Luister, Israël, de Heer is onze God. De Heer is Eén. Houd van Hem met je hele hart, je hele ziel en alles wat je hebt. | Hoor, Israël: de Here is onze God; de Here is één! Gij zult de Here, uw God, liefhebben met geheel uw hart en met geheel uw ziel en met geheel uw kracht. |
Maar iedereen die de Heer aanbidt, zal worden gered. | En het zal zijn, dat al wie de naam des Heren aanroept, behouden zal worden. |
De Heer zegt: "Sta op, Jeruzalem, kom in het licht. Het stralende licht van de Heer zal op je schijnen. Zijn zon gaat over je op." | Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid des Heren gaat over u op. |
De wet van de Heer is volmaakt en richt de mensen op God. De woorden van de Heer zijn te vertrouwen en geven de mensen wijsheid. | De wet des Heren is volmaakt, zij verkwikt de ziel; de getuigenis des Heren is betrouwbaar, zij schenkt wijsheid aan de onverstandige. |
Als je op de Heer vertrouwt, hoef je nooit wanhopig te zijn. | Weest sterk en uw hart zij onversaagd, gij allen, die op de Here hoopt. |
Heer, wees alstublieft goed voor ons, want we vertrouwen op U. | Uw goedertierenheid, Here, zij over ons, gelijk wij op U hopen. |
De Heer is mijn licht en mijn redding. Daarom ben ik voor niemand bang. De Heer is mijn kracht. Daarom hoef ik voor niemand bang te zijn. | De Here is mijn licht en mijn heil, voor wie zou ik vrezen? De Here is mijns levens veste, voor wie zou ik vervaard zijn? |
Heer, red mij van de mensen die leugens over me rondvertellen. | Here, red mij van de leugenlippen, van de bedrieglijke tong. |
Prijs de Heer! Elke dag is onze God zo ontzettend goed voor ons! | Geprezen zij de Here. Dag aan dag draagt Hij ons; die God is ons heil. sela |
Deze dag is door de Heer gemaakt. Laten we daar blij over zijn! | Dit is de dag die de Here gemaakt heeft; laten wij juichen en ons daarover verheugen. |
Als iemand Hem werkelijk om hulp roept, komt de Heer hem helpen. | De Here is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid. |
Kom Heer! God, doe er iets aan! Denk alstublieft aan de arme mensen! | Sta op, Here! o God, hef uw hand op, vergeet de ellendigen niet. |
Tegen elk kwaad zal de Heer je beschermen. Hij bewaart je leven. De Heer zal je beschermen waar je ook bent, waar je ook gaat, nu en voor altijd. | De Here zal u bewaren voor alle kwaad, Hij zal uw ziel bewaren. De Here zal uw uitgang en uw ingang bewaren van nu aan tot in eeuwigheid. |
Word niet lui in het dienen van de Heer, maar dien Hem vol vuur. | In ijver onverdroten, vurig van geest, dient de Here. |
Wees altijd blij in de Heer! Ik zeg het nóg een keer: wees blij! | Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! |
Ik bid dat de Heer Jezus Christus in alles goed voor je zal zijn. | De genade van de Here Jezus Christus zij met ulieder geest. |
Prijs de Heer, want Hij is goed. Zijn liefde duurt voor eeuwig. | Looft de Here, want Hij is goed, want zijn goedertierenheid is tot in eeuwigheid. |
Zeg daarom tegen hen: Dit zegt de Heer: Niets van wat Ik gezegd heb, zal Ik nog langer uitstellen. Wat Ik heb gezegd, gaat nú gebeuren, zegt de Heer. | Daarom zeg tot hen: zo zegt de Here Here: geen van mijn woorden zal nog langer worden uitgesteld. Het woord dat Ik spreken zal, zal in vervulling gaan, luidt het woord van de Here Here. |
Prijs de Heer, aanbid Hem! Vertel de volken over wat Hij heeft gedaan. | Looft de Here, roept zijn naam aan, maakt onder de volken zijn daden bekend. |
Het is beter om bij de Heer te schuilen, dan op mensen te vertrouwen. | Het is beter bij de Here te schuilen dan op mensen te vertrouwen. |
Tenslotte, broeders en zusters: wees sterk in de kracht van de Heer. | Voorts, weest krachtig in de Here en in de sterkte zijner macht. |
Heer, bescherm mij alstublieft altijd, omdat U liefdevol bent en trouw. | Gij, Here, onthoud mij uw erbarming niet; uw goedertierenheid en uw waarheid mogen mij bestendig bewaren. |
Ik had de Heer nog maar nét om hulp geroepen, of ik kon Hem al danken. | Nauwelijks had ik met mijn mond tot Hem geroepen, of er was een lofzang onder mijn tong. |
Geef de Heer van wat je bezit. Geef Hem het eerste deel van je oogst. | Vereer de Here met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten. |
Als je leeft zoals de Heer het wil, geniet Hij van je en helpt Hij je. | Door de Here worden de schreden van de man bevestigd, aan wiens weg Hij welgevallen heeft. |