Aanvaard dan wie zwak is in het geloof, maar niet om over meningsverschillen te strijden. | Accepteer de mensen die nog een zwak geloof hebben. Maak geen ruzie als jullie over iets een andere mening hebben dan zij. |
Wie wel alles eet, moet hem niet minachten die niet alles eet. En wie niet alles eet, moet hem niet veroordelen die alles eet. God immers heeft hem aanvaard. | Als je wél vlees eet, mag je iemand die géén vlees eet niet veroordelen. En als je géén vlees eet, mag je iemand die wél vlees eet niet veroordelen. Want God houdt van jullie allebei. |
Wie bent u, dat u de huisslaaf van een ander oordeelt? Of hij staat of valt, gaat alleen zijn eigen heer aan. Hij zal echter staande gehouden worden, want God is bij machte hem staande te houden. | Wie denk je dat je bent, dat je een broeder beoordeelt? Je beoordeelt toch ook niet de knecht van iemand anders? Hij dient jóu toch niet? Of hij zijn werk goed of slecht doet, gaat toch alleen zijn heer aan? Maar je broeder zal het goed doen, want God zal hem helpen. |
De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn. | De één vindt de ene dag belangrijker dan de andere dagen, maar een ander vindt dat ze allemaal gelijk zijn. Laat iedereen gewoon doen wat volgens zijn eigen geweten goed is. |
Want als wij leven, leven wij voor de Heere en als wij sterven, sterven wij voor de Heere. Of wij dan leven of sterven, wij zijn van de Heere. | Want als we leven, leven we voor de Heer. En als we sterven, sterven we voor de Heer. Of we nu leven of sterven, we zijn altijd van de Heer. |
Want er staat geschreven: Zo waar als Ik leef, zegt de Heere: Voor Mij zal elke knie zich buigen, en elke tong zal God belijden. | Want er staat in de Boeken: "Ik zweer bij Mijzelf, zegt de Heer: Iedereen zal zich voor Mij buigen en iedereen zal toegeven dat Ik God ben." |
Laten wij dan niet langer elkaar oordelen, maar oordeel liever dit: de broeder geen aanstoot of oorzaak tot struikelen te geven. | Laten we dus niet langer kritiek op elkaar hebben. Bedenk liever dat het beter is om ervoor te zorgen dat je het geloof van je broeder of zuster niet beschadigt door jouw gedrag. |