Als je in het water kijkt, zie je je gezicht. Als je in iemands hart kijkt, zie je zijn karakter. | Zoals water het gezicht weerspiegelt, zo weerspiegelt het hart de mens. |
De Heer wil eerlijkheid en recht. Overal op aarde zie je zijn goedheid. | Hij heeft recht en gerechtigheid lief, van de trouw van de HEER is de aarde vervuld. |
Niemand kan zich voor mij verbergen, ik zie alles. Want ik ben overal, in de hemel en op de aarde. | Als iemand zich verbergt, zou Ik hem dan niet zien? – spreekt de HEER. Ben Ik niet overal, in de hemel en op aarde? – spreekt de HEER. |
God, u zult mij helpen. Heer, u geeft mij kracht. | Zie, God is mijn helper, de Heer is het die mijn leven draagt. |
Vraag altijd hulp aan de Heer, hij is machtig. Blijf steeds dicht bij hem. | Zie uit naar de HEER en zijn macht, zoek voortdurend zijn nabijheid. |
Niemand ziet hoe mensen van binnen zijn. Maar ik, de Heer, ken de mensen. Ik weet wat ze denken. Ik weet hoe slecht ze van binnen zijn, ik zie dat ze altijd het verkeerde willen. Ik beloon het goede en ik straf het kwade. Zo krijgt ieder mens wat hij verdient. | Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEER, ben het die het hart doorgrondt, die nieren toetst, die ieder naar zijn levenswandel beloont, aan ieder geeft wat hij verdient. |
Vraag altijd hulp aan de Heer, hij is machtig. Blijf steeds dicht bij hem. | Zie uit naar de HEER en zijn macht, zoek voortdurend zijn nabijheid. |
God, ik wil dat u alles van mij weet, ik wil dat u weet wie ik ben. Kijk in mijn hart, onderzoek al mijn gedachten. Kijk of ik leef zoals u dat wilt, en leid me op de weg die u wijst. | Doorgrond mij, God, en ken mijn hart, peil mij, weet wat mij kwelt, zie of ik geen verkeerde weg ga, en leid mij op de weg die eeuwig is. |
Ik leer van u wat goed en eerlijk is. Daarom dank ik u met heel mijn hart. | Ik zal U loven met een oprecht hart als ik uw rechtvaardige voorschriften leer. |
Ik verlang naar de Heer, ik wacht op hem, ik vertrouw op zijn woorden. | Ik zie uit naar de HEER, mijn ziel ziet uit naar Hem en verlangt naar zijn woord. |
Voordat ik mijn mond opendoe, weet u al wat ik wil zeggen. | Geen woord ligt op mijn tong, of U, HEER, kent het ten volle. |
Elke ochtend hoort u mijn stem, Heer. Elke ochtend bid ik tot u, en dan wacht ik op antwoord. | In de morgen, HEER, hoort U mijn stem, in de morgen wend ik mij tot U en wacht. |
Maar de Heer helpt mensen die hem vereren, en die vertrouwen op zijn liefde. | Het oog van de HEER rust op wie Hem vrezen en hopen op zijn trouw. |
Terwijl Petrus dat zei, kwam er een stralend lichte wolk boven hen. En uit die wolk klonk Gods stem, die zei: ‘Hij alleen is mijn Zoon. Mijn liefde voor hem is groot. Luister naar hem!’ | Hij was nog niet uitgesproken of een stralende wolk overdekte hen, en uit de wolk klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde. Luister naar Hem!’ |
Net zoals honing goed is voor je lichaam, zo is wijsheid goed voor je leven. Want wijsheid geeft je een toekomst, door wijsheid zul je lang leven. | Zie wijsheid als de honing voor je leven. Als je wijsheid vindt, heb je een toekomst, je hoop gaat niet verloren. |
Jullie letten goed op de fouten van anderen. Maar je eigen fouten zie je niet. Het is alsof je een splinter ziet in het oog van een ander, maar niet ziet dat er in je eigen oog een balk zit. Je zegt tegen die ander: ‘Kom, ik haal die splinter wel even uit je oog.’ Doe niet zo schijnheilig! Haal eerst die balk uit je eigen oog. Dan kun je zelf weer goed zien. En pas dan kun je de splinter uit het oog van de ander halen. | Waarom kijk je naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je eigen oog niet opmerkt? |
Ik ben de Heer, de God van de hele aarde. Voor mij is alles mogelijk. | Ik ben de HEER, de God van al wat leeft. Is er ook maar iets dat voor Mij onmogelijk is? |
Probeer niet alleen maar rijk te worden, wees niet alleen maar bezig met geld. | Tob jezelf niet af om rijk te worden, zet dat plan opzij. |
Wees blij als de machtige God je straft, verzet je niet tegen hem. | Gelukkig de mens die door God wordt getuchtigd; wijs daarom de straf van de Ontzagwekkende niet af! |
De Heer zegt: ‘Volk van Israël, was het bloed van je handen, stop met al die misdaden. Ik kan er niet meer tegen. Maak een eind aan het kwaad.’ | Was je, reinig je, maak een eind aan je misdaden, Ik kan ze niet meer zien. Breek met het kwaad. |
Dit moest Habakuk opschrijven: ‘Het loopt slecht af met mensen die kwaad doen. Maar mensen die goed doen en trouw zijn aan God, zullen in leven blijven.’ | Wie niet oprecht is kwijnt weg, maar de rechtvaardige zal leven door zijn trouw. |
En Gods stem klonk uit de hemel: ‘Hij alleen is mijn Zoon. Mijn liefde voor hem is groot.’ | En uit de hemel klonk een stem: ‘Dit is mijn geliefde Zoon, in Hem vind Ik vreugde.’ |
Als iemand je kwaad doet, doe hem dan geen kwaad terug. Maar wees goed voor elkaar en voor iedereen. | Zie erop toe dat niemand kwaad met kwaad vergeldt en streef altijd naar het goede, zowel voor elkaar als voor ieder ander. |
Jezus zegt: ‘Luister, ik kom snel! En ik zal aan iedereen geven wat hij verdient.’ | Ik kom spoedig, en heb het loon bij me om iedereen te belonen naar zijn daden. |
Luister goed en doe wat ik jullie zeg. Dan zal ik jullie leren wat wijsheid is, dan zal ik mijn kennis aan jullie doorgeven. | Luister, neem mijn berispingen ter harte – dan beziel ik je met mijn geest, dan laat ik je delen in mijn wijsheid. |