Denk niet dat Ik gekomen ben om op aarde vrede te brengen. Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. | Denk niet dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op de aarde; Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, maar het zwaard. |
De Heer zal me van alle kwaad redden en me veilig naar zijn hemels koninkrijk brengen. Hem komt de eer toe tot in alle eeuwigheid. Amen. | En de Heere zal mij bevrijden van alle boze opzet en mij verlossen tot de komst van Zijn hemels Koninkrijk. Hem zij de heerlijkheid tot in alle eeuwigheid. Amen. |
Kom tot inkeer; bega geen misdaden meer, anders brengen die jullie ten val. | Keer terug en bekeer u van al uw overtredingen, dan zal de ongerechtigheid u geen struikelblok worden. |
Maar ik zal mijn stem in dank verheffen en U offers brengen; mijn geloften los ik in. Het is de HEER die redt! | Maar ik, met dankzegging zal ik U offers brengen; wat ik beloofd heb, zal ik nakomen. Het heil is van de HEERE! |
Want de Heer heeft ons het volgende opgedragen: “Ik heb je bestemd tot een licht voor alle volken, om redding te brengen tot aan de uiteinden van de aarde.” | Zo immers heeft de Heere ons geboden: Ik heb u tot een licht voor de heidenen gesteld, opdat u tot zaligheid zou zijn tot aan het uiterste van de aarde. |
Ik had besloten u geen andere kennis te brengen dan die over Jezus Christus – de gekruisigde. | Want ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd. |
Later zal de pleitbezorger, de heilige Geest, die de Vader jullie in mijn naam zal zenden, jullie alles duidelijk maken en alles in herinnering brengen wat Ik tegen jullie gezegd heb. | Maar de Trooster, de Heilige Geest, Die de Vader zenden zal in Mijn Naam, Die zal u in alles onderwijzen en u in herinnering brengen alles wat Ik u gezegd heb. |
De geest van God, de HEER, rust op mij, want de HEER heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft Hij mij gezonden, om aan verslagen harten hoop te bieden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan geketenden hun bevrijding. | De Geest van de Heere HEERE is op Mij, omdat de HEERE Mij gezalfd heeft om een blijde boodschap te brengen aan de zachtmoedigen. Hij heeft Mij gezonden om te verbinden de gebrokenen van hart, om voor de gevangenen vrijlating uit te roepen en voor wie gebonden zaten, opening van de gevangenis. |
Maar ik, ik blijf uitzien naar de HEER, ik blijf hopen op de God die mij redding zal brengen. Hij zal mij horen, mijn God. | Zelf zal ik echter uitzien naar de HEERE, ik zal wachten op de God van mijn heil. Mijn God zal mij horen. |
Laten we elkaar daarom niet langer veroordelen. In plaats daarvan moet u zich voornemen uw broeder en zuster niet te laten struikelen of ten val te brengen. | Laten wij dan niet langer elkaar oordelen, maar oordeel liever dit: de broeder geen aanstoot of oorzaak tot struikelen te geven. |
De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk.’ | En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal. |
Maar zelfs als u zou lijden omwille van de gerechtigheid, dan bent u toch gelukkig te prijzen. Wees daarom niet bang voor de mensen en laat u door niets in verwarring brengen. | Maar als u ook zou moeten lijden vanwege de gerechtigheid, dan bent u zalig. En wees niet bevreesd zoals zij bevreesd zijn, laat u niet in verwarring brengen. |
Een vermaning lijkt op het moment zelf geen vreugde te brengen, slechts verdriet, maar wie erdoor gevormd is plukt er op den duur de vruchten van: een leven in vrede en gerechtigheid. | En elke bestraffing schijnt op het moment zelf wel geen reden tot blijdschap te zijn, maar tot droefheid. Maar later geeft zij hun die erdoor geoefend zijn een vreedzame vrucht van gerechtigheid. |
Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. | Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen; Ik ben niet gekomen om die af te schaffen, maar te vervullen. |
De Geest van de Heer rust op mij, want hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven. | De Geest van de Heere is op Mij, omdat Hij Mij gezalfd heeft; Hij heeft Mij gezonden om aan armen het Evangelie te verkondigen, om te genezen wie gebroken van hart zijn, om aan gevangenen vrijlating te prediken en aan blinden het gezichtsvermogen, om verslagenen weg te zenden in vrijheid. |
Kom met woorden van berouw en keer terug naar de HEER. Zeg tegen Hem: ‘Vergeef ons al onze misdaden. Neem wat goed is van ons aan. Als offer brengen wij U oprechte woorden.’ | Neem deze woorden met u mee, bekeer u tot de HEERE. Zeg tegen Hem: Neem alle ongerechtigheid weg, neem het goede aan. Dan zullen wij de offers van onze lippen nakomen. |
Het wezenlijke van de liefde is niet dat wij God hebben liefgehad, maar dat Hij ons heeft liefgehad en zijn Zoon heeft gezonden om verzoening te brengen voor onze zonden. | Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons heeft liefgehad en Zijn Zoon zond als verzoening voor onze zonden. |
Broeders en zusters, wanneer u merkt dat een van u een misstap heeft begaan moet u, die door de Geest geleid wordt, hem zachtmoedig weer op het rechte pad brengen. Pas op dat u ook zelf niet tot misstappen wordt verleid. | Broeders, ook als iemand onverhoeds tot enige overtreding komt, moet u die geestelijk bent, zo iemand weer terechtbrengen, in een geest van zachtmoedigheid. Houd intussen uzelf in het oog, opdat ook u niet in verzoeking komt. |
Door haar geloof ontving ook Sara, hoewel ze onvruchtbaar was gebleven en niet meer in de bloei van haar leven was, de kracht om een kind voort te brengen, en wel omdat ze vertrouwde op degene die de belofte had gedaan. | Door het geloof heeft ook Sara zelf kracht ontvangen om zwanger te worden en een kind te baren, ondanks haar hoge ouderdom, omdat zij Hem getrouw heeft geacht Die het beloofd had. |
Dan zullen ze geen honger meer lijden en geen dorst, de zon zal hen niet meer steken, de hitte hen niet bevangen. Want het lam midden voor de troon zal hen hoeden, hen naar de waterbronnen van het leven brengen. En God zal alle tranen uit hun ogen wissen. | Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. |
U, mijn God en koning, wil ik roemen, uw naam prijzen tot in eeuwigheid. | Mijn God en Koning, ik zal U roemen en Uw Naam loven, voor eeuwig en altijd. |
Eer de HEER met al je rijkdom, met het beste van de oogst. | Vereer de HEERE met je bezit, met de eerstelingen van heel je opbrengst. |
De woorden van een dwaas zaaien tweedracht, wat hij zegt, leidt tot een vechtpartij. | De lippen van een dwaas komen terecht in onenigheid, zijn mond roept om slagen. |
Als uw woorden opengaan, is er licht en inzicht voor de eenvoudigen. | Het opengaan van Uw woorden geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht. |
Moge de God van de vrede, die onze Heer Jezus, de machtige herder van de schapen, door het bloed van het eeuwig verbond uit het dodenrijk heeft weggeleid, u toerusten met al het goede, zodat u zijn wil kunt doen. Moge Hij in ons datgene tot stand brengen wat Hem welgevallig is, door Jezus Christus, aan wie de eer toekomt, tot in alle eeuwigheid. Amen. | De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen. |