Want de HEER is onze rechter,
de HEER is onze wetgever,
de HEER is onze koning,
Hij zal ons redden.
de HEER is onze wetgever,
de HEER is onze koning,
Hij zal ons redden.
De Heer is onze rechter,
hij geeft ons zijn wetten.
De Heer is onze koning,
hij zal ons redden.
hij geeft ons zijn wetten.
De Heer is onze koning,
hij zal ons redden.
De HEERE is immers onze Rechter, de HEERE is onze Wetgever,
de HEERE is onze Koning; Híj zal ons verlossen.
de HEERE is onze Koning; Híj zal ons verlossen.
Want de Here, onze Rechter, de Here, onze Wetgever, de Here, onze Koning, Hij zal ons verlossen.
Want de Heer is onze Rechter, onze Wetgever, onze Koning. Hij zal ons redden.