Want de droefheid naar Gods wil brengt onberouwelijke inkeer tot heil, maar de droefheid der wereld brengt de dood. | Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg. |
Een goed mens brengt uit de goede schat zijns harten het goede voort en een slecht mens brengt uit de boze schat het boze voort. Want waar het hart vol van is, daarvan spreekt de mond. | De goede mens brengt het goede voort uit de goede schat van zijn hart, en de slechte mens brengt het slechte voort uit de slechte schat van zijn hart, want uit de overvloed van het hart spreekt zijn mond. |
Brengt dan vrucht voort, die aan de bekering beantwoordt. | Breng dan vruchten voort in overeenstemming met de bekering. |
Een valsaard veroorzaakt twist, een lasteraar brengt scheiding tussen vrienden. | Een verderfelijke man brengt ruzie teweeg, en een lasteraar maakt scheiding tussen de beste vrienden. |
Nu brengt inderdaad de godsvrucht grote winst, (indien zij gepaard gaat) met tevredenheid. | Maar de godsvrucht is inderdaad een bron van grote winst, vergezeld van tevredenheid. |
Iemands geschenk maakt ruimte voor hem en brengt hem in de tegenwoordigheid der groten. | De gift van een mens maakt ruimte voor hem, en leidt hem in de tegenwoordigheid van groten. |
Hoe liefelijk zijn op de bergen de voeten van de vreugdebode, die vrede aankondigt, die goede boodschap brengt, die heil verkondigt, die tot Sion spreekt: Uw God is Koning. | Hoe lieflijk zijn op de bergen de voeten van hem die het goede boodschapt, die vrede laat horen, die een goede boodschap brengt van het goede, die heil laat horen, die tegen Sion zegt: Uw God is Koning. |
Wie een overtreding bedekt, jaagt liefde na; maar wie een zaak ophaalt, brengt scheiding tussen vrienden. | Wie de overtreding toedekt, zoekt liefde, maar wie de zaak weer oprakelt, maakt scheiding tussen de beste vrienden. |
Daarom brengt gij toch ook belastingen op; want zij zijn dienaren Gods, die juist op dit punt voortdurend letten. | Om die reden immers betaalt u ook belastingen. Het zijn namelijk dienaars van God, die juist daarmee voortdurend bezig zijn. |
Gij toch doet mijn lamp schijnen, de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. | Want Ú doet mijn lamp schijnen, HEERE; mijn God doet mijn duisternis opklaren. |
Want alle tucht schijnt op het ogenblik zelf geen vreugde, maar smart te brengen, doch later brengt zij hun, die erdoor geoefend zijn, een vreedzame vrucht, die bestaat in gerechtigheid. | En elke bestraffing schijnt op het moment zelf wel geen reden tot blijdschap te zijn, maar tot droefheid. Maar later geeft zij hun die erdoor geoefend zijn een vreedzame vrucht van gerechtigheid. |
Gerechtigheid en recht doen, is de Here welgevalliger dan offers. | Gerechtigheid en recht te doen is voor de HEERE verkieslijker dan een offer. |
Laat niemand, als hij verzocht wordt, zeggen: Ik word van Godswege verzocht. Want God kan door het kwade niet verzocht worden en Hijzelf brengt ook niemand in verzoeking. | Laat niemand zeggen, als hij verzocht wordt: Ik word door God verzocht. God immers kan niet verzocht worden met het kwade en Hijzelf verzoekt niemand. |
Het woord van Christus wone rijkelijk in u, zodat gij in alle wijsheid elkander leert en terechtwijst en met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen zingende, Gode dank brengt in uw harten. | Laat het woord van Christus in rijke mate in u wonen, in alle wijsheid; onderwijs elkaar en wijs elkaar terecht, met psalmen, lofzangen en geestelijke liederen. Zing voor de Heere met dank in uw hart. |
Haat verwekt krakelen, maar liefde bedekt alle overtredingen. | Haat wekt twisten op, maar liefde bedekt alle overtredingen. |
Want de lichte last der verdrukking van een ogenblik bewerkt voor ons een alles verre te boven gaand eeuwig gewicht van heerlijkheid. | Want onze lichte verdrukking, die van korte duur is, brengt in ons een allesovertreffend eeuwig gewicht van heerlijkheid teweeg. |
Verdraagt elkanders moeilijkheden; zó zult gij de wet van Christus vervullen. | Draag elkaars lasten, en vervul zo de wet van Christus. |
Want de vrucht des lichts bestaat in louter goedheid en gerechtigheid en waarheid. | Want de vrucht van de Geest bestaat in alle goedheid en rechtvaardigheid en waarheid. |
De goddeloze vraagt te leen en geeft niet terug, maar de rechtvaardige ontfermt zich en schenkt. | De goddeloze leent en betaalt niet terug, maar de rechtvaardige ontfermt zich en geeft. |
Eens mensen hoogmoed vernedert hem, maar een nederige van geest zal eer ontvangen. | De hoogmoed van een mens zal hem vernederen, maar de nederige van geest zal de eer vasthouden. |
Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden. | Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. |
Maar gerechtigheid is een vrucht, die in vrede wordt gezaaid voor hen, die vrede stichten. | En de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede stichten. |
En Hij is een verzoening voor onze zonden en niet alleen voor de onze, maar ook voor die der gehele wereld. | En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden van de hele wereld. |
Ik echter vertrouw op uw goedertierenheid, over uw verlossing juicht mijn hart. Ik wil de Here zingen, omdat Hij mij heeft welgedaan. | Ik echter vertrouw op Uw goedertierenheid, mijn hart zal zich verheugen in Uw heil, ik zal voor de HEERE zingen, omdat Hij goed voor mij geweest is. |
Maar ik, met lofzegging wil ik aan U offeren; wat ik beloofd heb, wil ik betalen; de redding is des Heren. | Maar ik, met dankzegging zal ik U offers brengen; wat ik beloofd heb, zal ik nakomen. Het heil is van de HEERE! |