Bijbelteksten over 'Gek'
Vinden sommigen van jullie dat ze heel wijs zijn? Dan zeg ik: Houd jezelf niet voor de gek! Je zult eerst dom moeten worden, pas dan kun je echt wijs worden. | Houd jezelf niet voor de gek! Als jullie denken dat jullie heel wijs zijn in de dingen van deze wereld, moeten jullie eerst dwaas worden. Pas dan zullen jullie écht wijs worden. |
Stel dat iemand denkt dat hij God dient. Maar hij kan zich niet beheersen, hij zegt lelijke dingen. Dan houdt hij zichzelf voor de gek. Want dan dient hij God helemaal niet. | Als je jezelf heel gelovig vindt, maar intussen zegt en doet wat je maar wil, dan houd je jezelf voor de gek. Want dan is je geloof waardeloos. |
Ik heb nooit naar jonge vrouwen gekeken, dat had ik mezelf plechtig beloofd. | Ik had met mijn ogen een verbond gesloten: ik had plechtig besloten niet naar de meisjes te kijken. |
Daarom zeg ik: Als je iets aan God vraagt, geloof dan dat je het al gekregen hebt. Dan krijg je het ook. | Daarom zeg Ik jullie: alles waar je om bidt, zal gebeuren als je gelooft dat je het zal krijgen. |
Dit is de regel die we van God gekregen hebben: Wie van God houdt, moet ook van andere gelovigen houden. | Daarom heeft Jezus ons bevolen: als je van Hem houdt, moet je ook van je broeders en zusters houden. |
Al deze mensen hebben de heilige Geest gekregen, net zoals wij. Dat betekent dat we hen nu ook mogen dopen. | Toen zei Petrus: "Kan iemand er nog bezwaar tegen hebben dat deze mensen gedoopt worden? Ze hebben immers net als wij de Heilige Geest gekregen." |
Pas op, je kunt God niet bedriegen. Uiteindelijk geeft hij je wat je verdient. | Houd jezelf niet voor de gek, want God laat Zich ook niet voor de gek houden. Wat je zaait, zul je ook oogsten. |
Jezus zei: ‘Jullie moeten goed weten met welk doel ik gekomen ben. Ik ben niet gekomen om de wet van Mozes of de andere heilige boeken weg te doen. Ik ben juist gekomen om hun echte betekenis te laten zien.’ | Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Denk niet dat Ik ben gekomen om de Boeken van de Wet en de Profeten af te schaffen. Ik ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om alles te doen wat er in staat." |
Mijn volk en ik hebben heel veel geschenken gegeven voor de tempel. Maar dat kon alleen door u! Alles wat wij voor uw tempel gegeven hebben, hebben we eerst van u gekregen. | Hoe zouden ik en mijn volk U deze prachtige geschenken kunnen geven? Want het is allemaal al van U. We hebben het van U gekregen en we geven het weer aan U. |
We zijn allemaal gedoopt. We hebben allemaal die ene heilige Geest gekregen. Dat geldt voor Joden en voor niet-Joden, voor slaven en voor vrije mensen. Wij vormen samen één geheel. | Want we zijn allemaal in één Geest ondergedompeld, zodat we samen één Lichaam werden. Het maakt niet uit of we Joden zijn of van een ander volk zijn. Het maakt ook niet uit of we slaven zijn of vrije mensen. We zijn allemaal vol van dezelfde Geest. |
Want ik, de Mensenzoon, ben gekomen om mensen te redden die verkeerde dingen doen. | Want de Mensenzoon is gekomen om mensen die bij God weggelopen waren, te zoeken en te redden. |
Jullie weten dat je lichaam heilig is. Want de heilige Geest is in jullie lichaam gekomen, toen God jullie die Geest gaf. Jullie zijn niet meer van jezelf. Jullie zijn nu van Christus. Want hij heeft jullie gekocht door voor jullie te sterven. Eer God dus ook met je lichaam! | Weten jullie dan niet dat je lichaam een tempel is van de Heilige Geest? Hij woont in jullie. Jullie hebben Hem van God gekregen. Jullie zijn niet van jezelf! Want God heeft jullie voor een hoge prijs gekocht. Eer God dus met jullie lichaam en met jullie geest, want zij zijn van God. |
Nu is Jezus in de hemel. Hij zit aan de rechterkant van God. Hij heeft de heilige Geest gekregen, zoals God beloofd had. En Jezus heeft die heilige Geest aan ons gegeven. Dat hebben jullie zelf kunnen zien en horen! | God heeft Hem nu een heel belangrijke plaats gegeven. God had beloofd om de Heilige Geest aan de mensen te geven. Dat is nu gebeurd: Jezus heeft de Heilige Geest van de Vader over ons uitgestort. Dat is wat jullie hier zien en horen. |
God liet toe dat zijn eigen Zoon gedood werd. Hij leverde hem uit aan slechte mensen. Dat deed God voor ons allemaal. Maar dan is het zeker dat hij ons ook het eeuwige leven zal geven, het eeuwige leven dat zijn Zoon al gekregen heeft. | God heeft zelfs zijn eigen Zoon aan ons gegeven. Dan zal Hij ons toch zeker ook al het andere geven dat we nodig hebben? |
Ik wil jullie graag ontmoeten. Ik wil jullie iets doorgeven van de bijzondere krachten die ik van God gekregen heb. Daarmee wil ik jullie geloof sterker maken. Ik bedoel natuurlijk dat we dan elkaars geloof sterker zullen maken. En dat we elkaar dan tot steun kunnen zijn. | Want ik wil jullie erg graag zien en jullie geloof verder opbouwen. Dan kunnen we elkaar bemoedigen door ons geloof: ik zal bemoedigd worden door jullie geloof, en jullie zullen bemoedigd worden door mijn geloof. |
Iedereen die bij Christus hoort, hoort bij het nieuwe leven. De oude tijd is voorbij, de nieuwe tijd is gekomen. | Want ieder mens die één geworden is met Christus, is door God helemaal nieuw gemaakt. De oude mens is verdwenen. Er is een hele nieuwe mens ontstaan. |
Als je een dag gaat vasten uit eerbied voor God, laat dat dan niet aan iedereen weten. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij kijken somber en ze gooien zand over hun hoofd. Zo kan iedereen zien dat ze die dag vasten. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen. | En als jullie een dag niets eten om je op God te richten, laat dat dan niet aan de mensen merken. De schijnheilige mensen laten dat wél aan iedereen zien. Ze zetten een heel somber gezicht op, kammen hun haar niet en wassen hun gezicht niet, zodat iedereen het weet. Luister goed! Ik zeg jullie dat ze hun hele beloning al hebben gekregen. |
Je moet niet alleen luisteren naar Gods woorden, maar ook doen wat God van je vraagt. Anders ben je verkeerd bezig. | Lúister niet alleen naar het woord, maar dóe het ook. Als je alleen luistert en er niets mee doet, houd je jezelf voor de gek. |
Als je arme mensen geld geeft, laat dat dan niet aan iedereen weten. Schijnheilige mensen doen dat wel. Zij vertellen aan iedereen in de synagoge en op straat hoe goed ze zijn. Want ze willen dat de mensen goede dingen over hen zeggen. Luister goed naar mijn woorden: Zij hebben hun beloning al gekregen. | Als je een bedelaar iets geeft, laat dat dan niet aan iedereen weten. De schijnheilige mensen in de synagogen en op straat doen dat wél. Want zij willen graag door de mensen geprezen worden. Luister goed! Ik zeg jullie dat ze hun hele beloning al hebben gekregen. |
Maar jullie hebben van Christus de heilige Geest gekregen, en die zal in jullie blijven. De Geest zelf zal jullie alles leren. Daarom hoeft niemand anders iets aan jullie te leren. Wat de Geest zegt, is waar. Hij bedriegt jullie niet. Blijf daarom verbonden met Christus, zoals de Geest jullie geleerd heeft. | Maar jullie zijn gezalfd met de Heilige Geest. En Hij woont in jullie. Het is niet nodig dat iemand jullie leert wat God van jullie wil: de Heilige Geest leert jullie alles. Wat Hij zegt, is de waarheid. Hij liegt niet. Daarom moeten jullie één met Hem blijven, zoals Hij jullie heeft geleerd. |
Ik kom bij de Vader vandaan en ik ben naar de wereld gekomen. En nu verlaat ik de wereld weer, en ga ik terug naar mijn Vader. | Ik ben bij de Vader vandaan gekomen en naar de aarde gegaan. Ik ga ook weer van de aarde weg, terug naar de Vader. |
Maar stel dat jullie de Mensenzoon omhoog zien gaan naar de plaats waar hij vandaan gekomen is. Zullen jullie mij dan geloven? | Vinden jullie dít al te ver gaan? Wat zullen jullie dan zeggen, als jullie de Mensenzoon omhoog zien gaan naar de plaats waar Hij vroeger ook was? |
Denk aan het spreekwoord: ‘Omgaan met slechte mensen maakt goede mensen slecht.’ Pas dus op voor mensen die niet geloven dat de doden zullen opstaan! | Houd jezelf niet voor de gek! Als jullie met slechte mensen omgaan, gaan jullie vanzelf net zulke slechte dingen doen als zij. |
Ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered. | IK BEN de deur. Als iemand door Mij binnenkomt, zal hij worden gered. Hij zal naar binnen gaan en naar buiten gaan en hij zal het goed hebben. |
Die dieven wilden de schapen stelen, doden en opeten. Maar ik ben gekomen om de schapen naar buiten te brengen, naar plaatsen met veel gras. Dat betekent: ik ben gekomen om mensen het eeuwige leven te geven. Want ik ben de deur naar het eeuwige leven. Wie in mij gelooft, wordt gered. | Maar een dief komt alleen maar om te stelen en te doden en te vernietigen. Ik ben gekomen om leven te geven en overvloed. |
Gerelateerde onderwerpen
Jezus
Jezus keek hen aan...
Ontvangen
Daarom zeg ik: Als...
Vriendschap
Een vriend blijft je...
Heilige Geest
En de heilige Geest...
Redding
Hij is de redder...
Hemelvaart
Toen Jezus dat gezegd...