Verblijdt u te allen tijde, bidt zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u. | Verblijd u altijd. Bid zonder ophouden. Dank God in alles. Want dit is de wil van God in Christus Jezus voor u. |
Vermaant daarom elkander en bouwt elkander op, gelijk gij dit ook doet. | Bemoedig elkaar daarom, en bouw de één de ander op, zoals u trouwens al doet. |
Die u roept, is getrouw; Hij zal het ook doen. | Hij Die u roept, is getrouw: Hij zal het ook doen. |
Maar toetst alles en behoudt het goede. Onthoudt u van alle soort van kwaad. | Beproef alle dingen, behoud het goede. Onthoud u van elke vorm van kwaad. |
Ziet toe, dat niemand kwaad met kwaad vergelde, maar jaagt te allen tijde het goede na, jegens elkander en jegens allen. | Pas op dat niemand een ander kwaad met kwaad vergeldt, maar jaag altijd het goede na, én voor elkaar én voor allen. |
Want de Here zelf zal op een teken, bij het roepen van een aartsengel en bij het geklank ener bazuin Gods, nederdalen van de hemel, en zij, die in Christus gestorven zijn, zullen het eerst opstaan; daarna zullen wij, levenden, die achterbleven, samen met hen op de wolken in een oogwenk weggevoerd worden, de Here tegemoet in de lucht, en zó zullen wij altijd met de Here wezen. | Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn. |
Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal God ook zó hen, die ontslapen zijn, door Jezus wederbrengen met Hem. | Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem. |
En u doe de Here toenemen en overvloedig worden in de liefde tot elkander en tot allen – zoals ook wij gezind zijn jegens u. | En ú moge de Heere doen toenemen en overvloedig maken in de liefde tot elkaar en tot allen, zoals ook wij dat zijn tot u. |
Laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn. | Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn. |
Want dit wil God: uw heiliging, dat gij u onthoudt van de hoererij, dat ieder uwer in heiliging en eerbaarheid zijn vat wete te verwerven, niet in hartstochtelijke begeerlijkheid, zoals ook de heidenen, die van God niet weten. | Want dit is de wil van God: uw heiliging, dat u uzelf onthoudt van de ontucht, en dat ieder van u zijn lichaam weet te bezitten in heiliging en eerbaarheid, en niet in hartstochtelijke begeerte, zoals de heidenen, die God niet kennen. |
Gerelateerde onderwerpen
Naaste
Het tweede is dit...
Kwaad
Laat u niet overwinnen...
Eindtijd
Laat niemand u misleiden...
Zelfbeheersing
Een stad met omvergehaalde...
Vreugde
Verblijdt u te allen...
Dankbaarheid
Verblijdt u te allen...