Gij noemt Mij Meester en Here, en gij zegt dat terecht, want Ik ben het. | Jullie noemen mij ‘meester’ en ‘Heer’. En dat is goed, want dat ben ik. |
Genade zij u en vrede van God, onze Vader, en van de Here Jezus Christus. | Ik wens jullie toe dat God, onze Vader, en de Heer Jezus Christus goed voor jullie zijn en jullie vrede geven. |
Vraagt naar de Here en zijn sterkte, zoekt zijn aangezicht bestendig. | Vraag altijd hulp aan de Heer, hij is machtig. Blijf steeds dicht bij hem. |
Looft de Here, roept zijn naam aan, maakt onder de volken zijn daden bekend. | Dank de Heer en maak bekend wie hij is! Vertel aan iedereen wat hij gedaan heeft. |
Want de Here geeft wijsheid, uit zijn mond komen kennis en verstandigheid. | De Heer geeft wijsheid. Zijn woorden geven kennis en inzicht. |
Vereer de Here met uw rijkdom en met de eerstelingen van al uw inkomsten. | Je moet offers aan de Heer brengen, en hem het beste van je oogst geven. |
Zou Ik een welgevallen hebben aan de dood van de goddeloze? luidt het woord van de Here Here. Niet veeleer hieraan, dat hij zich bekere van zijn wegen en leve? | Of denken jullie soms dat ik blij ben met de dood van een slecht mens? Nee, ik wil veel liever dat hij ophoudt met zijn verkeerde gedrag, zodat hij in leven blijft. |
Ik zal mijn grote naam die onder de volken ontheiligd is, die gij te midden van hen ontheiligd hebt, heiligen; en de volken zullen weten, dat Ik de Here ben, luidt het woord van de Here Here, wanneer Ik Mij voor hun ogen aan u de Heilige zal betonen. | Ik zal zorgen dat de volken weer eerbied voor mij krijgen. Ik zal ze laten zien dat ik een heilige God ben. Want ik ga jullie weghalen uit de landen waar jullie terechtgekomen zijn. Ik zal jullie bij elkaar brengen, en weer terug laten gaan naar je eigen land. Dan zullen de volken begrijpen dat ik de Heer ben. |
Maar Gij, Here, zijt een schild dat mij dekt, mijn eer, en die mijn hoofd opheft. | Maar u beschermt mij, Heer. U geeft mij kracht, u laat me overwinnen. |
Mijn sabbatten zult gij houden en mijn heiligdom ontzien, Ik ben de Here. | Houd je altijd aan de sabbat. En gedraag je eerbiedig als je naar mijn heilige tent gaat. Ik ben de Heer. |
U is heden de Heiland geboren, namelijk Christus, de Here, in de stad van David. | Vandaag is jullie redder geboren: Christus, de Heer. Hij is geboren in Betlehem, de stad van David. |
Daarom is de Here een burcht voor de verdrukte, een burcht in tijden van nood. | De Heer helpt mensen die onderdrukt worden, hij beschermt hen in moeilijke tijden. |
Here, des morgens hoort Gij mijn stem, des morgens leg ik het U voor, en zie uit. | Elke ochtend hoort u mijn stem, Heer. Elke ochtend bid ik tot u, en dan wacht ik op antwoord. |
Verblijdt u in de Here te allen tijde! Wederom zal ik zeggen: Verblijdt u! | Jullie moeten blij zijn, omdat jullie bij de Heer horen. Ik zeg het nog eens: Wees altijd blij. |
Hij, die deze dingen getuigt, zegt: Ja, Ik kom spoedig. Amen, kom, Here Jezus! | Jezus Christus heeft de plannen van God bekendgemaakt. Hij zegt: ‘Ik zal snel komen!’ Ja, kom, Heer Jezus! |
Vertrouw op de Here en doe het goede, woon in het land en betracht getrouwheid. | Vertrouw op de Heer en doe wat goed is. Dan zul je veilig leven in het land waar je woont. |
Welzalig het volk, welks God de Here is, de natie, die Hij Zich ten erfdeel koos. | Gelukkig is het volk dat leeft met de Heer. De Heer is hun God, hij heeft hen uitgekozen. |
Here, al mijn verlangen ligt voor U open, mijn zuchten is voor U niet verborgen. | Heer, u weet wat ik nodig heb, u kent mijn verdriet. |
De Here is nabij allen die Hem aanroepen, allen die Hem aanroepen in waarheid. | De Heer is dichtbij voor mensen die hem roepen, dichtbij voor mensen die op hem vertrouwen. |
Elke weg van een mens is recht in zijn ogen, maar de Here beproeft de harten. | Mensen denken altijd van zichzelf dat ze goed leven, maar de Heer kijkt of ze echt eerlijk zijn. |
Zoekt de Here, terwijl Hij Zich laat vinden; roept Hem aan, terwijl Hij nabij is. | Volk van Israël! Zoek de Heer, want nu kun je hem nog vinden. Roep de Heer, hij is niet ver weg. |
Talrijk zijn de rampen van de rechtvaardige, maar uit die alle redt hem de Here. | Goede mensen hebben het vaak moeilijk. Maar de Heer redt hen steeds weer. |
Wie een vrouw vond, heeft iets goeds gevonden en gunst van de Here verworven. | Een man die de juiste vrouw gevonden heeft, is gelukkig. De Heer is goed voor hem. |
En alle tong zou belijden: Jezus Christus is Here, tot eer van God, de Vader! | Dan zal iedereen zeggen: ‘Jezus Christus is de Heer.’ En zo zal iedereen God, de Vader, eren. |
Ik zocht de Here en Hij antwoordde mij, Hij redde mij uit al mijn verschrikkingen. | Ik riep de Heer, en hij gaf mij antwoord. Ik was doodsbang, en hij heeft mij bevrijd. |