DailyVerses.netThema'sWillekeurige tekstInschrijven

Bijbelteksten over 'Ga'

  • Jezus dan zeide: Nog korte tijd ben Ik bij u en dan ga Ik heen tot Hem, die Mij gezonden heeft.
  • Indien uw broeder zondigt, ga heen, bestraf hem onder vier ogen.
  • Ik ben van de Vader uitgegaan en in de wereld gekomen; Ik verlaat de wereld weder en ga tot de Vader.
  • En Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende en volgde Hem op de weg.
  • Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie in Mij gelooft, de werken, die Ik doe, zal hij ook doen, en grotere nog dan deze, want Ik ga tot de Vader.
  • Jezus zeide tot hem: Indien gij volmaakt wilt zijn, ga heen, verkoop uw bezit en geef het aan de armen, en gij zult een schat in de hemelen hebben, en kom hier, volg Mij.
  • In het huis mijns Vaders zijn vele woningen – anders zou Ik het u gezegd hebben – want Ik ga heen om u plaats te bereiden.
  • Geliefde, ik bid, dat het u in alles wèl ga en gij gezond zijt, gelijk het uw ziel wèl gaat.
  • Jezus zeide tot haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar de Vader; maar ga naar mijn broeders en zeg hun: Ik vaar op naar mijn Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God.
  • Maar gij, wanneer gij bidt, ga in uw binnenkamer, sluit uw deur en bid tot uw Vader in het verborgene; en uw Vader, die in het verborgene ziet, zal het u vergelden.
  • Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis,
    ik vrees geen kwaad,
    want Gij zijt bij mij;
    uw stok en uw staf, die vertroosten mij.
  • Zijn heer zeide tot hem. Wèl gedaan, gij goede en getrouwe slaaf, over weinig zijt gij getrouw geweest, over veel zal ik u stellen; ga in tot het feest van uw heer.
  • Heel de weg, die de Here, uw God, u geboden heeft, zult gij gaan, opdat gij leeft en het u wèl ga en gij lang woont in het land, dat gij in bezit zult nemen.
  • En Hij zeide tot hen: Gaat heen in de gehele wereld, verkondigt het evangelie aan de ganse schepping.
  • Zie, ik ga thans de weg van al het aardse; erkent nu met geheel uw hart en geheel uw ziel, dat niet één van alle goede beloften die de Here, uw God, u gegeven heeft, onvervuld gebleven is. Alles is voor u uitgekomen. Zijnerzijds is niets onvervuld gebleven.
  • Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
  • Indien dan uw rechteroog u tot zonde zou verleiden, ruk het uit en werp het van u, want het is beter voor u, dat één uwer leden verloren ga en niet uw gehele lichaam in de hel geworpen worde.
  • Onderhoud dan zijn inzettingen en zijn geboden, die ik u heden opleg, opdat het u en uw kinderen na u wèl ga en opdat gij lang leeft in het land, dat de Here, uw God, u geven zal voor altijd.
  • Ga heen, vergader al de Joden die zich in Susan bevinden, en vast om mijnentwil: eet noch drinkt drie dagen, zo min des nachts als des daags. Ook ik en mijn dienaressen zullen op dezelfde wijze vasten en dan zal ik tot de koning gaan ondanks het verbod; kom ik om, dan kom ik om.
  • Laat uw vriend en de vriend van uw vader niet in de steek,
    maar betreed het huis van uw broeder niet
    ten dage van uw ongeluk.
    Beter een buur dichtbij dan een broeder veraf.
  • Treedt toe, laten wij ons nederwerpen en ons buigen,
    knielen voor de Here, onze Maker.
  • Indien men dan tot u zegt: Zie, Hij is in de woestijn, gaat er niet heen; zie, Hij is in de binnenkamer, gelooft het niet. Want gelijk de bliksem komt van het oosten en licht tot het westen, zo zal de komst van de Zoon des mensen zijn.
  • Gaat in door de enge poort, want wijd is de poort en breed de weg, die tot het verderf leidt, en velen zijn er, die daardoor ingaan; want eng is de poort, en smal de weg, die ten leven leidt, en weinigen zijn er, die hem vinden.
  • Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld.
  • Doch Ik zeg u de waarheid: Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.
  • Nu dan, Israël, wat vraagt de Here, uw God, van u dan de Here, uw God, te vrezen door in al zijn wegen te wandelen; Hem lief te hebben; de Here, uw God, te dienen met uw ganse hart en met uw ganse ziel; de geboden en de inzettingen des Heren, die ik u heden opleg, te onderhouden, opdat het u wèl ga.
  • Maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus.
  • Keer terug en zeg tot Hizkia, de vorst van mijn volk: zo zegt de Here, de God van uw vader David: Ik heb uw gebed gehoord. Ik heb uw tranen gezien; zie, Ik zal u gezond maken, op de derde dag zult gij opgaan naar het huis des Heren.
  • Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld.
  • Weest onderling eensgezind, niet zinnende op hoge dingen, maar voegt u in het eenvoudige. Weest niet eigenwijs.
  • Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts.
  • Allen, die Ik liefheb, bestraf Ik en tuchtig Ik; wees dan ijverig en bekeer u.
  • Welaan dan, eet uw brood met vreugde en drink uw wijn met een vrolijk hart, want als gij dit doet, dan heeft God dit reeds lang zo gewild.
  • Gaat heen en leert, wat het betekent: Barmhartigheid wil Ik en geen offerande; want Ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.
  • Want wie van u, die een toren wil bouwen, zet zich niet eerst neder om de kosten te berekenen, of hij het werk zal kunnen volbrengen?
  • Maar toetst alles en behoudt het goede.
    Onthoudt u van alle soort van kwaad.
  • Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart,
    toets mij en ken mijn gedachten;
    zie, of bij mij een heilloze weg is,
    en leid mij op de eeuwige weg.
  • Nadert tot God, en Hij zal tot u naderen. Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw harten, gij, die innerlijk verdeeld zijt.
  • Wees niet wijs in eigen ogen,
    vrees de Here en wijk van het kwaad;
    het zal medicijn wezen voor uw vlees,
    en lafenis voor uw gebeente.
  • En wandelt in de liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft overgegeven als offergave en slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk.
  • Vliedt de hoererij. Elke andere zonde, die een mens doet, gaat buiten zijn eigen lichaam om. Maar door hoererij bezondigt men zich aan zijn eigen lichaam.
  • Als ik dacht: Mijn voet wankelt –
    dan ondersteunde mij uw goedertierenheid, o Here.
  • Want Gij zijt mijn steenrots en mijn vesting,
    en om uws naams wil zult Gij mij voeren en leiden.
  • Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen.
  • Zo zegt de Here: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat gij die gaat en rust vindt voor uw ziel; maar zij zeggen: Wij willen die niet gaan.
  • Want Hij weet, hoe mijn wandel is;
    toetste Hij mij, ik kwam als goud te voorschijn.
    Mijn voet bleef vast in zijn spoor,
    ik hield zijn weg zonder af te buigen.
  • Vraagt naar de Here en zijn sterkte,
    zoekt zijn aangezicht bestendig.
  • Ik ben de Here, uw God, wandelt naar mijn inzettingen en onderhoudt naarstig mijn verordeningen. Heiligt mijn sabbatten, dan zullen deze een teken zijn tussen Mij en u, opdat gij weet, dat Ik, de Here, uw God ben.
  • Vraagt naar de Here en zijn sterkte,
    zoekt zijn aangezicht bestendig.
  • Doch de Here zeide tot Samuël: Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan.