Maar de God die één en al liefde en goedheid is, heeft jullie in Christus geroepen om voor eeuwig bij Hem te zijn. Hij zal jullie, na een korte tijd van lijden, volmaakt en sterk maken. | And the God of all grace, who called you to his eternal glory in Christ, after you have suffered a little while, will himself restore you and make you strong, firm and steadfast. |
Maar dat is niet het enige. We zijn ook blij als we het moeilijk hebben. Want door moeilijkheden leren we om vol te houden. En doordat we leren volhouden, wordt onze geest sterk. En doordat onze geest sterk wordt, leren we om steeds meer op God te vertrouwen. | Not only so, but we also glory in our sufferings, because we know that suffering produces perseverance; perseverance, character; and character, hope. |
We prijzen de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Hij is altijd in alles goed en vriendelijk voor ons. Hij bemoedigt ons in al onze moeilijkheden. Daardoor kunnen wij ook weer andere mensen bemoedigen die in moeilijkheden zijn. We bemoedigen hen met dezelfde bemoediging waarmee wij zelf ook door God zijn bemoedigd. | Praise be to the God and Father of our Lord Jesus Christ, the Father of compassion and the God of all comfort, who comforts us in all our troubles, so that we can comfort those in any trouble with the comfort we ourselves receive from God. |
En ik weet zeker dat de heerlijke dingen die God ons geeft, alles goedmaken wat we nu moeten lijden. | I consider that our present sufferings are not worth comparing with the glory that will be revealed in us. |
Iemand die leeft zoals Hij het wil, maakt heel veel moeilijkheden mee. Maar de Heer redt hem elke keer. | The righteous person may have many troubles, but the Lord delivers him from them all. |
De moeilijkheden van dit moment zijn niet erg en duren maar kort, als je ze vergelijkt met de heerlijke, eeuwige dingen die we daardoor nog zullen krijgen. Dat maakt alles goed. | For our light and momentary troubles are achieving for us an eternal glory that far outweighs them all. |
Wie of wat zal ons dan nog kunnen losmaken van de liefde van Christus? Moeilijkheden, problemen, vervolging, gebrek aan eten, gebrek aan kleren, gevaar, de dood? | Who shall separate us from the love of Christ? Shall trouble or hardship or persecution or famine or nakedness or danger or sword? |
Christus heeft dus als mens voor ons geleden. Daarom moeten jullie zelf ook bereid zijn om net als Hij te lijden. Want als je in dit leven hebt geleden, doe je niet meer mee met het kwaad. | Therefore, since Christ suffered in his body, arm yourselves also with the same attitude, because whoever suffers in the body is done with sin. |
Maar zelfs als mensen jullie slecht behandelen omdat jullie doen wat God wil, dan zal dat toch heerlijk voor jullie zijn. Wees niet bang als de mensen jullie bedreigen. Laat je niet afschrikken. | But even if you should suffer for what is right, you are blessed. “Do not fear their threats; do not be frightened.” |
Want God is goed voor jullie geweest. Hij heeft jullie niet alleen de kracht gegeven om in Christus te kunnen geloven. Hij heeft jullie óók de kracht gegeven om voor Hem te kunnen lijden. | For it has been granted to you on behalf of Christ not only to believe in him, but also to suffer for him. |
Help elkaar met de moeilijke dingen in het leven. Want dan doe je wat de wet van Christus van jullie wil. | Carry each other’s burdens, and in this way you will fulfill the law of Christ. |
Niemand wilde iets met Hem te maken hebben. Hij werd door iedereen in de steek gelaten. Hij kende pijn en verdriet en ziekte. De mensen draaiden hun hoofd weg als ze Hem zagen. We hebben geen enkel respect voor Hem gehad. | He was despised and rejected by mankind, a man of suffering, and familiar with pain. Like one from whom people hide their faces he was despised, and we held him in low esteem. |
En als je het kruis niet opneemt en Mij volgt, ben je Mij niet waard. | Whoever does not take up their cross and follow me is not worthy of me. |
Wij dachten dat Hem dat allemaal overkwam omdat Hij door God werd gestraft! Maar Hij heeft ónze ziekten op zich genomen en ónze pijn weggedragen. | Surely he took up our pain and bore our suffering, yet we considered him punished by God, stricken by him, and afflicted. |
Nu kan ik Hem werkelijk leren kennen. Nu ken ik ook de kracht waardoor Hij uit de dood opstond. En ik kan samen met Hem lijden. | I want to know Christ—yes, to know the power of his resurrection and participation in his sufferings, becoming like him in his death. |
Want nu God jullie heeft geroepen, zullen jullie ook moeten lijden. Dat hoort erbij. Want ook Christus heeft voor ons geleden terwijl Hij niets slechts had gedaan. Zo is Hij een voorbeeld voor ons. En Hij wil dat we zijn voorbeeld volgen. | To this you were called, because Christ suffered for you, leaving you an example, that you should follow in his steps. |
Want we hebben veel te lijden omdat we in Christus geloven. Maar daarom zullen we ook heel veel bemoediging krijgen van Christus. | For just as we share abundantly in the sufferings of Christ, so also our comfort abounds through Christ. |
Toen stond Job op, scheurde zijn mantel en schoor zijn haar af als teken van verdriet en knielde op de grond. Hij boog zich diep en zei: "Zonder iets te bezitten ben ik geboren, en zonder iets te bezitten zal ik sterven. De Heer heeft mij eerst veel gegeven. Nu heeft Hij het mij weer afgenomen. Ik prijs de Heer." | At this, Job got up and tore his robe and shaved his head. Then he fell to the ground in worship and said: “Naked I came from my mother’s womb, and naked I will depart. The Lord gave and the Lord has taken away; may the name of the Lord be praised.” |
Iedereen die zijn leven vindt, zal het verliezen. Maar iedereen die zijn leven verliest omdat hij van Mij houdt, zal juist leven krijgen. | Whoever finds their life will lose it, and whoever loses their life for my sake will find it. |
Hij wilde dat jullie ontzag voor Hem zouden leren hebben. Daarom liet Hij jullie honger lijden. Toen gaf Hij jullie manna, iets wat jullie en jullie voorouders nog nooit hadden gezien. Want Hij wilde dat jullie zouden begrijpen dat een mens niet alleen van brood leeft. Een mens leeft óók van elk woord dat God spreekt. | He humbled you, causing you to hunger and then feeding you with manna, which neither you nor your ancestors had known, to teach you that man does not live on bread alone but on every word that comes from the mouth of the Lord. |
Stel dat ik alles wat ik had weggaf aan de arme mensen, en stel dat ik er trots op kon zijn dat ik mijn lichaam opofferde vanwege mijn geloof in de Heer. Maar als ik dat zonder liefde deed, had ik er niets aan. | If I give all I possess to the poor and give over my body to hardship that I may boast, but do not have love, I gain nothing. |
Ze trokken Hem zijn kleren uit en deden Hem een paarse mantel om. Ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ook gaven ze Hem een rieten stok als staf in de hand. Toen vielen ze voor Hem op hun knieën en zeiden spottend: "We groeten U, koning van de Joden!" | They stripped him and put a scarlet robe on him, and then twisted together a crown of thorns and set it on his head. They put a staff in his right hand. Then they knelt in front of him and mocked him. “Hail, king of the Jews!” they said. |
Het is goed voor je als God je straft. Daarom moet je je er niet tegen verzetten. | Blessed is the one whom God corrects; so do not despise the discipline of the Almighty. |
Ook de rijke man stierf en hij werd begraven. Toen hij in het dodenrijk zijn ogen opendeed, had hij heel veel pijn. In de verte zag hij Abraham, met Lazarus dicht naast zich. Hij riep: 'Vader Abraham, help mij! Stuur Lazarus alstublieft naar mij toe! Laat hem alstublieft zijn vinger in water dopen en mijn tong daarmee afkoelen! Want ik heb pijn in dit vuur!' | In Hades, where he was in torment, he looked up and saw Abraham far away, with Lazarus by his side. So he called to him, ‘Father Abraham, have pity on me and send Lazarus to dip the tip of his finger in water and cool my tongue, because I am in agony in this fire.’ |
Maar God heeft mij altijd geholpen. En dat doet Hij nog steeds. Zo sta ik hier dus en vertel u niets anders dan wat de profeten en Mozes ook al hebben gezegd. Zij zeiden dat de Messias zou lijden. En dat Hij de eerste zou zijn die uit de dood zou opstaan. Ook dat Hij aan het Joodse volk en aan de andere volken het licht van het goede nieuws zou brengen. | But God has helped me to this very day; so I stand here and testify to small and great alike. I am saying nothing beyond what the prophets and Moses said would happen— that the Messiah would suffer and, as the first to rise from the dead, would bring the message of light to his own people and to the Gentiles. |