De zondaar vraagt te leen en brengt niet terug,
de rechtvaardige geeft, uit mededogen.
de rechtvaardige geeft, uit mededogen.
Slechte mensen lenen dingen van anderen,
maar ze geven nooit iets terug.
Goede mensen geven graag dingen weg,
zij weten wat liefde is.
maar ze geven nooit iets terug.
Goede mensen geven graag dingen weg,
zij weten wat liefde is.
De goddeloze leent en betaalt niet terug,
maar de rechtvaardige ontfermt zich en geeft.
maar de rechtvaardige ontfermt zich en geeft.
De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug,
maar de rechtvaardige ontfermt zich en schenkt.
maar de rechtvaardige ontfermt zich en schenkt.
Slechte mensen vragen wel te leen, maar geven nooit iets terug.
Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug.
Maar goede mensen geven weg uit medelijden en vragen niets terug.