Dit is Mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb. | Ik geef jullie deze regel: Houd van elkaar, net zoals ik van jullie houd. |
En dit gebod hebben wij van Hem, dat wie God liefheeft, ook zijn broeder moet liefhebben. | Dit is de regel die we van God gekregen hebben: Wie van God houdt, moet ook van andere gelovigen houden. |
Wie het gebod in acht neemt, bewaart zijn leven, wie zijn wegen veracht, zal sterven. | Als je je houdt aan de wetten van de Heer, zul je leven, maar als je dat niet doet, zul je sterven. |
De bevelen van de HEERE zijn recht, zij verblijden het hart; het gebod van de HEERE is zuiver, het verlicht de ogen. | De opdrachten van de Heer zijn goed, ze geven mensen vreugde. De regels van de Heer zijn duidelijk, ze geven mensen nieuwe kracht. |
Een nieuw gebod geef Ik u, namelijk dat u elkaar liefhebt; zoals Ik u liefgehad heb, moet u ook elkaar liefhebben. | Ik geef jullie een nieuwe regel: Houd van elkaar. Jullie moeten net zo van elkaar houden als ik van jullie gehouden heb. |
Mijn zoon, neem het gebod van je vader in acht en veronachtzaam het onderricht van je moeder niet. | Luister goed! Onthoud de lessen van je vader en moeder. Vergeet niet wat zij je geleerd hebben. |
En het tweede, hieraan gelijk, is dit: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. Er is geen ander gebod groter dan deze. | Daarna komt deze regel: «Van de mensen om je heen moet je evenveel houden als van jezelf.» Dat zijn de twee belangrijkste regels. |
Het gebod van Zijn lippen heb ik niet weggedaan; de woorden van Zijn mond heb ik verborgen, meer dan het mij toegewezen deel. | Ik heb steeds precies gedaan wat hij zei, ik heb zijn woorden in mijn hart bewaard. |
En u zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht. Dit is het eerste gebod. | Je moet van hem houden met je hele hart, met je hele ziel, met je hele verstand en met al je kracht. |
Want dit: U zult geen overspel plegen, u zult niet doden, u zult niet stelen, u zult geen vals getuigenis geven, u zult niet begeren, en welk ander gebod er ook is, wordt in dit woord samengevat, namelijk hierin: U zult uw naaste liefhebben als uzelf. | In de wet staat: «Vermoord niemand. Ga niet vreemd. Steel niet. Verlang niet naar iets dat van een ander is.» Deze en alle andere regels kunnen in één zin gezegd worden: «Van de mensen om je heen moet je evenveel houden als van jezelf.» |
Het zal voor ons gerechtigheid zijn als wij al deze geboden nauwlettend in acht nemen, voor het aangezicht van de HEERE, onze God, zoals Hij ons geboden heeft. | Als we ons houden aan de wetten van de Heer, onze God, zal hij vinden dat we goed leven. |
Alleen, neem zeer nauwlettend de geboden en de wet in acht die Mozes, de dienaar van de HEERE, u geboden heeft, namelijk dat u de HEERE, uw God, liefhebt, in al Zijn wegen gaat, Zijn geboden in acht neemt, zich aan Hem vasthoudt, en dat u Hem dient met heel uw hart en met heel uw ziel. | Daarna zei Jozua: ‘Houd je altijd heel precies aan de wetten en regels van de Heer, die Mozes aan jullie gegeven heeft. Jullie moeten de Heer, je God, liefhebben. Leef zoals hij het wil en houd je aan zijn wetten. Wees hem altijd trouw en dien hem met heel je hart en heel je ziel.’ |
Als u Mij liefhebt, neem dan Mijn geboden in acht. | Als jullie van mij houden, leef dan volgens mijn regels. |
De HEERE zei tegen Mozes: Klim naar boven, naar Mij toe, de berg op, en blijf daar. Dan zal Ik u de stenen tafelen geven, de wet en de geboden, die Ik opgeschreven heb om hun te onderwijzen. | Opnieuw zei de Heer tegen Mozes: ‘Kom naar mij toe op de berg, en blijf daar wachten. Dan zal ik je twee stenen platen geven, waarop ik mijn wetten en regels geschreven heb. Jij moet het volk leren dat ze zich daaraan moeten houden.’ |
Maar deze zaak heb Ik hun geboden: Luister naar Mijn stem. Dan zal Ik u tot een God zijn, en ú zult Mij tot een volk zijn. Bewandel heel de weg die Ik u gebieden zal en het zal u goed gaan. | Toen ik jullie voorouders uit Egypte weghaalde, gaf ik hun deze regel: ‘Luister altijd naar wat ik zeg. Dan zal ik jullie God zijn, en dan zullen jullie mijn volk zijn. Ik zal jullie vertellen hoe je moet leven. Als je doet wat ik wil, zal het goed met jullie gaan.’ |
U moet de geboden van de HEERE, uw God, Zijn getuigenissen en Zijn verordeningen, die Hij u geboden heeft, nauwgezet in acht nemen. | Doe wat de Heer, jullie God, zegt. Houd je precies aan al zijn wetten en regels. |
Ik heb mij gehaast en niet geaarzeld Uw geboden in acht te nemen. | Ik twijfel niet, ik zal leven volgens uw regels. |
U moet Mijn geboden in acht nemen en ze houden. Ik ben de HEERE. | Ik ben de Heer. Houd je aan mijn wetten en regels. |
Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf. | Ik houd van jullie, net zoals de Vader van mij houdt. Doe wat ik van je vraag. Want dan blijft mijn liefde je leiden. Ook ik heb altijd gedaan wat de Vader van mij gevraagd heeft. En zijn liefde heeft mij altijd geleid. |
Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. | Met heel mijn hart zoek ik u. Help mij om te doen wat u wilt. |
Halleluja! Welzalig de man die de HEERE vreest, die grote vreugde vindt in Zijn geboden. | Gelukkig zijn mensen die trouw zijn aan de Heer en willen leven volgens zijn wetten. |
Wie wijs van hart is, neemt de geboden aan, maar wie dwaas van lippen is, komt ten val. | Als je wijs bent, houd je je aan de wetten van de Heer. Als je domme dingen zegt, loopt het slecht met je af. |
En neem de geboden van de HEERE, uw God, in acht door in Zijn wegen te gaan en door Hem te vrezen. | Houd je daarom aan zijn regels. Leef zoals hij het wil en heb eerbied voor hem. |
De slotsom van al wat door u gehoord is, is dit: Vrees God, en houd u aan Zijn geboden, want dit geldt voor alle mensen. | Nu komt het belangrijkste van alles wat je gehoord hebt: heb eerbied voor God en houd je aan zijn wetten. Dat geldt voor ieder mens. |
Heb Ik het u niet geboden? Wees sterk en moedig, schrik niet en wees niet ontsteld, want de HEERE, uw God, is met u, overal waar u heen gaat. | Daarom zeg ik nog een keer: Je moet sterk en dapper zijn. Je hoeft nergens bang voor te zijn. Want ik ben je God. Ik ben altijd bij je, waar je ook heen gaat. |