Nu dan, Israël, wat vraagt de HEERE, uw God, van u dan de HEERE, uw God, te vrezen, in al Zijn wegen te gaan, Hem lief te hebben en de HEERE, uw God, te dienen, met heel uw hart en met heel uw ziel, en de geboden van de HEERE en Zijn verordeningen, die ik u heden gebied, in acht te nemen, u ten goede? | Mozes zei verder tegen de Israëlieten: ‘Heb eerbied voor de Heer, jullie God. Dat is wat hij van jullie vraagt. Leef zoals hij het jullie leert. Dien hem, en heb hem lief met je hele hart en je hele ziel. Vandaag geef ik jullie zijn wetten en regels. Als jullie je daaraan houden, zal het goed met jullie gaan.’ |
Niet ieder die tegen Mij zegt: Heere, Heere, zal binnengaan in het Koninkrijk der hemelen, maar wie de wil doet van Mijn Vader, Die in de hemelen is. | Mensen die mij Heer noemen, komen niet vanzelf in Gods nieuwe wereld. Daar komen alleen de mensen die doen wat mijn hemelse Vader wil. |
De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? | De Heer is bij mij, daarom ben ik niet bang. Mensen kunnen me geen kwaad doen. |
U moet Mijn geboden in acht nemen en ze houden. Ik ben de HEERE. | Ik ben de Heer. Houd je aan mijn wetten en regels. |
Maar wie roemt, laat hij roemen in de Heere. Want niet wie zichzelf aanbeveelt, die is welbeproefd, maar wie door de Heere wordt aanbevolen. | Er is er maar één op wie we trots moeten zijn: de Heer. Iemand kan wel over zichzelf zeggen: ‘Ik werk voor de Heer.’ Maar dat zegt nog niets. Dat weet je pas zeker, als de Heer zelf laat zien dat iemand voor hem werkt. |
Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend. | Vraag altijd hulp aan de Heer, hij is machtig. Blijf steeds dicht bij hem. |
Ik zal Mijn grote Naam heiligen, die onder de heidenvolken ontheiligd is, die u in hun midden ontheiligd hebt. Dan zullen de heidenvolken weten dat Ik de HEERE ben, spreekt de Heere HEERE, als Ik in u voor hun ogen geheiligd word. | Ik zal zorgen dat de volken weer eerbied voor mij krijgen. Ik zal ze laten zien dat ik een heilige God ben. Want ik ga jullie weghalen uit de landen waar jullie terechtgekomen zijn. Ik zal jullie bij elkaar brengen, en weer terug laten gaan naar je eigen land. Dan zullen de volken begrijpen dat ik de Heer ben. |
Wentel uw werken op de HEERE, en uw plannen zullen bevestigd worden. | Vertrouw op de Heer bij alles wat je doet. Dan zullen al je plannen slagen. |
Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht Hem en ik hoop op Zijn woord. | Ik verlang naar de Heer, ik wacht op hem, ik vertrouw op zijn woorden. |
Zij roepen en de HEERE hoort, Hij redt hen uit al hun benauwdheden. De HEERE is nabij de gebrokenen van hart, Hij verlost de verbrijzelden van geest. | De Heer luistert als mensen om hulp roepen. Hij redt hen uit alle gevaar. De Heer is dicht bij mensen die geen hoop meer hebben, hij helpt mensen die de moed verliezen. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Er is geen andere God dan de Heer. Alleen bij hem ben ik veilig. |
Welzalig zijn de oprechten van wandel, die in de wet van de HEERE gaan. | Gelukkig zijn mensen die altijd het goede doen, die leven volgens de wet van de Heer. |
De aarde is van de HEERE en al wat zij bevat, de wereld en wie er wonen. | Van de Heer is de aarde en alles wat er leeft, van hem is de wereld en ieder die er woont. |
De HEERE geeft immers wijsheid, uit Zijn mond komen kennis en inzicht. | De Heer geeft wijsheid. Zijn woorden geven kennis en inzicht. |
Onze hulp is in de Naam van de HEERE, Die hemel en aarde gemaakt heeft. | De Heer is machtig, hij helpt ons altijd. Hij heeft de hemel en de aarde gemaakt. |
Want ieder die de Naam van de Heere zal aanroepen, zal zalig worden. | Want in de heilige boeken staat: «Iedereen die hem Heer noemt, zal gered worden.» |
Zou iemand zich op verborgen plaatsen kunnen verbergen en zou Ík hem niet zien? spreekt de HEERE. Vervul Ik niet de hemel en de aarde? spreekt de HEERE. | Niemand kan zich voor mij verbergen, ik zie alles. Want ik ben overal, in de hemel en op de aarde. |
U noemt Mij Meester en Heere, en u zegt het terecht, want Ik ben het. | Jullie noemen mij ‘meester’ en ‘Heer’. En dat is goed, want dat ben ik. |
Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. | De Heer is alles wat ik nodig heb, op hem vertrouw ik. |
Wees dan waakzaam, want u weet niet op welk moment uw Heere komen zal. | Blijf opletten! Want jullie weten niet wanneer jullie Heer zal komen. |
Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, ik zal al Uw wonderen vertellen. | Heer, met heel mijn hart wil ik u danken, al uw wonderen wil ik bekendmaken. |
Zie, God is mijn Helper, de Heere is onder hen die mijn ziel ondersteunen. | God, u zult mij helpen. Heer, u geeft mij kracht. |
Loof de HEERE, roep Zijn Naam aan, maak Zijn daden bekend onder de volken. | Dank de Heer en maak bekend wie hij is! Vertel aan iedereen wat hij gedaan heeft. |
U echter, HEERE, bent een schild voor mij, mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog. | Maar u beschermt mij, Heer. U geeft mij kracht, u laat me overwinnen. |
Wees sterk en Hij zal uw hart sterk maken, u allen die op de HEERE hoopt! | Jullie die vertrouwen op de Heer, wees sterk en moedig! |
Gerelateerde onderwerpen
God
De HEERE, uw God...
Wet
Deze woorden, die ik...
Redding
En de zaligheid is...
Hemel
Want de Heere Zelf...
Hoop
Ik immers, Ik ken...
Leven
De HEERE zal u...
Bijbeltekst van de dag
Een geduldig man is beter dan een dappere held,en wie zijn geest beheerst, is beter dan wie een stad inneemt.