Of u dus eet of drinkt of iets anders doet, doe alles tot eer van God. | Of gij dus eet of drinkt, of wat ook doet, doet het alles ter ere Gods. |
Laten wij dus, terwijl wij gelegenheid hebben, goeddoen aan allen, maar vooral aan de huisgenoten van het geloof. | Laten wij dus, daar wij de gelegenheid hebben, doen wat goed is voor allen, maar inzonderheid voor onze geloofsgenoten. |
Weer dus de wrevel uit uw hart, en doe het kwade weg uit uw lichaam. De jeugd en jonge jaren zijn immers een zucht. | Weer dus het verdriet uit uw hart en houd de kwalen weg van uw lichaam, want jeugd en jonkheid zijn ijdelheid. |
Ik schep immers geen behagen in de dood van een stervende, spreekt de Heere HEERE, dus bekeer u en leef! | Want Ik heb geen welgevallen aan de dood van wie sterven moet, luidt het woord van de Here Here; daarom bekeert u, opdat gij leeft. |
Er blijft dus nog een sabbatsrust over voor het volk van God, want wie Zijn rust binnengegaan is, die heeft zelf ook van zijn werken gerust, zoals God van de Zijne. | Er blijft dus een sabbatsrust voor het volk van God. Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne. |
Petrus werd dus in de gevangenis bewaakt; maar door de gemeente werd voortdurend voor hem tot God gebeden. | Petrus dan werd in de gevangenis in bewaring gehouden, maar door de gemeente werd voortdurend tot God voor hem gebeden. |
Geef dus aan allen wat u verschuldigd bent: belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eer aan wie eer toekomt. | Betaalt aan allen het verschuldigde, belasting aan wie belasting, tol aan wie tol, ontzag aan wie ontzag, eerbetoon aan wie eer toekomt. |
Wat dus het eten van afgodenoffers betreft: wij weten dat een afgod niets is in de wereld en dat er geen andere God is dan Eén. | Wat nu het eten van offervlees betreft, wij weten, dat er geen afgod in de wereld bestaat en dat er geen God is dan Eén. |
Als u die slecht bent, uw kinderen dus goede gaven weet te geven, hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden? | Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader uit de hemel de heilige Geest geven aan hen, die Hem daarom bidden? |
Kom dus tot inkeer en bekeer u, opdat uw zonden uitgewist worden en er tijden van verkwikking zullen komen van het aangezicht van de Heere. | Komt dan tot berouw en bekering, opdat uw zonden uitgedelgd worden, opdat er tijden van verademing mogen komen van het aangezicht des Heren. |
Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van die zal op de aarde vallen buiten uw Vader om. En ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven. | Worden niet twee mussen te koop aangeboden voor een duit? En niet één daarvan zal ter aarde vallen zonder uw Vader. En de haren van uw hoofd zijn ook alle geteld. Weest dan niet bevreesd: gij gaat vele mussen te boven. |
Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten. | Onderwerpt u dus aan God, maar biedt weerstand aan de duivel, en hij zal van u vlieden. |
Laat dus niemand u veroordelen inzake eten of drinken, of op het punt van een feestdag, een nieuwe maan of de sabbatten. Deze zaken zijn een schaduw van de toekomstige dingen, maar het lichaam is van Christus. | Laat dan niemand u blijven oordelen inzake eten en drinken of op het stuk van een feestdag, nieuwe maan of sabbat, dingen, die slechts een schaduw zijn van hetgeen komen moest, terwijl de werkelijkheid van Christus is. |
Dus is er nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar de Geest. Want de wet van de Geest van het leven in Christus Jezus heeft mij vrijgemaakt van de wet van de zonde en van de dood. | Zo is er dan nu geen veroordeling voor hen, die in Christus Jezus zijn. Want de wet van de Geest des levens heeft u in Christus Jezus vrijgemaakt, van de wet der zonde en des doods. |
Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten. | Opdat wij waarlijk vrij zouden zijn, heeft Christus ons vrijgemaakt. Houdt dus stand en laat u niet weder een slavenjuk opleggen. |
En het einde van alle dingen is nabij; wees daarom bezonnen en nuchter in de gebeden. | Het einde aller dingen is nabijgekomen. Komt dus tot bezinning en wordt nuchter, opdat gij kunt bidden. |
Let er dan op dat u nauwgezet wandelt, niet als dwazen, maar als wijzen, en buit de geschikte tijd uit, omdat de dagen vol kwaad zijn. | Ziet dus nauwlettend toe, hoe gij wandelt, niet als onwijzen, doch als wijzen, u de gelegenheid ten nutte makende, want de dagen zijn kwaad. |
Wij vastten en verzochten onze God hierom, en Hij liet Zich door ons verbidden. | Dus vastten wij en smeekten onze God hierover, en Hij liet Zich door ons verbidden. |
Maar vanaf het begin van de schepping heeft God hen mannelijk en vrouwelijk gemaakt. Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten; en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees. Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. | Maar van het begin der schepping heeft Hij hen als man en vrouw gemaakt; daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten, en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. |
Laten wij ons dan beijveren om die rust binnen te gaan, opdat niemand door het volgen van dit voorbeeld van ongehoorzaamheid ten val zal komen. | Laten wij er dus ernst mede maken om tot die rust in te gaan, opdat niemand ten val kome door dit voorbeeld van ongehoorzaamheid te volgen. |
En Hij antwoordde en zei tegen hen: Hebt u niet gelezen dat Hij Die de mens gemaakt heeft, hen van het begin af mannelijk en vrouwelijk gemaakt heeft, en gezegd heeft: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zich aan zijn vrouw hechten, en die twee zullen tot één vlees zijn, zodat zij niet meer twee zijn, maar één vlees? Dus, wat God samengevoegd heeft, laat de mens dat niet scheiden. | Hij antwoordde en zeide: Hebt gij niet gelezen, dat de Schepper hen van den beginne als man en vrouw heeft gemaakt? En Hij zeide: Daarom zal een man zijn vader en moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen en die twee zullen tot één vlees zijn. Zo zijn zij niet meer twee, maar één vlees. Hetgeen dan God samengevoegd heeft, scheide de mens niet. |
Leg daarom af alle vuilheid en elke uitwas van slechtheid en ontvang met zachtmoedigheid het in u geplante Woord, dat uw zielen zalig kan maken. | Legt dus af alle vuilheid en alle uitwas van boosheid en neemt met zachtmoedigheid het in u geplante woord aan, dat uw zielen kan behouden. |
Omgord daarom de lendenen van uw verstand, wees nuchter en hoop volkomen op de genade die u gebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. | Omgordt dus de lendenen van uw verstand, weest nuchter, en vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus. |
Overspelige mannen en vrouwen, weet u dan niet dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dan nu een vriend van de wereld wil zijn, wordt als vijand van God aangemerkt. | Overspeligen, weet gij niet, dat de vriendschap met de wereld vijandschap tegen God is? Wie dus een vriend der wereld wil zijn, wordt metterdaad een vijand van God. |
De liefde doet de naaste geen kwaad. Daarom is de liefde de vervulling van de wet. | De liefde doet de naaste geen kwaad; daarom is de liefde de vervulling der wet. |