Uit de heilige boeken kennen we dus veel mensen met een groot geloof. We moeten hun voorbeeld volgen en de zonde achter ons laten. Want die zonde zorgt er steeds weer voor dat we ons geloof willen opgeven. Maar we moeten juist aan ons geloof blijven vasthouden. | Welnu dan, laten ook wij, nu wij door zo'n menigte van getuigen omringd worden, afleggen alle last en de zonde, die ons zo gemakkelijk verstrikt. En laten wij met volharding de wedloop lopen die voor ons ligt. |
Jezus is een veel belangrijkere hogepriester dan de hogepriesters op aarde, want hij is hogepriester in de hemel. Dankzij Jezus geldt voortaan Gods nieuwe, betere afspraak met de mensen. God had beloofd dat het zo zou gebeuren. | Nu heeft Hij echter een zoveel voortreffelijker bediening ontvangen, zoals Hij ook van een beter verbond Middelaar is: een verbond dat in betere beloften is vastgelegd. |
Toch is Jezus Christus juist voor mij heel goed geweest. Ik was de eerste aan wie hij liet zien hoe groot zijn geduld is. Zo werd ik een voorbeeld van de redding die God geeft aan iedereen die gelooft. Want wie gelooft in Jezus Christus, zal het eeuwige leven krijgen. | Maar daarom is mij barmhartigheid bewezen, opdat Jezus Christus in mij, de voornaamste van de zondaars, al Zijn geduld zou tonen, tot een voorbeeld voor hen die later in Hem zouden geloven tot het eeuwige leven. |
Vroeger was jullie leven zinloos. Want net als jullie voorouders vereerden jullie goden die niet bestaan. God heeft jullie daarvan bevrijd. Hij betaalde daar een hoge prijs voor, die meer waard was dan zilver of goud. Want hij liet zijn onschuldige Zoon sterven aan het kruis. Christus stierf voor jullie, net als een lam dat geofferd wordt. | In de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is, maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam. |
Vader, u hebt de gelovigen aan mij gegeven. Ik wil dat ze dicht bij mij zijn, ook als ik naar u toe ga. Dan zullen ze mij zien op mijn plaats naast u in de hemel. U hebt mij die plaats gegeven, want u hield al van mij voordat u de aarde maakte. | Vader, Ik wil dat waar Ik ben, ook zij bij Mij zijn die U Mij gegeven hebt, opdat zij Mijn heerlijkheid zien, die U Mij gegeven hebt, omdat U Mij hebt liefgehad vóór de grondlegging van de wereld. |
De heilige Geest was in Jezus gekomen. Hij liet Jezus naar de woestijn gaan, weg van de Jordaan. In de woestijn probeerde de duivel om Jezus te laten zondigen. Veertig dagen lang at Jezus niets. Toen de veertig dagen voorbij waren, had hij erge honger. | Jezus, vol van de Heilige Geest, keerde terug van de Jordaan en werd door de Geest naar de woestijn geleid, waar Hij veertig dagen verzocht werd door de duivel. En Hij at niets in die dagen en ten slotte, toen die voorbij waren, kreeg Hij honger. |
Want het komt alleen goed als jullie je leven echt veranderen. Behandel iedereen eerlijk. Zwakke mensen mag je niet onderdrukken. Wees goed voor vreemdelingen, voor weduwen en voor kinderen zonder vader. Vermoord geen onschuldige mensen. En vereer geen andere goden, want dan loopt het slecht met jullie af. Verander je leven! Dan zal ik jullie voor altijd laten wonen in dit land, dat ik aan jullie voorouders gegeven heb. | Als u echter uw wegen en uw daden werkelijk betert, als u werkelijk recht doet tussen iemand en zijn naaste, als u de vreemdeling, de wees en de weduwe niet onderdrukt, geen onschuldig bloed in deze plaats vergiet, en geen andere goden achternagaat, uzelf ten kwade, dan zal Ik u in deze plaats, in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, laten wonen, eeuw uit en eeuw in. |
God heeft ons gered, en ons uitgekozen om bij Christus te horen. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat dat altijd al zijn plan was. Zo goed wilde God voor ons zijn! Voordat God de wereld maakte, had hij al besloten dat wij gered zouden worden door Jezus Christus. | Hij heeft ons zalig gemaakt en geroepen met een heilige roeping, niet overeenkomstig onze werken, maar overeenkomstig Zijn eigen voornemen en genade, die ons gegeven is in Christus Jezus vóór de tijden der eeuwen. |
Toen hij de boot voorbij wilde gaan, zagen de leerlingen hem op het water lopen. Ze dachten dat het een geest was, en schreeuwden het uit van schrik. Alle leerlingen zagen hem en ze waren vreselijk bang. Maar Jezus zei: ‘Rustig maar, ik ben het. Jullie hoeven niet bang te zijn.’ | En toen zij Hem zagen lopen op de zee, dachten zij dat het een spook was en schreeuwden luid, want allen zagen Hem en raakten in verwarring; en meteen sprak Hij met hen en zei tegen hen: Heb goede moed, Ik ben het; wees niet bevreesd. |
God dacht: Nu zijn de mensen net zoals ik. Ze weten nu wat goed is en wat kwaad is. Maar ik wil niet dat ze ook eten van de boom van het leven. Als ze vruchten van die boom eten, blijven ze altijd leven. Daarom stuurde God de mensen weg uit de tuin van Eden. Hij had de mens gemaakt van aarde. Nu moesten de mensen voortaan op die aarde gaan werken. | Toen zei de HEERE God: Zie, de mens is geworden als één van Ons, omdat hij goed en kwaad kent. Nu dan, laat hij zijn hand niet uitsteken en ook van de boom des levens nemen en eten, zodat hij eeuwig zou leven! Daarom zond de HEERE God hem weg uit de hof van Eden, om de aardbodem te bewerken, waaruit hij genomen was. |
De sabbat is een heilige dag. Op die dag moet je uitrusten, je mag dan geen zaken doen. De sabbat is een vrolijke dag, het is een dag om mij te vereren. Op die dag mag je niet bezig zijn met van alles. Je mag geen spullen kopen of verkopen, en je moet geen belangrijke zaken willen bespreken. Als jullie op die dag uitrusten, zal ik jullie vreugde geven. Jullie zullen het land dat ik aan jullie voorvader Jakob gegeven heb, weer in bezit nemen. En jullie zullen genieten van alles wat op dat land groeit. Dat beloof ik. | Indien u uw voet van de sabbat terughoudt, ermee ophoudt om op Mijn heilige dag te doen wat u zelf wilt; indien u de sabbat een verlustiging noemt, opdat de HEERE geheiligd wordt – die geëerd moet worden – indien u die eert door niet uw eigen wegen te volgen, niet uw eigen wensen zoekt of daarover een woord spreekt, dan zult u vreugde scheppen in de HEERE, Ik zal u doen rijden op de hoogten van de aarde en Ik zal u voeden met het erfelijk bezit van uw vader Jakob, want de mond van de HEERE heeft gesproken. |
Dit heeft de Heer Jezus mij verteld: Voordat hij komt, zal er een teken gegeven worden. De belangrijkste engel zal roepen, en Gods trompet zal klinken. Op dat moment komt de Heer Jezus uit de hemel. Dan staan eerst de gestorven christenen op uit de dood. En daarna mogen wij die nog leven, ook komen. Dan gaan we samen op de wolken naar de Heer toe. In de lucht zullen we hem ontmoeten, en vanaf dan zullen we altijd bij hem zijn. | Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. |
Laat je niet bedriegen, op geen enkele manier! Want voordat de Heer komt, zal er eerst nog iets anders gebeuren. De mensen zullen in opstand komen tegen God. Dat gebeurt als de slechtste van alle mensen de macht krijgt, de mens die door God zwaar gestraft zal worden. Die allerslechtste mens zal zich verzetten tegen alles wat goddelijk of heilig genoemd wordt. Want hij vindt alleen zichzelf belangrijk. Hij zal in de tempel op de troon van God gaan zitten, en zeggen dat hij God is. | Laat niemand u op enigerlei wijze misleiden. Want die dag komt niet, tenzij eerst de afval gekomen is en de mens van de wetteloosheid, de zoon van het verderf, geopenbaard is, de tegenstander, die zich ook verheft boven al wat God genoemd of als God vereerd wordt, zodat hij als God in de tempel van God gaat zitten en zichzelf als God voordoet. |
Alle eer is voor u, Heer. Niet voor ons, maar voor u alleen, want u bent trouw en goed. | Niet ons, HEERE, niet ons, maar geef Uw Naam eer, om Uw goedertierenheid, om Uw trouw. |
Heer, u bent koning, voor altijd, u regeert voor eeuwig! | U, HEERE, zetelt voor eeuwig! Uw troon is van generatie op generatie! |
Voor God is alles mogelijk! | Want geen ding zal bij God onmogelijk zijn. |
Heer, voor trouwe mensen bent u trouw, voor goede mensen bent u goed. | Tegenover de goedertierene toont U Zich goedertieren, tegenover de oprechte man oprecht. |
Je kunt niet trouw zijn aan twee bazen tegelijk. Want je zult altijd meer liefde hebben voor de één dan voor de ander. En je zult altijd meer respect hebben voor de één dan voor de ander. Je kunt dus niet tegelijk voor God en voor het geld leven. | Niemand kan twee heren dienen, want of hij zal de één haten en de ander liefhebben, of hij zal zich aan de één hechten en de ander minachten. U kunt niet God dienen en de mammon. |
Laten we knielen voor de Heer, laten we diep voor hem buigen, want hij heeft ons gemaakt. | Kom, laten wij ons neerbuigen en neerbukken, laten wij knielen voor de HEERE, Die ons gemaakt heeft. |
We zijn allemaal gedoopt. We hebben allemaal die ene heilige Geest gekregen. Dat geldt voor Joden en voor niet-Joden, voor slaven en voor vrije mensen. Wij vormen samen één geheel. | Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. |
Ik zal zingen voor de Heer, zolang ik leef. Ik zal zingen voor mijn God, zolang ik besta. | Ik zal voor de HEERE zingen in mijn leven, ik zal voor mijn God psalmen zingen, mijn leven lang. |
De Heer is dichtbij voor mensen die hem roepen, dichtbij voor mensen die op hem vertrouwen. | De HEERE is allen nabij die Hem aanroepen, allen die Hem in waarheid aanroepen. |
Jullie moeten goed zijn voor alle mensen. Net zoals jullie hemelse Vader goed is voor iedereen. | Weest u dan volmaakt, zoals uw Vader, Die in de hemelen is, volmaakt is. |
Ik wens jullie toe dat God goed voor jullie is, jullie liefheeft en jullie voor altijd vrede geeft. | Mogen barmhartigheid en vrede en liefde voor u vermeerderd worden. |
Zolang we daarop wachten, moeten we dus goed zijn voor iedereen, en zeker voor andere christenen. | Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof. |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus keek hen aan...
Leven
De Heer zal je...
Goedheid
Wees goed en hartelijk...
Aanbidding
Heer, u bent mijn...
Betrouwbaarheid
De Heer is trouw...
Zonde
Jullie weten dat slechte...