Heer, met heel mijn hart wil ik u danken, al uw wonderen wil ik bekendmaken. | Heer, ik prijs U met mijn hele hart. Ik zal iedereen over al uw wonderen vertellen. |
Vrolijk wil ik over u zingen, ik wil voor u juichen, allerhoogste God! | Ik ben blij met U en ik juich voor U. Ik zing voor U, de Allerhoogste God! |
De Heer helpt mensen die onderdrukt worden, hij beschermt hen in moeilijke tijden. | Voor mensen in nood is de Heer een veilige burcht. Bij Hem zijn ze veilig in moeilijke tijden. |
Mensen die hem kennen, mogen op hem vertrouwen. Mensen die hem zoeken, laat hij niet alleen. | De mensen die U kennen, vertrouwen daarom op U. Want mensen die van U houden, worden nooit door U in de steek gelaten. |