Ik wil graag leven zoals u dat wilt. Dat heb ik liever dan grote rijkdom. | In de weg uwer getuigenissen verblijd ik mij als over allerlei rijkdom. |
Heb respect voor je vader en je moeder. Dan zul je lang leven in het land dat ik je zal geven. | Eer uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land dat de Here, uw God, u geven zal. |
Maar de Heer zei tegen Samuel: ‘Let niet op zijn uiterlijk. Kijk niet hoe groot hij is. Ik heb hem niet uitgekozen. Wat je van buiten ziet, is niet belangrijk. Daar kijken mensen altijd het eerst naar, maar ik let erop hoe een mens van binnen is.’ | Doch de Here zeide tot Samuël: Let niet op zijn voorkomen noch op zijn rijzige gestalte, want Ik heb hem verworpen. Het komt immers niet aan op wat de mens ziet; de mens toch ziet aan wat voor ogen is, maar de Here ziet het hart aan. |
Ik vraag aan de Heer maar één ding, meer heb ik niet nodig. Ik wil bij hem wonen, elke dag, heel mijn leven. Ik wil bij hem zijn in de tempel. Dan zal ik zien hoe goed hij is. | Eén ding heb ik van de Here gevraagd, dit zoek ik: te verblijven in het huis des Heren al de dagen van mijn leven, om de liefelijkheid des Heren te aanschouwen, en om te onderzoeken in zijn tempel. |
En Gods stem klonk uit de hemel: ‘Hij alleen is mijn Zoon. Mijn liefde voor hem is groot.’ | En zie, een stem uit de hemelen zeide: Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb. |
Heer, mijn God, u brengt licht in mijn leven. U helpt me als ik het moeilijk heb. | Gij toch doet mijn lamp schijnen, de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. |
Daarom ben ik blij als mensen mij beledigen of me gevangen willen nemen. Ik ben blij als ik in moeilijkheden kom en het zwaar heb. Want zo wil Christus zijn macht laten zien. Juist doordat ik zwak ben, ben ik sterk! | Daarom heb ik een welbehagen in zwakheden, smaadheden, noden, vervolgingen, benauwenissen ter wille van Christus, want als ik zwak ben, dan ben ik machtig. |
Maar de Heer zegt: ‘Jeruzalem, ik heb je naam in mijn hart bewaard. Ik zal altijd aan je denken. Een moeder zorgt toch ook goed voor het kind dat ze in haar buik gedragen heeft? Ze vergeet haar kind nooit. En zelfs al zou een moeder haar kind vergeten, ik zal jou nooit vergeten!’ | Kan ook een vrouw haar zuigeling vergeten, dat zij zich niet ontfermen zou over het kind van haar schoot? Al zouden zij die vergeten, toch vergeet Ik u niet. Zie, Ik heb u in mijn handpalmen gegrift, uw muren zijn bestendig vóór Mij. |
Elke dag denk ik aan uw woorden, dan doe ik geen verkeerde dingen. | Ik berg uw woord in mijn hart, opdat ik tegen U niet zondige. |
Help me om altijd eerlijk te zijn, en geef me precies wat ik nodig heb. Ik wil niet arm zijn, maar ook niet rijk. | Houd valsheid en leugentaal verre van mij, geef mij armoede noch rijkdom, voed mij met het brood, mij toebedeeld. |
Ik vertel jullie al deze dingen, omdat ik wil dat jullie dezelfde vreugde voelen als ik. Ik wil dat jullie vreugde volmaakt is. | Dit heb Ik tot u gesproken, opdat mijn blijdschap in u zij en uw blijdschap vervuld worde. |
God, u bent goed, heb medelijden met mij! Uw liefde is groot. Vergeef me mijn zonden, neem mijn schuld weg, maak mij weer schoon. | Wees mij genadig, o God, naar uw goedertierenheid, delg mijn overtredingen uit naar uw grote barmhartigheid; was mij geheel van mijn ongerechtigheid, reinig mij van mijn zonde. |
Daarom zeg ik nog een keer: Je moet sterk en dapper zijn. Je hoeft nergens bang voor te zijn. Want ik ben je God. Ik ben altijd bij je, waar je ook heen gaat. | Heb Ik u niet geboden: wees sterk en moedig? Sidder niet en word niet verschrikt, want de Here, uw God, is met u, overal waar gij gaat. |
Jezus zei tegen hen: ‘Wat ik aan de mensen leer, heb ik niet van mijzelf. Het is de boodschap van God, hij heeft mij gestuurd.’ | Jezus antwoordde hun en zeide: Mijn leer is niet van Mij, maar van Hem, die Mij gezonden heeft. |
Hij kwam in de hel en had heel veel pijn. In de verte zag hij Abraham zitten, en daarnaast zat Lazarus. De rijke man riep: ‘Vader Abraham, heb medelijden met mij! Ik heb zo veel pijn in dit vuur! Stuur Lazarus naar me toe. Laat hem met zijn vinger een druppeltje water op mijn tong leggen.’ | Ook de rijke stierf en hij werd begraven. En toen hij in het dodenrijk zijn ogen opsloeg onder de pijnigingen, zag hij Abraham van verre en Lazarus in zijn schoot. En hij riep en zeide: Vader Abraham, heb medelijden met mij en zend Lazarus, opdat hij de top van zijn vinger in water dope en mijn tong verkoele, want ik lijd pijn in deze vlam. |
Wees niet eigenwijs, maar heb eerbied voor de Heer. Blijf uit de buurt van slechte mensen en doe geen kwaad. Dan zul je sterk en gezond zijn. | Wees niet wijs in eigen ogen, vrees de Here en wijk van het kwaad; het zal medicijn wezen voor uw vlees, en lafenis voor uw gebeente. |
Iedereen die dorst heeft, zal ik te drinken geven. Iedereen die geen kracht meer heeft, maak ik weer sterk. | Want Ik verkwik de vermoeide ziel, elke versmachtende ziel verzadig Ik. |
Als je hard werkt, heb je daar voordeel van, maar als je alleen maar praat, blijf je arm. | In alle moeitevolle arbeid zal voordeel zijn, maar het gepraat der lippen leidt enkel tot gebrek. |
Jullie moeten naar alle volken gaan, zodat iedereen mijn leerling kan worden. Jullie moeten de mensen dopen in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige Geest. Leer de mensen om zich te houden aan alles wat ik jullie verteld heb. En vergeet nooit: ik ben altijd bij jullie, totdat de nieuwe wereld komt. | Gaat dan henen, maakt al de volken tot mijn discipelen en doopt hen in de naam des Vaders en des Zoons en des Heiligen Geestes en leert hen onderhouden al wat Ik u bevolen heb. En zie, Ik ben met u al de dagen tot aan de voleinding der wereld. |
Stel dat je de hele wereld in bezit krijgt. Wat heb je daaraan als je je leven verliest? Het eeuwige leven is niet te koop. | Want wat zou het een mens baten, als hij de gehele wereld won, maar schade leed aan zijn ziel? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn leven? |
Toen ik jullie voorouders uit Egypte weghaalde, gaf ik hun deze regel: ‘Luister altijd naar wat ik zeg. Dan zal ik jullie God zijn, en dan zullen jullie mijn volk zijn. Ik zal jullie vertellen hoe je moet leven. Als je doet wat ik wil, zal het goed met jullie gaan.’ | Maar dit gebod heb Ik hun gegeven: Hoort naar mijn stem, dan zal Ik u tot een God en zult gij Mij tot een volk zijn, en wandelt op de ganse weg die Ik u gebied, opdat het u welga. |
Het allerbelangrijkste is nu dat jullie veel van elkaar houden. Want door liefde kun je elkaar veel fouten vergeven. | Hebt bovenal bestendige liefde jegens elkander, want de liefde bedekt tal van zonden. |
Houd van elkaar zoals broers en zussen van elkaar houden. Laat altijd zien dat je respect hebt voor de ander. | Weest in broederliefde elkander genegen, in eerbetoon elkander ten voorbeeld. |
Israël, jij bent heel belangrijk voor mij, je bent heel veel waard. Ik houd zo veel van je! Voor jou gaf ik Egypte, Nubië en Seba weg. Voor jou geef ik alles weg, alle mensen en alle volken van de wereld. | Omdat gij kostbaar zijt in mijn ogen en hooggeschat en Ik u liefheb, geef Ik mensen voor u in de plaats en natiën in ruil voor uw leven. |
Bescherm mij, God, bij u ben ik veilig. | Bewaar mij, o God, want bij U schuil ik. |
Gerelateerde onderwerpen
Liefde
Liefde is: geduldig en...
God
De Heer, jullie God...
Vreugde
En wees altijd blij!...
Zegen
De Heer zal jullie...
Jezus
Jezus keek hen aan...
Zonde
Jullie weten dat slechte...
Bijbeltekst van de dag
Dwaze kinderen luisteren niet naar de lessen van hun ouders.Kinderen die wel luisteren, zijn verstandig.