Want Gods medearbeiders zijn wij; Gods akker, Gods bouwwerk zijt gij. | Want Gods medearbeiders zijn wíj. Gods akker en Gods bouwwerk bent ú. |
Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? | Weet u niet dat u Gods tempel bent en dat de Geest van God in u woont? |
Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig! | Als iemand de tempel van God te gronde richt, zal God hem te gronde richten, want de tempel van God is heilig, en deze tempel bent u. |
Laat niemand zichzelf misleiden! Indien iemand onder u meent wijs te zijn in deze tijd, hij worde dwaas, om wijs te worden. | Laat niemand zichzelf bedriegen. Als iemand onder u denkt dat hij wijs is in deze wereld, laat hij dwaas worden, opdat hij wijs zal worden. |