Maar voor wie tevreden is met wat hij heeft, is het geloof grote winst. | Maar het dienen van God is wel een grote rijkdom, als we ook tevreden zijn met wat we hebben. |
Beter een schamel bezit en ontzag voor de HEER dan grote rijkdom en veel onrust. | Het is beter niet veel te bezitten maar wel diep ontzag voor de Heer te hebben, dan rijk te zijn zonder vrede in je hart. |
Een goede naam is te verkiezen boven grote rijkdom, waardering boven zilver en goud. | Als andere mensen je prijzen, is dat beter dan rijk zijn. Als andere mensen je waarderen, is dat beter dan zilver en goud. |
Onderwerp u dus nederig aan Gods grote macht, dan zal Hij u op de bestemde tijd verheffen. | Gehoorzaam God van harte. Dan zal Hij jullie eren als daarvoor het juiste moment is gekomen. |
Halleluja! Gelukkig de mens die ontzag heeft voor de HEER en grote liefde voor zijn geboden. | Halleluja! Prijs de Heer! Het is heerlijk voor je als je diep ontzag voor de Heer hebt. Het is heerlijk als je Hem van harte gehoorzaamt. |
Beter een schamel bezit, rechtvaardig verworven, dan een grote rijkdom, verkregen door onrecht. | Het is beter weinig te hebben, maar eerlijk te zijn, dan rijk te zijn en oneerlijk. |
Hij moet groter worden en ik kleiner. | Híj moet steeds belangrijker worden, en ík moet steeds minder belangrijk worden. |
Roep Mij aan, en Ik zal je antwoorden, Ik zal je grote, wonderlijke dingen bekendmaken, dingen die je volkomen onbekend zijn. | Als je Mij om hulp roept, zal Ik je antwoorden. Ik zal je grote en geweldige dingen laten zien, waarvan je nu nog niets weet. |
De engel zei tegen hen: ‘Wees niet bang, want ik kom jullie goed nieuws brengen dat grote vreugde betekent voor heel het volk.’ | Maar de engel zei tegen hen: "Jullie hoeven niet bang te zijn. Want ik breng jullie goed nieuws. Dat goede nieuws is voor het hele volk." |
Ach HEER, mijn God, U hebt met uw grote kracht, met uw machtige arm, de hemel en de aarde gemaakt. Voor U is niets onmogelijk. | Heer, U heeft door uw grote macht en kracht de hemel en de aarde gemaakt. Niets is te wonderlijk voor U. |
Maar in uw grote liefde hebt U hen niet voor altijd vernietigd. U hebt hen niet verlaten, want U bent een genadige en liefdevolle God. | Maar omdat U van hen hield heeft U hen niet helemaal vernietigd. U heeft hen niet voorgoed verlaten. Want U bent een goede en liefdevolle God. |
Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. | Iemand die zijn leven over heeft voor zijn vrienden, heeft de grootste liefde. Grotere liefde bestaat niet. |
Dit zeg Ik daarover: zweer helemaal niet, noch bij de hemel, want dat is de troon van God, noch bij de aarde, want dat is zijn voetenbank, noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote koning. | Maar Ik zeg dat jullie helemaal niet moeten zweren. Niet bij de hemel, omdat die de troon van God is. Niet bij de aarde, omdat die zijn voetenbankje is. Niet bij Jeruzalem, omdat daar de grote Koning woont. |
Toch heeft Christus Jezus zich juist over mij ontfermd om allereerst in mijn geval zijn grote geduld te tonen. Zo werd ik een voorbeeld voor allen die in Hem geloven en het eeuwige leven zullen ontvangen. | Maar ik heb vergeving gekregen. Zo kon Jezus Christus in mij laten zien hoe geduldig Hij is. Zijn geduld met mij, de slechtste mens, zou zo een voorbeeld zijn voor de mensen die later in Hem zouden geloven en het eeuwige leven zouden krijgen. |
Geprezen zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus: in zijn grote barmhartigheid heeft Hij ons door de opstanding van Jezus Christus uit de dood opnieuw geboren doen worden en ons zo levende hoop gegeven. | We zijn de God en Vader van onze Heer Jezus Christus heel erg dankbaar. Want omdat Hij zo goed en liefdevol is, heeft Hij nieuwe mensen van ons gemaakt: we zijn opnieuw geboren. Dat heeft Hij gedaan door Jezus Christus uit de dood terug te roepen en weer levend te maken. Daardoor kunnen we vol hoop zijn. |
Maar hoe groter iemands kapitaal is, des te groter ook het aantal mensen dat het komt verbrassen. Wat heeft de eigenaar hierbij te winnen? Hij kan alleen maar toekijken. | Als iemand rijker wordt, heeft hij ook meer mensen die ervan moeten eten. En wat heeft de eigenaar er dan aan? Hij kan niet anders dan toekijken. |
Ik zal de heiligheid van mijn grote naam, die door jullie bij die volken is ontwijd, herstellen. Die volken zullen beseffen dat Ik de HEER ben – spreekt God, de HEER. Door jullie zal Ik ze laten zien dat Ik heilig ben. | Maar Ik zal laten zien wie Ik ben. Ik zal laten zien dat Ik de heilige God ben, Ík die door júllie voor schut gezet ben. Dan zullen de volken beseffen dat Ik de Heer ben. |
Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninkrijk van priesters, een heilige natie, een volk dat God zich verworven heeft om de grote daden te verkondigen van Hem die u uit de duisternis heeft geroepen naar zijn wonderbaarlijke licht. | Maar jullie zijn door God uitgekozen. Jullie zijn een uitgekozen volk, een koninkrijk van priesters, een volk dat bij God hoort en dat zijn eigendom is. Jullie zijn uitgekozen om de mensen te vertellen van de geweldige dingen die God heeft gedaan. Hij heeft jullie uit het donker geroepen om in zijn heerlijke licht te komen leven. |
Ik vind grote vreugde in de HEER, mijn hele wezen jubelt om mijn God. Hij deed mij het kleed van de redding aan, hulde mij in de mantel van de gerechtigheid, zoals een bruidegom een kroon opzet, zoals een bruid zich tooit met haar sieraden. | Jeruzalem zegt: "Ik ben heel erg blij met de Heer. Ik juich over wie God is. Want Hij heeft mij gered. Hij is voor mij opgekomen. Daardoor ben ik nu net zo mooi als een bruidegom in zijn feestkleren, of als een bruid met al haar sieraden om." |
Ongetwijfeld is dit het grote geheim van ons geloof: Hij is geopenbaard in een sterfelijk lichaam, in het gelijk gesteld door de Geest, is verschenen aan de engelen, verkondigd onder de volken, Hij vond geloof in de wereld, is opgenomen in majesteit. | Zonder twijfel is het dienen van God iets wat haast niet te begrijpen is: God is gekomen als een mens, door de Geest in het gelijk gesteld, aan de engelen verschenen, bekend gemaakt aan alle volken, door mensen over de hele wereld geloofd, naar de hemel gegaan en geëerd met hemelse macht en majesteit. |
Vervuld van de heilige Geest trok Jezus weg van de Jordaan. Hij werd door de Geest naar de woestijn geleid, waar Hij veertig dagen bleef en door de duivel op de proef gesteld werd. Al die tijd at Hij niets, en toen de veertig dagen verstreken waren, had Hij grote honger. | Vol van de Heilige Geest ging Jezus weg van de Jordaan. De Heilige Geest bracht Hem naar de woestijn. Daar werd Hij 40 dagen lang door de duivel uitgedaagd. Al die tijd at Hij niets. Toen er 40 dagen voorbij waren, had Hij honger. |
Maar ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop volbracht, het geloof behouden. Nu wacht mij de erekrans van de gerechtigheid, die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op de grote dag; en niet alleen aan mij, maar aan allen die naar zijn komst hebben uitgezien. | Ik heb de goede strijd gestreden. Ik heb de wedstrijd uitgelopen. Ik heb het geloof vastgehouden. Mijn beloning ligt voor mij klaar. Op de grote dag zal de Heer, de rechtvaardige Rechter, mij die beloning geven. En niet alleen aan mij, maar ook aan alle andere mensen die vol verwachting hebben uitgekeken naar zijn komst. |
Moge de Heer uw liefde voor elkaar en ieder ander groter maken, zodat uw liefde even overvloedig wordt als onze liefde voor u. | Ik bid ook dat de Heer jullie zal helpen om steeds meer van elkaar en van de andere mensen te houden. Net zoals ik steeds meer van jullie ga houden. |
Broeders en zusters, wij moeten God altijd voor u danken. Het past ons dit te doen, omdat uw geloof sterk groeit en uw liefde voor elkaar groter wordt. | Wij danken God altijd voor jullie, broeders en zusters. We danken Hem omdat jullie geloof snel groeit en omdat jullie liefde voor elkaar steeds sterker wordt. |