De wet evenwel vindt zijn doel in Christus, zodat iedereen die gelooft rechtvaardig zal worden verklaard. | Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft. |
Als uw mond belijdt dat Jezus de Heer is en uw hart gelooft dat God Hem uit de dood heeft opgewekt, zult u worden gered. | Want indien gij met uw mond belijdt, dat Jezus Heer is, en met uw hart gelooft, dat God Hem uit de doden heeft opgewekt, zult gij behouden worden. |
Als uw hart gelooft, zult u rechtvaardig worden verklaard; als uw mond belijdt, zult u worden gered. | Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot behoudenis. |
Want de Schrift zegt: ‘Ieder die in Hem gelooft, komt niet bedrogen uit.’ | Immers het schriftwoord zegt: Al wie op Hem zijn geloof bouwt, zal niet beschaamd uitkomen. |
Want er staat: ‘Ieder die de naam van de Heer aanroept, zal worden gered.’ | Want: al wie de naam des Heren aanroept, zal behouden worden. |
Dus door te luisteren komt men tot geloof, en wat men hoort is de verkondiging van Christus. | Zo is dan het geloof uit het horen, en het horen door het woord van Christus. |