Bijbelteksten over Bescherming
Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. | Doet de wapenrusting Gods aan, om te kunnen standhouden tegen de verleidingen des duivels. |
U bent mijn schuilplaats, U beschermt mij voor benauwdheid, U omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela | Gij zijt mij een verberging, Gij bewaart mij voor benauwdheid, Gij omringt mij met jubelzangen van bevrijding. sela |
God is ons een toevlucht en kracht; Hij is in hoge mate een hulp gebleken in benauwdheden. | God is ons een toevlucht en sterkte, ten zeerste bevonden een hulp in benauwdheden. |
Wees sterk en moedig, wees niet bevreesd en schrik niet voor hen terug, want het is de HEERE, uw God, Die met u meegaat. Hij zal u niet loslaten en u niet verlaten. | Weest sterk en moedig, vreest niet en siddert niet voor hen, want de Here, uw God, zelf gaat met u; Hij zal u niet begeven en u niet verlaten. |
Elk wapentuig dat tegen u wordt vervaardigd, zal niets uitrichten, en elke tong die in het gericht tegen u opstaat, zult u schuldig verklaren. Dit is het erfelijk bezit van de dienaren van de HEERE, en hun gerechtigheid is uit Mij, spreekt de HEERE. | Elk wapen dat tegen u gesmeed wordt, zal niets uitrichten, en elke tong die zich voor het gericht tegen u keert, zult gij in het ongelijk stellen. Dit is het deel van de knechten des Heren en hun recht van Mijnentwege, luidt het woord des Heren. |
Daarom zeggen wij met goede moed: De Heere is voor mij een Helper en ik zal niet vrezen. Wat zal een mens mij doen? | Daarom kunnen wij met vertrouwen zeggen: De Here is mij een helper, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? |
Ook hebt U mij het schild van Uw heil gegeven, Uw rechterhand heeft mij ondersteund, Uw zachtmoedigheid heeft mij groot gemaakt. U hebt mijn voetstappen onder mij ruimte gegeven, mijn enkels hebben niet gewankeld. | Ook gaaft Gij mij het schild uws heils, en uw rechterhand ondersteunde mij, uw nederbuigende goedheid maakte mij groot. Gij hebt mij ruimte gegeven voor mijn schreden, en mijn enkels wankelden niet. |
Bewaar mij, o God, want ik heb tot U de toevlucht genomen. | Bewaar mij, o God, want bij U schuil ik. |
De HEERE zal voor u strijden, en ú moet stil zijn. | De Here zal voor u strijden, en gij zult stil zijn. |
De HEERE is bij mij, ik ben niet bevreesd. Wat kan een mens mij doen? | De Here is met mij, ik zal niet vrezen; wat zou een mens mij doen? |
U bent mijn schuilplaats en mijn schild, op Uw woord heb ik gehoopt. | Gij zijt mijn schuilplaats en mijn schild, ik hoop op uw woord. |
Alle dingen kan ik aan door Christus, Die mij kracht geeft. | Ik vermag alle dingen in Hem, die mij kracht geeft. |
Tot uw ouderdom toe zal Ik Dezelfde zijn, ja, tot uw grijsheid toe zal Ík u dragen; Ík heb het gedaan en Ík zal u opnemen, Ík zal dragen en redden. | Tot de ouderdom ben Ik dezelfde en tot de grijsheid toe zal Ik u torsen; Ik heb het gedaan en Ik zal dragen, Ik zal torsen en redden. |
Gods weg is volmaakt, het woord van de HEERE is gelouterd, Hij is een schild voor allen die tot Hem de toevlucht nemen. | Gods weg is volmaakt; des Heren woord is zuiver. Hij is een schild voor allen die bij Hem schuilen. |
Hij zal u beschutten met Zijn vlerken, onder Zijn vleugels zult u de toevlucht nemen, Zijn trouw is een schild en een pantser. | Met zijn vlerken beschermt Hij u, en onder zijn vleugelen vindt gij een toevlucht; zijn trouw is schild en pantser. |
Ik echter zal van Uw macht zingen en 's morgens vrolijk zingen van Uw goedertierenheid. Want U bent voor mij een veilige vesting geweest, een toevlucht in de dagen dat angst mij benauwde. | Ik echter bezing uw sterkte, des morgens jubel ik over uw goedertierenheid; want Gij waart mij een burcht, een toevlucht ten dage toen ik benauwd was. |
Bescherm je hart boven alles wat te behoeden is, want daaruit zijn de uitingen van het leven. | Behoed uw hart boven al wat te bewaren is, want daaruit zijn de oorsprongen des levens. |
Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? | Wat zullen wij dan van deze dingen zeggen? Als God vóór ons is, wie zal tegen ons zijn? |
U echter, HEERE, bent een schild voor mij, mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog. | Maar Gij, Here, zijt een schild dat mij dekt, mijn eer, en die mijn hoofd opheft. |
Ik stel mij de HEERE voortdurend voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand is, wankel ik niet. | Ik stel mij de Here bestendig voor ogen; omdat Hij aan mijn rechterhand staat, wankel ik niet. |
Of denkt u dat Ik Mijn Vader nu niet kan bidden, en Hij zal Mij meer dan twaalf legioenen engelen ter beschikking stellen? | Of meent gij, dat Ik mijn Vader niet kan aanroepen en Hij zal Mij terstond meer dan twaalf legioenen engelen terzijde stellen? |
Het is beter tot de HEERE de toevlucht te nemen dan op de mensen te vertrouwen. | Het is beter bij de Here te schuilen dan op mensen te vertrouwen. |
Ieder woord van God is gelouterd, Hij is een schild voor hen die tot Hem de toevlucht nemen. | Alle woord Gods is gelouterd; hun die bij Hem schuilen, is Hij ten schild. |
De Naam van de HEERE is een sterke toren, een rechtvaardige snelt daarheen en wordt in een veilige vesting gezet. | De naam des Heren is een sterke toren; de rechtvaardige ijlt daarheen en is onaantastbaar. |
Want wie is God, behalve de HEERE? Wie is een rots dan alleen onze God? | Want wie is God behalve de Here, wie is een rots buiten onze God? |
Gerelateerde onderwerpen
Veiligheid
Maar de Heere is...
Betrouwbaarheid
Maar de Heere is...
Rechtvaardigheid
Wie gerechtigheid en goedertierenheid...
Kwaad
Word niet overwonnen door...
Vertrouwen
Vertrouw op de HEERE...
Woord van God
Want het Woord van...