Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis,
ik vrees geen kwaad,
want Gij zijt bij mij;
uw stok en uw staf, die vertroosten mij.
ik vrees geen kwaad,
want Gij zijt bij mij;
uw stok en uw staf, die vertroosten mij.
Ik ben niet bang,
ook al is er gevaar,
ook al is het donker om mij heen.
Want u bent bij mij, Heer.
U beschermt me,
u geeft mij moed.
ook al is er gevaar,
ook al is het donker om mij heen.
Want u bent bij mij, Heer.
U beschermt me,
u geeft mij moed.
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood,
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij.
ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij;
Uw stok en Uw staf,
die vertroosten mij.
Zelfs als ik door een diep, donker dal ga,
een dal van moeilijkheden,
ben ik nergens bang voor, want U bent bij mij.
Met uw stok en uw herdersstaf
beschermt U mij en stuurt U mij bij.
Het troost mij dat U dat doet.
een dal van moeilijkheden,
ben ik nergens bang voor, want U bent bij mij.
Met uw stok en uw herdersstaf
beschermt U mij en stuurt U mij bij.
Het troost mij dat U dat doet.
Gerelateerde onderwerpen
Angst
Vrees niet, want Ik...
Bemoediging
Maar wie de HERE...
Overlijden
Jezus zeide tot haar...
Vervolging
Trouwens, allen, die in...
Moed
Want de HERE zelf...
Liefde
De liefde is lankmoedig...