Barmhartig en genadig is de HEERE, geduldig en rijk aan goedertierenheid. | Barmhartig en genadig is de Here, lankmoedig en rijk aan goedertierenheid. |
Vereer de HEERE met je bezit, met de eerstelingen van heel je opbrengst. | Vereer de Here met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Want wie is God behalve de Here, wie is een rots buiten onze God? |
Want de ogen van de Heere rusten op de rechtvaardigen, en Zijn oren zijn gericht op hun gebed; maar het aangezicht van de Heere is tegen hen die kwaad doen. | Want de ogen des Heren zijn op de rechtvaardigen, en zijn oren tot hun smeking, maar het aangezicht des Heren is tegen hen, die het kwade doen. |
Vertrouw op de HEERE en doe het goede; bewoon de aarde en voed u met trouw. | Vertrouw op de Here en doe het goede, woon in het land en betracht getrouwheid. |
Toen ik zei: Mijn voet wankelt, ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE. | Als ik dacht: Mijn voet wankelt – dan ondersteunde mij uw goedertierenheid, o Here. |
De rechtvaardige heeft veel ellende, maar uit dat alles redt de HEERE hem. | Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige, maar uit die alle redt hem de Here. |
Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is. | Zoekt de Here, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. |
U, HEERE, zetelt voor eeuwig! Uw troon is van generatie op generatie! | Gij, Here, zetelt tot in eeuwigheid, uw troon staat van geslacht tot geslacht. |
Zou Ik werkelijk behagen scheppen in de dood van de goddeloze? spreekt de Heere HEERE. Is het niet, wanneer hij zich bekeert van zijn wegen, dat hij zal leven? | Zou Ik een welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze? luidt het woord van de Here Here. Niet veeleer hieraan, dat hij zich bekere van zijn wegen en leve? |
De HEERE is rechtvaardig in al Zijn wegen, goedertieren in al Zijn werken. | De Here is rechtvaardig in al zijn wegen, goedertieren in al zijn werken. |
Vraag naar de HEERE en Zijn kracht, zoek Zijn aangezicht voortdurend. | Vraagt naar de Here en zijn sterkte, zoekt zijn aangezicht bestendig. |
De zegen van de HEERE, die maakt rijk, Hij voegt er geen zwoegen aan toe. | De zegen des Heren, die maakt rijk, zwoegen voegt er niets aan toe. |
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Heere Jezus Christus. | Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. |
Wees niet traag wat uw inzet betreft. Wees vurig van geest. Dien de Heere. | In ijver onverdroten, vurig van geest, dient de Here. |
De HEERE is groot en zeer te prijzen, Zijn grootheid is niet te doorgronden. | De Here is groot en zeer te prijzen, zijn grootheid is ondoorgrondelijk. |
Filippus zei tegen Hem: Heere, laat ons de Vader zien en het is ons genoeg. | Filippus zeide tot Hem: Here, toon ons de Vader en het is ons genoeg. |
En de HEERE bracht een omkeer in het levenslot van Job, toen hij gebeden had voor zijn vrienden. De HEERE vermeerderde alles wat Job bezeten had tot het dubbele toe. | En de Here bracht een keer in het lot van Job, toen hij voor zijn vrienden gebeden had, en de Here gaf Job het dubbele van al wat hij bezeten had. |
Want Ú doet mijn lamp schijnen, HEERE; mijn God doet mijn duisternis opklaren. | Gij toch doet mijn lamp schijnen, de Here, mijn God, doet mijn duisternis opklaren. |
De HEERE zei tegen de satan: Zie, alles wat hij heeft, is in uw hand; alleen naar hemzelf mag u uw hand niet uitsteken. En de satan ging weg van het aangezicht van de HEERE. | En de Here zeide tot de satan: Zie, al wat hij bezit, zij in uw macht; alleen tegen hemzelf zult gij uw hand niet uitstrekken. Toen ging de satan van des Heren aangezicht heen. |
Gerechtigheid en recht te doen is voor de HEERE verkieslijker dan een offer. | Gerechtigheid en recht doen, is de Here welgevalliger dan offers. |
Loof de HEERE, want Hij is goed, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig. | Looft de Here, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. |
Ik zal de HEERE te allen tijde loven, Zijn lof zal voortdurend in mijn mond zijn. | Ik wil de Here te allen tijde prijzen, bestendig zij zijn lof in mijn mond. |
De HEERE is allen nabij die Hem aanroepen, allen die Hem in waarheid aanroepen. | De Here is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid. |
Heere, al mijn verlangen ligt voor U open, mijn zuchten is voor U niet verborgen. | Here, al mijn verlangen ligt voor U open, mijn zuchten is voor U niet verborgen. |