Elk huis heeft een bouwer, maar God is de bouwer van alles. | Elk huis wordt door iemand gebouwd, maar degene die dít alles gebouwd heeft, is God. |
Let er dus op, broeders en zusters, dat niemand van u door een kwaadwillig, ongelovig hart afvallig wordt van de levende God. | Let er dus op, broeders en zusters, dat niemand van jullie besluit om de levende God niet langer te gehoorzamen. Want zo iemand is koppig en ongelovig. |
Want alleen als we tot het einde toe resoluut vasthouden aan ons aanvankelijk vertrouwen, blijven we deelgenoten van Christus. | Want wij hebben Christus gekregen. Tenminste, als we tot het einde toe ons geloof vasthouden. |