Bijbelteksten over 'Blij'
Leef mee met andere mensen, of ze nu blij of verdrietig zijn. | Weest blijde met de blijden, weent met de wenenden. |
Wees altijd blij in de Heer! Ik zeg het nóg een keer: wees blij! | Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! |
Deze dag is door de Heer gemaakt. Laten we daar blij over zijn! | Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. |
Maar wees er niet blij over dat de duivelse geesten jullie gehoorzamen. Wees er liever blij over dat jullie naam staat opgeschreven in de hemel. | Evenwel, verheugt u niet hierover, dat de geesten zich aan u onderwerpen, maar verheugt u, dat uw namen staan opgetekend in de hemelen. |
Mijn zoon, als je wijs en verstandig bent, zal ik daar blij over zijn. | Mijn zoon, indien uw hart wijs is, dan zal ook mijn hart zich verheugen. |
We hebben verdriet, maar toch zijn we altijd blij. We hebben niets, maar toch maken we veel mensen rijk. We hebben niets, maar eigenlijk hebben we alles. | Als bedroefd, maar altijd blijde; als arm, maar velen rijk makend; als niets hebbend en toch alles bezittend. |
Ik heb uw wetten voor altijd van U gekregen. Ik ben er heel erg blij mee. | Uw getuigenissen heb ik voor altoos ten erve ontvangen, want zij zijn de blijdschap mijns harten. |
Ouders zijn blij met een goede zoon. Ze verheugen zich over zijn wijsheid. | De vader van een rechtvaardige verblijdt zich zeer, wie een wijze verwekte, verheugt zich over hem. |
Wees blij over de dingen die nog zullen komen. Wees geduldig als je wordt vervolgd. Stop nooit met bidden. | Weest blijde in de hoop, geduldig in de verdrukking, volhardend in het gebed. |
Ik ben blij met U en ik juich voor U. Ik zing voor U, de Allerhoogste God! | In U wil ik mij verheugen en juichen, uw naam psalmzingen, o Allerhoogste. |
Want dan zal ik, als het Gods wil is dat ik kom, blij naar jullie toe reizen. Dan kan ik door jullie bemoedigd worden. | Opdat ik, in blijdschap tot u gekomen met Gods wil, mij tezamen met u verkwikken moge. |
Ik zeg jullie dat op dezelfde manier de engelen van God blij zullen zijn over één slecht mens die gaat leven zoals God het wil. | Alzo is er, zeg Ik u, blijdschap bij de engelen Gods over één zondaar, die zich bekeert. |
Want Ik ben er niet blij over als iemand moet sterven, zegt de Heer. Heb dus spijt en verander, zodat jullie in leven zullen blijven. | Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het woord van de Here Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft. |
Een vrolijk mens geneest sneller. Maar een treurig mens verdroogt van binnen. | Een vrolijk hart bevordert de genezing, maar een verslagen geest doet het gebeente verdorren. |
Want als je mij vindt, heb je het leven gevonden. De Heer zal blij met je zijn. | Want wie mij vindt, heeft het leven gevonden, hij heeft van de Here welgevallen verkregen. |
Daarom ben ik blij met alle moeilijkheden, beledigingen, problemen, vervolging en ellende die ik meemaak omdat ik in Christus geloof. Want pas als ik zwak ben, ben ik sterk in de kracht van God. | Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig. |
Een wijze zoon maakt zijn ouders blij. Maar over een dwaze zoon hebben ze veel verdriet. | Een wijs zoon verheugt zijn vader, maar een dwaas zoon is een bekommering voor zijn moeder. |
De Heer haat het als mensen liegen. Maar Hij is blij met mensen die te vertrouwen zijn. | Leugenlippen zijn de Here een gruwel, maar wie trouw handelen, zijn Hem welgevallig. |
Wees altijd blij. Bid zonder ophouden. Dank God altijd, wát er ook gebeurt. Want dat is wat God van jullie wil nu jullie bij Jezus Christus horen. | Verblijdt u te allen tijde, bidt zonder ophouden, dankt onder alles, want dat is de wil Gods in Christus Jezus ten opzichte van u. |
Iemand die zich zorgen maakt, wordt treurig. Maar van een vriendelijk woord wordt een mens blij. | Kommer in het hart van de mens buigt het neder, maar een goed woord verblijdt het. |
Denken jullie soms dat Ik blij ben met de dood van een slecht mens? Nee, Ik heb veel liever dat hij spijt krijgt en zijn leven verandert, zodat hij mag blijven leven. | Zou Ik een welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze? luidt het woord van de Here Here. Niet veeleer hieraan, dat hij zich bekere van zijn wegen en leve? |
Ze prezen God en zeiden: "Prijs God in de hoogste hemel! Vrede op aarde voor de mensen waar God blij mee is!" | Ere zij God in den hoge, en vrede op aarde bij mensen des welbehagens. |
Het is goed voor je als God je straft. Daarom moet je je er niet tegen verzetten. | Zie, welzalig de mens, die God kastijdt; versmaad daarom de tucht des Almachtigen niet. |
De bevelen van de Heer zijn goed en maken de mensen blij. De wetten van de Heer zijn zuiver en geven de mensen raad. | De bevelen des Heren zijn waarachtig, zij verheugen het hart; het gebod des Heren is louter, het verlicht de ogen. |
Leer ons zó te leven, dat wij er wijs van worden. | Leer ons zó onze dagen tellen, dat wij een wijs hart bekomen. |
Gerelateerde onderwerpen
Vreugde
Wees altijd blij. Bid...
Hart
Bewaak je hart beter...
Wijsheid
Want de Heer geeft...
Verdriet
Als de mensen die...
God
Je Heer God woont...
Eeuwig leven
En Ik geef hun...