God zal jullie nooit in de steek laten. Hij heeft jullie geroepen om één te zijn met zijn Zoon, onze Heer Jezus Christus. | God is getrouw, door wie gij zijt geroepen tot gemeenschap met zijn Zoon Jezus Christus, onze Here. |
De Heer haat het als mensen liegen. Maar Hij is blij met mensen die te vertrouwen zijn. | Leugenlippen zijn de Here een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig. |
Ouders zijn blij met een goede zoon. Ze verheugen zich over zijn wijsheid. | De vader van een rechtvaardige verblijdt zich zeer, wie een wijze verwekte, verheugt zich over hem. |
Zing voor God, zing dankliederen voor Hem. Maak de weg vrij voor Hem die over de vlakten rijdt. Zijn naam is Heer. Juich blij voor Hem. Hij is een Vader voor de weeskinderen. Hij komt op voor de weduwen. Hij is God in zijn heilige huis. | Zingt Gode, psalmzingt zijn naam, baant de weg voor Hem die door de vlakten rijdt; Here is zijn naam, juicht dan voor zijn aangezicht. Hij is de vader der wezen en de rechter der weduwen, God in zijn heilige woning. |
Want door het bloed van zijn Zoon heeft Hij ons gered. Door zijn bloed kon Hij ons vergeven dat we Hem ongehoorzaam waren. Hij deed dat niet omdat we dat verdiend hadden, maar omdat Hij zoveel van ons houdt. | En in Hem hebben wij de verlossing door zijn bloed, de vergeving van de overtredingen, naar de rijkdom zijner genade. |
Wanhopig riep ik de Heer om hulp. Ik riep tot mijn God. Hij hoorde mijn stem vanuit zijn paleis. Mijn geroep klonk in zijn oren. | Toen het mij bang te moede was, riep ik de Here aan, tot mijn God riep ik om hulp. Hij hoorde mijn stem uit zijn paleis, mijn hulpgeroep tot Hem drong door in zijn oren. |
De bevelen van de Heer zijn goed en maken de mensen blij. De wetten van de Heer zijn zuiver en geven de mensen raad. | De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen. |
Toen we nog vijanden van God waren, heeft God ervoor gezorgd dat we vrede met Hem konden sluiten. Namelijk door de dood van zijn Zoon. Daardoor zijn we vrienden van God geworden. En daarom is het nu ook zéker dat we elke dag worden gered en veilig zijn door het léven van zijn Zoon. | Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft. |
Voor U zijn duizend jaar niet meer dan één enkele dag. Want in een oogwenk zijn ze voorbij. | Want duizend jaren zijn in uw ogen als de dag van gisteren, wanneer hij voorbijgegaan is, en als een nachtwake. |
Een wijze zoon maakt zijn ouders blij. Maar over een dwaze zoon hebben ze veel verdriet. | Een wijs zoon verheugt zijn vader, maar een dwaas zoon is een bekommering voor zijn moeder. |
Prijs de Heer, want Hij is goed. Zijn liefde duurt voor eeuwig. | Looft de Here, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. |
Dankzij zijn geld is een rijk mens helemaal veilig. Zo veilig als in een stad met hoge muren – denkt hij. | Het bezit van de rijke is zijn sterke stad, en als een hoge muur – in zijn verbeelding. |
De Heer is rechtvaardig in alles wat Hij doet. Aan alles wat Hij doet is zijn liefde te zien. | De Here is rechtvaardig in al zijn wegen, goedertieren in al zijn werken. |
De Heer is heel geduldig, maar ook heel machtig. Hij laat geen kwaad ongestraft. Waar Hij gaat, stormt een orkaan. De wolken zijn het stof rond zijn voeten. | De Here is lankmoedig, doch groot van kracht, en de Here laat geenszins ongestraft. In wervelwind en storm is zijn weg, wolken zijn het stof zijner voeten. |
Ik verwacht dat de Heer me zal helpen. Ik vertrouw op Hem en op zijn woord. | Ik verwacht de Here, mijn ziel verwacht en ik hoop op zijn woord. |
Maar vanaf het begin van de wereld heeft God hen als man en vrouw gemaakt. Er staat in de Boeken: 'Daarom zal een man weggaan bij zijn vader en moeder en van zijn vrouw houden en trouw aan haar zijn. Vanaf dan zijn ze niet meer twee aparte mensen, maar samen één geheel.' En wat God zo tot één geheel heeft gemaakt, zou een mens niet meer uit elkaar moeten halen. | Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. |
De Heer zegt: "Want mijn plannen zijn niet jullie plannen. En Ik doe de dingen op een andere manier dan jullie, zegt de Heer." | Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten en uw wegen zijn niet mijn wegen, luidt het woord des Heren. |
Als je 'ja' zegt, moet dat ook 'ja' zijn. En als je 'nee' zegt, moet het ook 'nee' zijn. Alles wat je daaraan toevoegt, komt van de duivel. | Laat het ja, dat gij zegt, ja zijn, en het neen, neen; wat daar bovenuit gaat, is uit den boze. |
Gods Geest die in ons is, laat onze eigen geest weten dat we kinderen van God zijn. | Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. |
De woorden van een goed mens zijn als zuiver zilver. Maar de gedachten van een slecht mens zijn weinig waard. | Uitgelezen zilver is de tong des rechtvaardigen; het hart der goddelozen is weinig waard. |
Want de Heer geniet van zijn volk. Hij zorgt dat het goed gaat met de mensen die leven zoals Hij het wil. | Want de Here heeft een welbehagen in zijn volk, Hij kroont de ootmoedigen met heil. |
Het is heerlijk voor een volk als de Heer zijn God is. Het is heerlijk voor een land als het door Hem is uitgekozen om zijn eigendom te zijn. | Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. |
Het is beter weinig te hebben, maar eerlijk te zijn, dan rijk te zijn en oneerlijk. | Beter een weinig met gerechtigheid, dan grote inkomsten met onrecht. |
De één vindt de ene dag belangrijker dan de andere dagen, maar een ander vindt dat ze allemaal gelijk zijn. Laat iedereen gewoon doen wat volgens zijn eigen geweten goed is. | Deze immers stelt de ene dag boven de andere, gene stelt ze alle gelijk. Ieder zij voor zijn eigen besef ten volle overtuigd. |
Als je niet veel geld hebt, mag je er blij over zijn dat je voor God toch belangrijk bent. Maar als je rijk bent, moet je eraan denken dat God jouw geld niet zo belangrijk vindt. Want op een dag zul je er niet meer zijn. Net zoals een mooie bloem in het gras op een dag verdwenen is. | Laat de geringe broeder roemen in zijn hoogheid, maar de rijke in zijn geringheid, want als een bloem in het gras zal hij vergaan. |