Bij God is mijn redding en mijn eer,
mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God.
mijn machtige rots, mijn schuilplaats is God.
De Heer redt mij, hij geeft me kracht.
Bij hem ben ik veilig, want hij is machtig.
Bij hem vind ik bescherming.
Bij hem ben ik veilig, want hij is machtig.
Bij hem vind ik bescherming.
In God is mijn heil en mijn eer;
mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God.
mijn sterke rots, mijn toevlucht is in God.
Op God rust mijn heil en mijn eer,
mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God.
mijn sterke rots, mijn schuilplaats is in God.
God zal mijn eer redden.
Hij is de rots onder mijn voeten.
Bij Hem ben ik veilig.
Hij is de rots onder mijn voeten.
Bij Hem ben ik veilig.