Een middelaar is niet (de vertegenwoordiger) van één; God echter is één. | Zo iemand is er niet als er maar één partij is. Hij is er alleen als er meer partijen zijn. God is Eén en Hij was de enige partij toen Hij zijn belofte aan Abraham gaf. Maar de wet is een verbond tussen twee partijen: God en Israël. |
Dus vastten wij en smeekten onze God hierover, en Hij liet Zich door ons verbidden. | Daarom aten we niet en smeekten we onze God om ons een veilige reis te geven. En Hij deed wat wij Hem gebeden hadden. |
God is ons een toevlucht en sterkte, ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden. | Bij God zijn we veilig. Hij is onze schuilplaats, onze burcht waar we veilig zijn. Hij heeft ons altijd geholpen als we in moeilijkheden zaten. |
Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. sela | Prijs de Heer! Elke dag is onze God zo ontzettend goed voor ons! |
Zie, Ik, de Here, ben de God van al wat leeft; zou voor Mij iets te wonderlijk zijn? | Ik ben de Heer, de God van alle mensen. Zou voor Mij iets te wonderlijk zijn? |
Zie, welzalig de mens, die God kastijdt; versmaad daarom de tucht des Almachtigen niet. | Het is goed voor je als God je straft. Daarom moet je je er niet tegen verzetten. |
En alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader! | Hij wil dat iedereen hardop zal toegeven dat Jezus de Heer is. Want dat eert God de Vader! |
Want Gij hebt ons getoetst, o God, ons gelouterd, gelijk men zilver loutert. | U maakt ons zoals U ons hebben wil. Net zoals in de smelt-oven zilver wordt gezuiverd, zo maakt U ons zuiver door moeilijkheden heen. |
Ik zal de Here zingen, zolang ik leef, ik zal mijn God psalmzingen, zolang ik ben. | Ik zal voor de Heer zingen, zolang ik leef. Ik zal voor mijn God liederen zingen, zolang ik besta. |
Niemand heeft ooit God gezien; de eniggeboren Zoon, die aan de boezem des Vaders is, die heeft Hem doen kennen. | Niemand heeft ooit God gezien. Maar zijn Enige Zoon, die helemaal één met Hem is, heeft ons laten zien wie God is. |
En dit is het getuigenis: God heeft ons eeuwig leven gegeven en dit leven is in zijn Zoon. | Wat heeft God dan gezegd? Dit: God heeft ons eeuwig leven gegeven door ons zijn Zoon te geven. Gods Zoon heeft het eeuwige leven. |
Want gij hebt volharding nodig, om, de wil van God doende, te verkrijgen hetgeen beloofd is. | Jullie moeten geduldig blijven doen wat God van jullie vraagt. Dan zullen jullie krijgen wat Hij jullie heeft beloofd. |
Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, de Vader der barmhartigheden en de God aller vertroosting, die ons troost in al onze druk, zodat wij hen, die in allerlei druk zijn, troosten kunnen met de troost, waarmede wijzelf door God vertroost worden. | We prijzen de God en Vader van onze Heer Jezus Christus. Hij is altijd in alles goed en vriendelijk voor ons. Hij bemoedigt ons in al onze moeilijkheden. Daardoor kunnen wij ook weer andere mensen bemoedigen die in moeilijkheden zijn. We bemoedigen hen met dezelfde bemoediging waarmee wij zelf ook door God zijn bemoedigd. |
Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. | Het is heerlijk voor een volk als de Heer zijn God is. Het is heerlijk voor een land als het door Hem is uitgekozen om zijn eigendom te zijn. |
Doch wij weten, dat de Zoon van God gekomen is en ons inzicht gegeven heeft om de Waarachtige te kennen; en wij zijn in de Waarachtige, in zijn Zoon Jezus Christus. Dit is de waarachtige God en het eeuwige leven. | Maar we weten óók dat de Zoon van God is gekomen. Hij heeft ons laten zien hoe we de ware God kunnen leren kennen. En door zijn Zoon Jezus Christus zijn we één met de ware God. Jezus is de ware God en het eeuwige leven. |
Geliefden, indien God ons zó heeft liefgehad, behoren ook wij elkander lief te hebben. | Lieve broeders en zusters, als God zóveel van ons houdt, moeten wij ook van elkaar houden. |
Het gras verdort, de bloem valt af, maar het woord van onze God houdt eeuwig stand. | Het gras verdroogt, de bloem valt af, maar het woord van God blijft voor eeuwig. |
Wie is het, die de wereld overwint, dan wie gelooft, dat Jezus de Zoon van God is? | Alleen als je gelooft dat Jezus de Zoon van God is, kun je de dingen van de wereld overwinnen. |
Dwaalt niet, God laat niet met Zich spotten. Want wat een mens zaait, zal hij ook oogsten. | Houd jezelf niet voor de gek, want God laat Zich ook niet voor de gek houden. Wat je zaait, zul je ook oogsten. |
Wij dan, gerechtvaardigd uit het geloof, hebben vrede met God door onze Here Jezus Christus. | En nu we door ons geloof zijn vrijgesproken van schuld, hebben we vrede met God. Die vrede hebben we te danken aan onze Heer Jezus Christus. |
En God schiep de mens naar zijn beeld; naar Gods beeld schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen. | En God maakte de mens. Hij maakte hem zó, dat hij heel veel op Hem leek. De mens leek heel erg op Hem. Hij maakte een man en een vrouw. |
Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? | Wat moeten we dan nog zeggen? Als God vóór ons is, wie kan ons dan nog kwaad doen? |
Laat af en weet, dat Ik God ben; Ik ben verheven onder de volken, verheven op de aarde. | Hij zegt: "Houd op! Want Ik ben God. Ik heers over de volken, Ik heers over de hele aarde." |
Want óns heeft God het geopenbaard door de Geest. Want de Geest doorzoekt alle dingen, zelfs de diepten Gods. | En nu heeft God aan óns zijn plan bekend gemaakt door zijn Geest. Want Gods Geest weet alles. Hij weet ook de diepste gedachten en plannen van God. |
Er is niemand heilig gelijk de Here, want niemand is er buiten U, en er is geen rots gelijk onze God. | Niemand is zo heilig als de Heer. Geen enkele god is als U. U bent de rots op wie we altijd kunnen vertrouwen. Niemand is als U. |