2 Korintiërs 6 - NBG & BGT

Als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als… 2 Korintiërs 6:10

Als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend. 2 Korintiërs 6:10	Ik heb verdriet, maar toch ben ik altijd blij. Ik ben arm, maar ik maak veel mensen rijk. Ik bezit niets, en toch heb ik alles! verdriet vreugde geld
Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? 2 Korintiërs 6:14	Jullie mogen je leven niet delen met ongelovigen, want jullie passen niet bij hen. Het doen van Gods wil heeft niets te maken met het doen van slechte dingen. Net zoals licht niets te maken heeft met donker. wet rechtvaardigheid relaties