Want Jezus Christus blijft dezelfde, vroeger, nu, en altijd. | Jezus Christus is gisteren, vandaag en voor eeuwig Dezelfde. |
En dat zal ik blijven doen, totdat jullie oud en grijs zijn. Ik blijf steeds dezelfde. Wat ik gedaan heb, dat zal ik blijven doen. Ik zal jullie steunen en redden. | En Ik blijf jullie dragen totdat jullie oud en grijs geworden zijn. Want Ik ben altijd Dezelfde en Ik verander niet. Ik heb jullie gedragen en Ik zal jullie blijven dragen. Ik zal jullie optillen, dragen en redden. |
Uit één mond komen dus mooie woorden, maar ook afschuwelijke woorden. Dat is niet goed, vrienden! | We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is niet goed, broeders en zusters! |
Ik vertel jullie al deze dingen, omdat ik wil dat jullie dezelfde vreugde voelen als ik. Ik wil dat jullie vreugde volmaakt is. | Ik zeg dit tegen jullie, zodat mijn blijdschap in jullie kan zijn en jullie blijdschap volmaakt zal zijn. |
Al het goede dat wij krijgen, elk volmaakt geschenk, komt van God. Dat zal altijd zo zijn, want God verandert niet. Het licht van de zon en van de maan verandert voortdurend. Maar God, die het licht gemaakt heeft, blijft altijd dezelfde. | Elk geschenk dat goed en volmaakt is, komt uit de hemel, van de Vader van het licht. Hij blijft altijd en eeuwig Dezelfde. Hij verandert nooit. Er zal nooit een spoortje duisternis in Hem te vinden zijn. |
Wie heeft dat allemaal laten gebeuren? Dat ben ik, de Heer! En wie bepaalt steeds wat er gaat gebeuren? Dat ben ik! Ik was er al in het begin, en ik zal er ook aan het einde zijn. | Wie heeft dat gedaan en wie liet dat gebeuren? Ik, de Heer, die de mensen vanaf het begin heb gemaakt. Ik, de Heer, die de Eerste en de Laatste ben en voor eeuwig Dezelfde. |
Christus heeft tijdens zijn leven op aarde veel geleden. Wees bereid om ook te lijden. Want als je lijdt, laat je je zonden achter je. | Christus heeft dus als mens voor ons geleden. Daarom moeten jullie zelf ook bereid zijn om net als Hij te lijden. Want als je in dit leven hebt geleden, doe je niet meer mee met het kwaad. |
Het lichaam is één geheel, maar het bestaat uit veel delen. En al die delen hebben een eigen functie. Net zo vormen wij samen één lichaam, want we horen allemaal bij Christus. Maar we hebben wel allemaal onze eigen functie. | Je zou het zó kunnen zeggen: Eén lichaam heeft veel lichaamsdelen, en die lichaamsdelen doen niet allemaal hetzelfde soort werk. Zo zijn wij met elkaar ook één lichaam in Christus. Wij zijn allemaal verschillende lichaamsdelen van dat ene lichaam. |
Misschien zegt iemand: ‘Al die dingen gaan niet over mij.’ Maar dan zeg ik tegen hem: Luister, jij oordeelt over andere mensen en je hebt kritiek op hun gedrag. Maar de dingen waar jij kritiek op hebt, die doe je zelf ook. Zo laat je zelf zien dat je straf verdient. | Maar als jullie een ánder veroordelen, kunnen jullie je eígen slechte gedrag niet goedpraten. Dat geldt voor iedereen, wie je ook bent. Want als jullie vinden dat een ander voor iets streng gestraft moet worden, veroordelen jullie daarmee ook jezelf. Want jullie doen dezelfde dingen als zij! |
Terwijl de apostelen nog omhoog stonden te kijken, waren er opeens twee engelen bij hen. Ze hadden witte kleren aan. Ze zeiden: ‘Mannen uit Galilea, jullie moeten niet naar de lucht blijven kijken. Jezus is naar de hemel gegaan, maar hij zal terugkomen op de wolken.’ | Ze bleven naar de lucht staan staren. Plotseling stonden er twee mannen in witte kleren bij hen. Ze zeiden: "Mannen uit Galilea, waarom staan jullie naar de lucht te staren? Jullie hebben gezien hoe deze Jezus bij jullie is weggegaan naar de hemel. Op dezelfde manier zal Hij weer terugkomen." |
Jezus, onze hogepriester in de hemel, heeft veel moeten lijden, net als wij. Zelf heeft hij nooit iets verkeerds gedaan. Maar hij weet wel hoe moeilijk het is om geen verkeerde keuzes te maken. | We hebben een Hogepriester die ons kan begrijpen als we zwak zijn. Want we hebben een Hogepriester die op dezelfde manier als wij met het kwaad te maken heeft gekregen. Maar Híj werd nooit ongehoorzaam aan God. |
Als dwaze mensen boos zijn, laten ze dat meteen merken, maar als wijze mensen beledigd worden, zwijgen ze. | Een dwaas laat het onmiddellijk merken als hij kwaad is. Maar een verstandig mens verbergt het. |
Nee, dat is echt niet zo. Jullie moeten je leven veranderen. Anders zullen jullie allemaal op die manier sterven. | Nee dat is niet zo. Maar Ik zeg jullie dat het met jullie óók slecht zal aflopen, als jullie niet gaan leven zoals God het wil. |
Jullie zijn Gods kinderen, en hij houdt van jullie. Volg daarom zijn goede voorbeeld. | Kinderen die van hun vader houden, doen hun vader in alles na. Laat op dezelfde manier God jullie voorbeeld zijn en doe Hem na. |
Luister naar mijn woorden: Als één slecht mens zijn leven verandert, zijn de engelen van God net zo blij als die vrouw. | Ik zeg jullie dat op dezelfde manier de engelen van God blij zullen zijn over één slecht mens die gaat leven zoals God het wil. |
Luister heel goed naar mijn woorden: Als jullie in mij geloven, zullen jullie net zulke wonderen doen als ik. Ja, zelfs nog grotere wonderen. Want ik ga naar de Vader. | Luister goed! Ik zeg jullie: iedereen die in Mij gelooft, zal dezelfde dingen doen als Ik. Hij zal zelfs nog geweldiger dingen doen. |
Leer jonge kinderen al om goed te leven. Dan zullen ze later ook een goed leven leiden. | Leer je kinderen al vanaf jonge leeftijd hoe ze moeten leven. Wanneer ze volwassen zijn geworden, zullen ze op dezelfde weg verdergaan. |
Vrienden, ik wil jullie vertellen wat er gebeurt met de doden. Mensen zijn verdrietig als er iemand sterft. Maar wij geloven dat Jezus gestorven is en uit de dood is opgestaan. En dus geloven we ook dat God alle gestorven christenen bij zich zal halen. Daarom hoeven jullie niet verdrietig te zijn als er iemand van jullie sterft. | Maar wíj geloven dat Jezus is gestorven en weer uit de dood is opgestaan. Daarom weten we dat God ook de mensen die in Jezus geloofden toen ze stierven, weer met Jezus zal samenbrengen. |
Ik heb hun bekendgemaakt wie u bent, en dat blijf ik doen. Uw liefde voor mij zal nu ook bij hen zijn. En ik zal altijd in hen zijn. | Ik heb hun laten zien wie U bent. En Ik zal U nog verder bekend maken. Zo zal dezelfde grote liefde die U voor Mij heeft, ook in hen zijn. En Ik zal één met hen zijn. |
Geef, en je zult krijgen, meer dan je vast kunt houden! Want zo veel als jij aan anderen geeft, zo veel geeft God aan jou. | Geef, dan zal er ook aan jou gegeven worden: een goed gevulde, aangedrukte, geschudde, overlopende maatbeker zullen de mensen je geven. Want de maat waarmee jij andere mensen meet, daarmee zul jij ook gemeten worden. |
God heeft jullie uitgekozen om gered te worden. Daarom stuurde hij mij om het goede nieuws te vertellen. Jullie geloven in het goede nieuws. En daarom zullen ook jullie voor eeuwig leven, samen met onze Heer Jezus Christus. | Hij heeft jullie geroepen om dezelfde hemelse macht en majesteit te krijgen als onze Heer Jezus Christus. Hij riep jullie door het goede nieuws dat wij jullie kwamen brengen. |
Gods Zoon is een mens geworden. Hij heeft bij ons gewoond. In hem hebben wij Gods hemelse macht gezien. Hij is Gods enige Zoon, die bij de Vader vandaan gekomen is. In hem waren Gods liefde en trouw volledig aanwezig. | Het Woord werd een mens en Hij heeft bij ons gewoond. We hebben gezien hoe geweldig en machtig Hij is: Hij, Gods enige Zoon, met dezelfde macht als de Vader, liefdevol, vriendelijk, en vol van waarheid. |
Jullie moeten het anders doen dan jullie voorouders! Ook naar hen heb ik profeten gestuurd. Die profeten zeiden tegen jullie voorouders dat ze beter moesten gaan leven. En dat ze weer moesten gaan doen wat ik wilde. Maar ze hebben niet geluisterd. | Doe niet dezelfde dingen als jullie voorouders. Mijn profeten hadden hen gewaarschuwd: 'Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Stop met de slechte dingen die jullie doen.' Maar ze hebben niet willen luisteren. Ze trokken zich niets van Mij aan. |
Mannen, jullie moeten van je vrouw houden. Net zo veel als Christus van de kerk houdt. Hij heeft zelfs zijn leven gegeven voor de kerk. Door zijn liefde horen de gelovigen nu bij God. Want ze zijn gedoopt en ze geloven het goede nieuws. | Mannen, houd op dezelfde manier van je vrouw als dat Christus van zijn gemeente houdt. Hij heeft Zichzelf voor de gemeente opgeofferd! Hij heeft de gemeente schoongewassen door haar te baden in het woord. Zo kon de gemeente zijn eigendom worden. |
We zijn allemaal gedoopt. We hebben allemaal die ene heilige Geest gekregen. Dat geldt voor Joden en voor niet-Joden, voor slaven en voor vrije mensen. Wij vormen samen één geheel. | Want we zijn allemaal in één Geest ondergedompeld, zodat we samen één Lichaam werden. Het maakt niet uit of we Joden zijn of van een ander volk zijn. Het maakt ook niet uit of we slaven zijn of vrije mensen. We zijn allemaal vol van dezelfde Geest. |