Met alle nederigheid en zachtmoedigheid, met lankmoedigheid, en elkander in liefde te verdragen. | Wees bescheiden en vriendelijk. Houd van elkaar en heb geduld met elkaar. |
En u te beijveren de eenheid des Geestes te bewaren door de band des vredes. | Doe je best om één te blijven in de Geest, door in vrede met elkaar te leven. |
Één lichaam en één Geest, gelijk gij ook geroepen zijt in de ene hoop uwer roeping. | Want er is maar één Lichaam en er is maar één Geest. En we hebben allemaal één hoop en één roeping. |
Maar dan groeien wij, ons aan de waarheid houdende, in liefde in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus. | Maar we moeten vol liefde vasthouden aan de waarheid. Alleen zó worden we steeds volwassener in het geloof. En daardoor worden we steeds meer één met Christus. Christus is het Hoofd van het Lichaam. |
Geraakt gij in toorn, zondigt dan niet: de zon mag niet over een opwelling van uw toorn ondergaan; en geeft de duivel geen voet. | Als je boos op iemand wordt, houd je boosheid dan niet vast, want dat is verkeerd. Zorg ervoor dat je vóór het eind van de dag je boosheid weer kwijt bent. Zo geef je de duivel geen kans. |
Geen liederlijk woord kome uit uw mond, maar als gij een goed (woord) hebt, tot opbouw, waar dit nuttig is, opdat zij, die het horen, genade ontvangen. | Zeg geen grove dingen meer. Zeg liever iets goeds. Iets wat nuttig is en de andere mensen opbouwt. Dingen waar de mensen iets aan hebben. |
En bedroeft de heilige Geest Gods niet, door wie gij verzegeld zijt tegen de dag der verlossing. | Maak de Heilige Geest niet verdrietig. Want Hij beschermt jullie en bewaart jullie tot de dag dat jullie helemaal bevrijd zullen worden. |
Maar weest jegens elkander vriendelijk, barmhartig, elkander vergevend, zoals God in Christus u vergeving geschonken heeft. | Wees vriendelijk en behulpzaam voor elkaar. Vergeef elkaar, net zoals God jullie in Christus heeft vergeven. |