Vroeger was jullie leven zinloos. Want net als jullie voorouders vereerden jullie goden die niet bestaan. God heeft jullie daarvan bevrijd. Hij betaalde daar een hoge prijs voor, die meer waard was dan zilver of goud. Want hij liet zijn onschuldige Zoon sterven aan het kruis. Christus stierf voor jullie, net als een lam dat geofferd wordt.
De gewoontes van de andere volken stellen niets voor. Kijk maar hoe ze hun goden maken: Ze hakken bomen om in het bos en maken daar beelden van. Die versieren ze met zilver en goud. Daarna zetten ze de beelden vast met spijkers, zodat ze niet omvallen. Die beelden lijken op vogelverschrikkers op een akker. Ze kunnen niet spreken. En je moet ze dragen, want ze kunnen zelf niet lopen. Volk van Israël, wees niet bang voor zulke goden. Ze kunnen niets doen, geen kwaad en geen goed.
De helper komt om alles duidelijk te maken. Hij maakt duidelijk wat zonde is: dat mensen niet in mij willen geloven. Hij maakt duidelijk wat Gods goedheid is: dat ik naar de Vader ga. (Daarom zullen jullie mij dus niet meer zien.) En hij maakt duidelijk wat het oordeel is: dat Satan, de heerser van deze wereld, gestraft wordt.
God heeft ons gered, en ons uitgekozen om bij Christus te horen. Niet omdat wij dat verdienen, maar omdat dat altijd al zijn plan was. Zo goed wilde God voor ons zijn! Voordat God de wereld maakte, had hij al besloten dat wij gered zouden worden door Jezus Christus.