Ik immers, Ik ken de gedachten die Ik over u koester, spreekt de HEERE. Het zijn gedachten van vrede en niet van kwaad, namelijk om u toekomst en hoop te geven. | Dit is mijn besluit, dit is mijn plan met jullie: Het zal goed met jullie aflopen, niet slecht. Ik zorg dat er voor jullie een nieuwe tijd komt. Ik zal jullie nieuwe hoop geven. |
Dan zult u Mij aanroepen en heengaan, u zult tot Mij bidden en Ik zal naar u luisteren. | In die tijd zullen jullie weer tot mij bidden, en zal ik naar jullie luisteren. |
U zult Mij zoeken en vinden, wanneer u naar Mij zult vragen met heel uw hart. | Jullie zullen mij zoeken. En als je mij zoekt met heel je hart, zul je mij vinden. |