U bent altijd onze God geweest. Ik dank u, want u geeft mij wijsheid en kracht. U hebt geluisterd naar het gebed van mij en mijn drie vrienden. En u hebt mij laten zien wat de koning gedroomd heeft. | U, God van mijn voorouders, loof ik en roem ik, want U hebt mij wijsheid en kracht geschonken en mij onthuld wat wij U hebben afgesmeekt, U hebt ons laten weten wat de koning verontrust. |
Maar omdat u goed was voor uw volk, hebt u het niet vernietigd. U hebt de Israëlieten niet in de steek gelaten. U bleef voor hen zorgen en u liet zien dat u een goede God bent. | Maar in uw grote liefde hebt U hen niet voor altijd vernietigd. U hebt hen niet verlaten, want U bent een genadige en liefdevolle God. |
Je hebt meer aan waardering dan aan rijkdom, je hebt meer aan respect dan aan geld. | Een goede naam is te verkiezen boven grote rijkdom, waardering boven zilver en goud. |
Heer, u bent mijn God! Ik zal voor u zingen, ik zal vertellen hoe machtig u bent. Want u hebt wonderen gedaan. Alles wat u ooit besloten hebt, dat hebt u ook gedaan. Op u kunnen wij vertrouwen. | HEER, U bent mijn God. Hoog zal ik U prijzen, uw naam loven. Want wonderbaarlijk zijn uw daden, sinds mensenheugenis hebt U uw plannen uitgevoerd, trouw en betrouwbaar. |
Jezus zei: ‘Jij gelooft in mij omdat je mij gezien hebt. Vanaf nu zullen mensen in mij geloven zonder dat ze mij zien. En God zal hen gelukkig maken.’ | Jezus zei tegen hem: ‘Omdat je Me gezien hebt, geloof je. Gelukkig zijn zij die niet zien en toch geloven.’ |
Vader, u hebt de gelovigen aan mij gegeven. Ik wil dat ze dicht bij mij zijn, ook als ik naar u toe ga. Dan zullen ze mij zien op mijn plaats naast u in de hemel. U hebt mij die plaats gegeven, want u hield al van mij voordat u de aarde maakte. | Vader, U hebt hen aan Mij geschonken, laat hen dan zijn waar Ik ben. Dan zullen zij de grootheid zien die U Mij gegeven hebt omdat U Mij al liefhad voordat de wereld gegrondvest werd. |
Je hebt niet altijd iets aan je familie als je het moeilijk hebt. Wees daarom zuinig op de vrienden van jezelf en van je familie. Je hebt meer aan een vriend in de buurt dan aan familie ver weg. | Houd een vriend in ere, ook die van je vader, ga niet naar je broer als je problemen hebt; een vriend in de buurt is beter dan een broer ver weg. |
Nooit zal ik de regels vergeten die u mij gegeven hebt. Want die houden mij in leven. | In eeuwigheid zal ik uw regels niet vergeten, daardoor houdt U mij in leven. |
Ze kregen het land niet op eigen kracht, niet door hun wapens en hun leger. U hebt hun het land gegeven, u hebt hen geholpen met uw macht. U hebt hen beschermd, omdat u van hen hield. | Zij verkregen het land niet met het zwaard, niet hun eigen kracht heeft hen gered, maar uw rechterhand, uw arm, het licht van uw gelaat. U had hen lief. |
Heer, mijn God, u hebt met uw grote kracht de hemel en de aarde gemaakt. Voor u is alles mogelijk! | Ach HEER, mijn God, U hebt met uw grote kracht, met uw machtige arm, de hemel en de aarde gemaakt. Voor U is niets onmogelijk. |
God, u keek diep in ons hart. U wilde weten of we goed of slecht waren, en of we u trouw zouden blijven. | U hebt ons beproefd, o God, ons gezuiverd, gezuiverd als zilver. |
God geeft je misschien rijkdom en bezit. En hij zorgt ervoor dat je kunt genieten van alles wat je hebt. Je hebt er hard voor gewerkt, en het is een geschenk van God. | Wanneer een mens geniet van rijkdom en bezit, wanneer hem dat door God wordt toegestaan als zijn rechtmatig deel en hij zich verheugt in alles wat hij moeizaam heeft verworven, is dat een geschenk van God. |
Daarom zeg ik: Als je iets aan God vraagt, geloof dan dat je het al gekregen hebt. Dan krijg je het ook. | Daarom zeg Ik jullie: alles waarom jullie bidden en vragen, geloof dat je het al ontvangen hebt, en je zult het krijgen. |
Steeds als ik geen moed meer had, hebt u mij vol liefde geholpen. | Toen ik dacht: Mijn voet glijdt weg, hield uw trouw mij staande, HEER. |
Als je veel vrienden hebt, krijg je snel problemen. Eén echte vriend is goud waard. | Wie veel vrienden heeft, raakt snel geruïneerd, een echte vriend is meer waard dan een broer. |
Als ik bang was en vol zorgen, hebt u mij getroost en blij gemaakt. | Toen ik door zorgen werd overstelpt, was uw troost de vreugde van mijn ziel. |
U hebt mij vergeven, Heer, u denkt niet meer aan mijn fouten. Daarom ben ik gelukkig. | Gelukkig de mens wiens ontrouw wordt vergeven, wiens zonden worden bedekt. |
Mensen die u willen dienen, mensen die bij u bescherming zoeken, die maakt u gelukkig. De hele wereld zal het zien! | Hoe groot is het geluk dat U hebt weggelegd voor wie U vrezen, dat U bereid hebt voor wie schuilen bij U, heel de wereld zal het zien. |
Maar Petrus zei: ‘Ananias, je hebt geluisterd naar Satan en je hebt de heilige Geest bedrogen. Want je deed alsof je de hele opbrengst gaf. Waarom heb je dat gedaan? Je had je land gewoon voor jezelf kunnen houden. Of je had het geld voor jezelf kunnen gebruiken. Maar nu ben je oneerlijk geweest, en niet tegen de mensen, maar tegen God!’ | Maar Petrus zei: ‘Ananias, waarom heb je je door Satan laten misleiden en heb je de heilige Geest bedrogen door een deel van de opbrengst van het stuk grond achter te houden? Je had het immers niet hoeven te verkopen, en nu je het wel verkocht hebt, had je met de opbrengst toch kunnen doen wat je wilde? Wat heeft je bezield om je zo te gedragen? Niet de mensen heb je bedrogen, maar God zelf.’ |
Bij u ben ik veilig, u beschermt me. Ik hoop dat u doet wat u beloofd hebt. | Bij U schuil ik, U bent mijn schild, in uw woord stel ik mijn hoop. |
Jezus zei tegen hem: ‘Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis. Verkoop alles wat je hebt en geef het geld aan de armen. Dan zul je in de hemel een grote beloning krijgen. Als je alles weggegeven hebt, kom dan terug en ga met mij mee.’ | Jezus antwoordde hem: ‘Als u volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat u bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zult u een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg Mij.’ |
Hoe kan iemand vanaf zijn jeugd goed leven? Door te doen wat u gezegd hebt, Heer. | Hoe kan wie jong is zuiver leven? Door zich te houden aan uw woord. |
Van hard werken alleen word je niet rijk, je hebt de zegen van de Heer nodig. | Alleen de zegen van de HEER maakt rijk, zwoegen voegt daar niets aan toe. |
Leef niet alleen voor het geld, en wees tevreden met wat je hebt. God zorgt voor je, want hij heeft zelf gezegd: «Ik zal bij je blijven, ik zal je niet in de steek laten.» | Laat uw leven niet beheersen door geldzucht, neem genoegen met wat u hebt. Hij heeft immers zelf gezegd: ‘Nooit zal Ik u afvallen, nooit zal Ik u verlaten.’ |
Houd van elkaar zoals broers en zussen van elkaar houden. Laat altijd zien dat je respect hebt voor de ander. | Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. |