Wie zijn fouten verbergt, zal geen voorspoed kennen,
wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving.
wie ze toegeeft en vermijdt, krijgt vergeving.
Als je je fouten niet toegeeft, krijg je ellende,
maar als je echt spijt hebt, krijg je vergeving.
maar als je echt spijt hebt, krijg je vergeving.
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn,
maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen.
maar wie ze belijdt en nalaat, zal barmhartigheid verkrijgen.
Wie zijn overtredingen bedekt, zal niet voorspoedig zijn;
maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming.
maar wie ze belijdt en nalaat, die vindt ontferming.
Als je nooit je fouten toegeeft, zal het niet goed met je gaan.
Maar als je ze hardop toegeeft en ze niet meer doet, zul je vergeving krijgen.
Maar als je ze hardop toegeeft en ze niet meer doet, zul je vergeving krijgen.