Jullie geloven in de Zoon van God. Daarom schrijf ik jullie dit, zodat jullie zeker zullen weten dat jullie het eeuwige leven hebben. | Deze brief heb ik geschreven om jullie te laten weten dat jullie het eeuwige leven hebben. Want jullie geloven in de Zoon van God. |
Maar wij kijken uit naar iets wat er nog níet is. En we zijn er zeker van dat het komt. Daarom wachten we er vol vertrouwen geduldig op. | We zijn al gered, ook al zien we dat nu nog niet. Toch vertrouwen we erop dat God ons de eeuwige redding zal geven. Als we het nu al konden zien, dan hoefden we er niet op te vertrouwen. Maar door vol te houden in deze moeilijke tijd, laten we zien dat we echt op God vertrouwen. |
God is in jullie een goed werk begonnen. En ik weet zeker dat Hij dat werk ook zal afmaken. Hij zal met jullie bezig blijven, totdat Jezus Christus terugkomt. | Eén ding weet ik heel zeker: God maakt nieuwe mensen van jullie. Hij is daar al mee begonnen, en op de dag dat Jezus Christus terugkomt, zullen jullie volmaakt zijn. |
Ik vertrouw op uw goedheid en uw liefde. Mijn hart juicht omdat ik zeker weet dat U me zal redden. Ik zing voor de Heer omdat Hij goed voor me is geweest. | Heer, ik vertrouw op uw liefde. Ik zal juichen omdat u mij redt. Ik zal voor u zingen, want u bent goed voor mij. |
Dus ook al zijn jullie slecht, toch kunnen jullie goede dingen aan jullie kinderen geven. Dan zal jullie hemelse Vader toch zéker de Heilige Geest geven als mensen Hem daarom bidden? | Jullie zorgen goed voor je kinderen, ook al zijn jullie slechte mensen. Dan zal jullie hemelse Vader zeker goed voor jullie zorgen. Hij geeft de heilige Geest aan mensen die daarom vragen. |
Maar mensen die graag rijk willen worden, lopen in de val van de duivel. Ze krijgen allerlei dwaze en verkeerde verlangens, waardoor het langzaam maar zeker slecht met hen afloopt. | Mensen die rijk willen worden, laten zich verleiden om slechte dingen te doen. Met hun dwaze en verkeerde verlangens brengen ze zichzelf in gevaar. Het loopt verkeerd met hen af, ze verliezen uiteindelijk hun leven. |
Bij God ben ik veilig. Hij zal mij redden. | Alleen bij God krijg ik rust, alleen hij kan mij redden. |
Vertrouw je hele leven aan Hem toe. Dan zal Hij in alles voor je zorgen. Hij zal altijd voor je opkomen. Dat is net zo zeker als dat het 's morgens weer licht wordt en de zon hoog aan de hemel zal komen te staan. | Laat je leiden door de Heer. Vertrouw op hem, hij zal je helpen. Hij zal je alles geven waar je recht op hebt. Je zult stralen als het licht in de ochtend, als de zon in de middag. |
Maar bij God ben ik veilig. Want ik vertrouw er op dat Hij me zal redden. | Alleen bij God zoek ik rust. Ik verwacht mijn hulp van hem. |
Maar Jezus zei: "Wat heerlijk is het als mensen Gods woorden horen en ze ook doen!" | Maar Jezus zei: ‘Het echte geluk is voor mensen die luisteren naar God, en doen wat hij wil.’ |
Want ik weet zeker dat geen dood of leven, geen engelen of duivelse geesten, geen enkele macht, geen dingen nu of in de toekomst, geen macht uit de hoogte of uit de diepte, nee, niets op deze aarde ons zal kunnen losmaken van de liefde van God. Die liefde heeft God ons gegeven door Jezus Christus, onze Heer. | Dit weet ik zeker: door de dood en opstanding van Jezus Christus, onze Heer, liet God zien hoeveel hij van ons houdt. En niets kan dat veranderen: geen engel, geen geest, geen machthebber, geen mens of macht op aarde of in de hemel. Want wat er ook gebeurt, vandaag of in de toekomst, of we nu leven of sterven: God houdt van ons! |
Maar stel dat een slecht mens spijt heeft van alle slechte dingen die hij heeft gedaan. Stel dat hij zich voortaan aan mijn wetten en leefregels houdt en leeft zoals Ik het wil – dan zal hij blijven leven. Hij zal niet sterven. | Stel dat iemand verkeerde dingen doet. Maar hij krijgt spijt, en stopt met zijn verkeerde gedrag. Hij gaat zich aan mijn regels houden en zich goed en eerlijk gedragen. Dan zal hij zeker in leven blijven. Hij hoeft niet te sterven. |
Toen we nog vijanden van God waren, heeft God ervoor gezorgd dat we vrede met Hem konden sluiten. Namelijk door de dood van zijn Zoon. Daardoor zijn we vrienden van God geworden. En daarom is het nu ook zéker dat we elke dag worden gered en veilig zijn door het léven van zijn Zoon. | Vroeger waren we dus vijanden van God. Maar nu is het goed tussen God en ons, dankzij de dood van zijn Zoon. Want dankzij de dood van Christus ziet God ons als goede mensen. En dus zullen we ook voor eeuwig gered worden. Daar hoeven we niet aan te twijfelen. Want Christus leeft, en hij zal ons redden op de dag dat God rechtspreekt over de wereld. |
Als je zeker weet dat God van je houdt en je dus vol bent van zijn liefde, hoef je niet bang voor Hem te zijn. Want volmaakte liefde verjaagt alle angst voor God. Want als je bang bent, komt dat omdat je bang bent voor straf. Als je bang bent, ben je nog niet helemaal vol van liefde. | Als Gods liefde in ons is, hoeven we niet meer bang te zijn voor zijn oordeel. Volmaakte liefde laat alle angst verdwijnen. Angst betekent dat je bang bent voor Gods straf. Wie daar bang voor is, heeft geen volmaakte liefde in zich. |
Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. | Alleen bij hem ben ik veilig. Hij redt mij altijd, hij beschermt me. Er zal mij geen kwaad overkomen. |
Hij is de rots onder mijn voeten. Hij is de burcht waarin ik veilig ben. Ik zal niet verslagen worden door mijn vijanden. | Bij hem ben ik veilig. Hij redt mij altijd, hij beschermt me. Er zal mij geen kwaad overkomen. |
De hemel en de aarde zullen ophouden te bestaan. Maar mijn woorden zullen altijd blijven. | De hemel zal verdwijnen, en de aarde zal verdwijnen. Maar mijn woorden zullen nooit verdwijnen. |
Want op de tijd die God had bepaald, is Christus voor ons gestorven. Op dat moment waren we nog hulpeloos en trokken we ons nog niets van God aan. | Vroeger waren we vijanden van God. Wijzelf konden dat niet veranderen, maar Christus wel: hij is voor ons gestorven. |
Ik bedoel dit: laat je leiden door de Geest en niet door je 'ik.' | Laat je leiden door de heilige Geest. Geef niet toe aan je eigen slechte verlangens. |