De Heer beschermt je, zoals een vogel haar jongen beschermt onder haar vleugels. De Heer is trouw. Hij is zo sterk als een schild, hij houdt elke aanval tegen. | Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser. |
Hij zorgt voor mensen die goed leven, hij beschermt hen tegen gevaar. | Opdat zij de paden van het recht in acht nemen. Hij bewaart de weg van Zijn gunstelingen. |
Heer, u beschermt me, u bevrijdt me. Daarom zing ik en juich ik. | U bent mijn schuilplaats, U beschermt mij voor benauwdheid, U omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela |
Mensen die gevallen zijn, helpt hij overeind. Hij beschermt vreemdelingen. Hij helpt weduwen, hij beschermt kinderen zonder vader. | De HEERE bewaart de vreemdelingen, Hij houdt wees en weduwe staande, maar de weg van de goddelozen maakt Hij krom. |
Maar u beschermt mij, Heer. U geeft mij kracht, u laat me overwinnen. | U echter, HEERE, bent een schild voor mij, mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog. |
Bij u ben ik veilig, u beschermt me. Ik hoop dat u doet wat u beloofd hebt. | U bent mijn schuilplaats en mijn schild, op Uw woord heb ik gehoopt. |
Alle mensen die de Heer liefhebben, moeten het kwaad haten. De Heer beschermt zijn volk, hij beschermt de mensen die hem trouw zijn. Hij redt hen uit de macht van zijn vijanden. | U die de HEERE liefhebt, haat het kwade. Hij bewaart de ziel van Zijn gunstelingen, Hij redt hen uit de hand van de goddelozen. |
Alles wat de Heer doet, is goed. Alles wat God zegt, is volmaakt. Hij beschermt mensen die hem om hulp vragen. | Gods weg is volmaakt, het woord van de HEERE is gelouterd, Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen. |
Alles wat de Heer doet, is goed. Alles wat God zegt, is volmaakt. Hij beschermt mensen die hem om hulp vragen. | Gods weg is volmaakt, de woorden van de HEERE zijn gelouterd, Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen. |
God, u beschermt iedereen die u om hulp vraagt. Alles wat u zegt, is waar. | Ieder woord van God is gelouterd, Hij is een schild voor hen die tot Hem de toevlucht nemen. |
De Heer zorgt ervoor dat jou niets overkomt. Hij beschermt je, hij slaapt niet. | Hij zal uw voet niet laten wankelen, uw Bewaarder zal niet sluimeren. |
Rijke mensen denken dat ze veilig zijn, ze denken dat hun bezit hen beschermt. | Het bezit van een rijke is zijn sterke stad, als een hoge muur, in zijn verbeelding. |
De Heer helpt mensen die onderdrukt worden, hij beschermt hen in moeilijke tijden. | De HEERE is een veilige vesting voor de verdrukte, een veilige vesting in tijden van benauwdheid. |
U bent sterk en machtig, u beschermt mensen tegen gevaar. Ga met mij mee en leid mij. | Want U bent mijn rots en mijn burcht! Wijs mij dan de weg en leid mij zachtjes, omwille van Uw Naam. |
De Heer geeft mij kracht en beschermt mij. Op hem vertrouw ik. Hij heeft mij geholpen, en daarom juich ik. Ik wil hem danken met een lied. | De HEERE is mijn kracht en mijn schild; op Hem heeft mijn hart vertrouwd en ik ben geholpen. Daarom springt mijn hart op van vreugde en zal ik Hem met mijn lied loven. |
De Heer beschermt mensen die eerlijk leven, maar hij vernietigt mensen die kwaad doen. | De weg van de HEERE is kracht voor de oprechte, maar de ondergang voor hen die onrecht bedrijven. |
Ik ben niet bang, ook al is er gevaar, ook al is het donker om mij heen. Want u bent bij mij, Heer. U beschermt me, u geeft mij moed. | Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. |
De Heer geeft geluk aan eerlijke mensen, aan mensen die hem trouw zijn. Hij beschermt hen. | Hij houdt voor de oprechten wijsheid gereed, Hij is een schild voor hen die in oprechtheid hun weg gaan. |
Bij hem ben ik veilig. Hij redt mij altijd, hij beschermt me. Er zal mij geen kwaad overkomen. | Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet al te zeer wankelen. |
Maar de Heer redt mensen die hem dienen. Zij hoeven niet bang te zijn, want de Heer beschermt hen. | De HEERE verlost de ziel van Zijn dienaren; allen die tot Hem de toevlucht nemen, worden niet schuldig verklaard. |
Alleen bij hem ben ik veilig. Hij redt mij altijd, hij beschermt me. Er zal mij geen kwaad overkomen. | Zeker, Hij is mijn rots en mijn heil, mijn veilige vesting; ik zal niet wankelen. |
Ik heb u lief, Heer. U geeft mij kracht. U beschermt me, bij u ben ik veilig. God, bij u kan ik me verbergen. U helpt mij en u bevrijdt mij. U redt me van mijn vijanden. | Hij zei: Ik heb U hartelijk lief, HEERE, mijn sterkte. De HEERE is mijn rots en mijn burcht en mijn Bevrijder, mijn God, mijn rots, tot Wie ik de toevlucht neem, mijn schild en de hoorn van mijn heil, mijn veilige vesting. |
De Heer zal je steeds beschermen, het kwaad zal je niet raken. De Heer beschermt je, overal, waar je ook gaat, je leven lang. | De HEERE zal u bewaren voor alle kwaad, uw ziel zal Hij bewaren. De HEERE zal uw uitgaan en uw ingaan bewaren, van nu aan tot in eeuwigheid. |
Het is goed voor je om je verstand te gebruiken. Als je inzicht hebt, word je gelukkig. | Wie verstand verwerft, heeft zijn leven lief, wie inzicht bewaart, vindt het goede. |
Maar ik, ik zal zingen over uw macht. Elke ochtend zal ik juichen over uw trouw. Want u beschermt mij tegen gevaar, bij u ben ik veilig. | Ik echter zal van Uw macht zingen en 's morgens vrolijk zingen van Uw goedertierenheid. Want U bent voor mij een veilige vesting geweest, een toevlucht in de dagen dat angst mij benauwde. |