Dit nu is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, die Gij gezonden hebt. | Dat betekent dat zij u van dichtbij mogen kennen: u, de enige ware God. En dat ze mij mogen kennen als degene die door u naar de wereld gestuurd is. |
Gij hebt wel kwaad tegen mij gedacht, maar God heeft dat ten goede gedacht, ten einde te doen, zoals heden het geval is: een groot volk in het leven te behouden. | Jullie hebben mij heel slecht behandeld, maar God heeft het goedgemaakt. Hij heeft ervoor gezorgd dat een heel volk kon blijven leven. |
Eer de bergen geboren waren, en Gij aarde en wereld hadt voortgebracht, ja, van eeuwigheid tot eeuwigheid zijt Gij God. | God, u bent er altijd geweest. U was er eerder dan de bergen, al voordat de aarde bestond. U was er al voordat alles begon, en u zult er altijd zijn. |
Wij weten nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die God liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. | God zorgt ervoor dat al ons lijden uiteindelijk het goede brengt: onze eeuwige redding. Dat is zeker, want God houdt van ons. God heeft ons uitgekozen volgens zijn plan. |
Laat af en weet, dat Ik God ben; Ik ben verheven onder de volken, verheven op de aarde. | Stop met de strijd, en weet dat de Heer God is. Hij heerst over alle volken, hij heerst overal op aarde. |
En dit is de verkondiging, die wij van Hem gehoord hebben en u verkondigen: God is licht en in Hem is in het geheel geen duisternis. | Dit is de boodschap die we van Gods Zoon gehoord hebben, en die we aan jullie vertellen: God is licht. Er is helemaal geen duisternis in hem. |
Want wie is God behalve de Here, wie is een rots buiten onze God? | Er is geen andere God dan de Heer. Alleen bij hem ben ik veilig. |
Neemt dan mijn geboden nauwgezet in acht: Ik ben de Here. | Ik ben de Heer. Houd je aan mijn wetten en regels. |
O diepte van rijkdom, van wijsheid en van kennis Gods, hoe ondoorgrondelijk zijn zijn beschikkingen en hoe onnaspeurlijk zijn wegen! | Zo geweldig is Gods wijsheid! Zo bijzonder zijn Gods beslissingen! Voor mensen zijn ze onbegrijpelijk, ongelofelijk, onvoorstelbaar. |
Jonge leeuwen lijden ontbering en honger, maar wie de Here zoeken, hebben geen gebrek aan enig goed. | Leeuwen kunnen doodgaan van de honger, maar mensen die hulp vragen aan de Heer, zullen altijd genoeg te eten hebben. |
Gelijk een hinde die naar waterbeken smacht, zo smacht mijn ziel naar U, o God. | God, ik verlang naar u, zoals een hert verlangt naar helder water. |
Jezus antwoordde en zeide tot hen: Dit is het werk Gods, dat gij gelooft in Hem, die Hij gezonden heeft. | Jezus zei tegen hen: ‘God vraagt maar één ding, namelijk dat jullie in mij geloven. Want God heeft mij gestuurd.’ |
En wie zijn geboden bewaart, blijft in Hem en Hij in hem. En hieraan onderkennen wij, dat Hij in ons blijft: aan de Geest, die Hij ons gegeven heeft. | Wie zich aan Gods regels houdt, hoort voor altijd bij God. En God blijft voor altijd in hem. Hoe merken we dat God in ons blijft? Door de heilige Geest die hij aan ons gegeven heeft. |
De Koning der eeuwen, de onvergankelijke, de onzienlijke, de enige God, zij eer en heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen. | Alle eer aan God, die koning is voor altijd. Hij is de enige, eeuwige en onzichtbare God. Laat iedereen zijn macht prijzen, voor altijd en eeuwig! Amen. |
En alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader! | Dan zal iedereen zeggen: ‘Jezus Christus is de Heer.’ En zo zal iedereen God, de Vader, eren. |
Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. | Ten slotte nog dit: Blijf op de Heer vertrouwen. Hij zal jullie steunen met zijn grote macht. |
Zie, des Heren oog is op hen die Hem vrezen, die op zijn goedertierenheid hopen. | Maar de Heer helpt mensen die hem vereren, en die vertrouwen op zijn liefde. |
Gij, Here, zetelt tot in eeuwigheid, uw troon staat van geslacht tot geslacht. | Heer, u bent koning, voor altijd, u regeert voor eeuwig! |
Zou zich iemand in schuilhoeken kunnen verschuilen, dat Ik hem niet zou zien? luidt het woord des Heren. Vervul Ik niet de hemel en de aarde? luidt het woord des Heren. | Niemand kan zich voor mij verbergen, ik zie alles. Want ik ben overal, in de hemel en op de aarde. |
Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. | De heilige Geest geeft ons de zekerheid dat we Gods kinderen zijn. |
Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, die ons heeft liefgehad. | Maar hoe zwaar het ook wordt, we zullen alle moeilijkheden overwinnen. Want God houdt van ons. |
God is geen man, dat Hij liegen zou; of een mensenkind, dat Hij berouw zou hebben. Zou Hij zeggen en niet doen, of spreken en niet volbrengen? | God verandert niet van gedachten, zoals mensen doen. Hij houdt zich aan zijn besluit, hij doet wat hij belooft. Wat hij zegt, gebeurt ook. |
En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. | Toen maakte God de mensen. Hij maakte ze zo dat ze op hem leken. Hij maakte ze als man en als vrouw. |
Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. | Gelukkig is het volk dat leeft met de Heer. De Heer is hun God, hij heeft hen uitgekozen. |
Maar Ik ben de Here, uw God, van het land Egypte af; een God nevens Mij kent gij niet en een verlosser buiten Mij is er niet. | De Heer zegt: ‘Volk van Israël, ik ben de Heer, jullie God. Dat ben ik al sinds jullie weggingen uit Egypte. Ik ben de enige God die jullie mogen dienen. Er is geen andere god die jullie kan redden.’ |
Gerelateerde onderwerpen
Liefde
De liefde is lankmoedig...
Betrouwbaarheid
Maar wèl getrouw is...
Aanbidding
O HERE, Gij zijt...
Kracht
Vrees niet, want Ik...
Hemel
Want de Here zelf...
Jezus
Jezus zag hen aan...