Bijbelteksten over 'Donker'
En het licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft het niet begrepen. | En het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen. |
Al ging ik ook door een dal vol schaduw van de dood, ik zou geen kwaad vrezen, want U bent met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij. | Zelfs al ga ik door een dal van diepe duisternis, ik vrees geen kwaad, want Gij zijt bij mij; uw stok en uw staf, die vertroosten mij. |
Hij openbaart diepe en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, want het licht woont bij Hem. | Hij openbaart ondoorgrondelijke en verborgen dingen, Hij weet wat in het duister is, en het licht woont bij Hem. |
Daarom, al wat u in het duister gezegd hebt, zal in het licht gehoord worden en wat u in de binnenkamers in iemands oor gesproken hebt, zal op de daken gepredikt worden. | Daarom, al wat gij in het donker gesproken hebt, zal in het licht gehoord worden en wat gij aan het oor gezegd hebt, in de binnenkamer, zal van de daken gepredikt worden. |
Vorm geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeenschappelijk met wetteloosheid, en welke gemeenschap is er tussen licht en duisternis? | Vormt geen ongelijk span met ongelovigen, want wat heeft gerechtigheid gemeen met wetteloosheid, of welke gemeenschap heeft het licht met de duisternis? |
Het opengaan van Uw woorden geeft licht, het schenkt eenvoudigen inzicht. | Het openen van uw woorden verspreidt licht, het geeft de onverstandigen inzicht. |
Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. | Uw woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad. |
In het begin schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en leeg, en duisternis lag over de watervloed; en de Geest van God zweefde boven het water. | In den beginne schiep God de hemel en de aarde. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. |
Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben. | Wederom dan sprak Jezus tot hen en zeide: Ik ben het licht der wereld; wie Mij volgt, zal nimmer in de duisternis wandelen, maar hij zal het licht des levens hebben. |
Want u was voorheen duisternis, maar nu bent u licht in de Heere; wandel als kinderen van het licht. | Want gij waart vroeger duisternis, maar thans zijt gij licht in de Here; wandelt als kinderen des lichts. |
De HEERE is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De HEERE is mijn levenskracht, voor wie zou ik angst hebben? | De Here is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De Here is mijns levens veste, voor wie zou ik vervaard zijn? |
Als wij zeggen dat wij gemeenschap met Hem hebben en wij toch in de duisternis wandelen, liegen wij en doen de waarheid niet. | Indien wij zeggen, dat wij gemeenschap met Hem hebben en in de duisternis wandelen, dan liegen wij en doen de waarheid niet. |
Keer terug, afvallig Israël, spreekt de HEERE, Mijn aangezicht is tegenover u niet betrokken, want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE, Ik handhaaf Mijn toorn niet voor eeuwig. | Keer weder, Afkerigheid, Israël, luidt het woord des Heren, Ik zal u niet donker aanzien, want Ik ben genadig, luidt het woord des Heren, Ik zal niet altoos blijven toornen. |
Laten wij dan niet, evenals de anderen, slapen, maar laten wij waakzaam en nuchter zijn. | Laten wij dan ook niet slapen gelijk de anderen, doch wakker en nuchter zijn. |
Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht. | Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilige natie, een volk (Gode) ten eigendom, om de grote daden te verkondigen van Hem, die u uit de duisternis geroepen heeft tot zijn wonderbaar licht. |
Want wij hebben de strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers van de duisternis van dit tijdperk, tegen de geestelijke machten van het kwaad in de hemelse gewesten. | Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. |
Gerelateerde onderwerpen
Licht
Sta op, word verlicht...
Kwaad
Word niet overwonnen door...
Zonde
Of weet u niet...
Angst
Wees niet bevreesd, want...
Woord van God
Want het Woord van...
Geest
De Heere nu is...