Bijbelteksten over 'Machten'
Want we strijden niet tegen mensen, maar tegen de onzichtbare leiders, machten en heersers van deze donkere wereld. Dus tegen de duivelse geesten in de geestelijke wereld. | Want wij hebben niet te worstelen tegen bloed en vlees, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de wereldbeheersers dezer duisternis, tegen de boze geesten in de hemelse gewesten. |
Ik zeg je dat jij Petrus (= 'steen') bent. En op deze rots zal Ik mijn gemeente bouwen. De machten van het dodenrijk zullen de gemeente niet kunnen tegenhouden. | En Ik zeg u, dat gij Petrus zijt, en op deze petra zal Ik mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen. |
Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Kom terug bij Mij, dan zal Ik bij jullie terugkomen. | Bekeert u tot Mij, luidt het woord van de Here der heerscharen, dan zal Ik tot u wederkeren, zegt de Here der heerscharen. |
Heer, God van de hemelse legers, zorg er alstublieft voor dat het weer goed met ons gaat. Wees weer goed voor ons, dan worden we gered. | Here, God der heerscharen, herstel ons, doe uw aanschijn lichten, opdat wij verlost worden. |
Wie is die geweldige Koning toch? Het is de Aanvoerder van de hemelse legers. Hij is de machtige Koning. | Wie is Hij toch, de Koning der ere? De Here der heerscharen, Hij is de Koning der ere. sela |
Al deze kennis komt van de Heer van de hemelse legers. Gods wijsheid is groot. Zijn plannen zijn wijs. Met alles wat God doet heeft Hij een plan. | Ook dit gaat van de Here der heerscharen uit; Hij is wonderbaar van raad, groot van beleid. |
Want ik weet zeker dat geen dood of leven, geen engelen of duivelse geesten, geen enkele macht, geen dingen nu of in de toekomst, geen macht uit de hoogte of uit de diepte, nee, niets op deze aarde ons zal kunnen losmaken van de liefde van God. Die liefde heeft God ons gegeven door Jezus Christus, onze Heer. | Want ik ben verzekerd, dat noch dood noch leven, noch engelen noch machten, noch heden noch toekomst, noch krachten, noch hoogte noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onze Here. |
Jullie zéggen wel dat de Heer met jullie is. Maar dan moeten jullie het goede doen, en niet het kwade. Dan zullen jullie leven. Dan zal de Heer wérkelijk met jullie zijn, zoals jullie zeggen. | Zoekt het goede en niet het kwade, opdat gij leeft en aldus de Here, de God der heerscharen, met u zij, gelijk gij zegt. |
De Heer zegt: Die mensen die in mijn boek opgeschreven staan, zullen van Mij zijn op de dag dat Ik over de mensen ga rechtspreken. Ik zal goed voor hen zijn en hen vergeven. Net zoals een vader goed is voor een zoon die hem graag gehoorzaam wil zijn. Hij vergeeft zijn zoon wat hij verkeerd heeft gedaan. | Zij zullen Mij ten eigendom zijn, zegt de Here der heerscharen, op de dag die Ik bereiden zal. En Ik zal hen sparen, zoals iemand zijn zoon spaart, die hem dient. |
Dit is een boodschap van de Heer voor Zerubbabel. Het betekent: niet door kracht of geweld zal het werk worden gedaan, maar door mijn Geest, zegt de Heer van de hemelse legers. | Dit is het woord des Heren tot Zerubbabel: niet door kracht noch geweld, maar door mijn Geest! zegt de Here der heerscharen. |
In de mens Jezus woont God Zelf. En als jullie één zijn met Christus, woont God Zelf ook in júllie. Christus is het Hoofd van alles wat heerst en macht heeft. | Want in Hem woont al de volheid der godheid lichamelijk; en gij hebt de volheid verkregen in Hem, die het hoofd is van alle overheid en macht. |
Dit zei de Heer in die tijd: 'Spreek eerlijk recht. Wees goed en vriendelijk voor elkaar. Wees niet slecht voor de weduwen en weeskinderen, voor de buitenlanders en de arme mensen. Denk geen kwaad van elkaar.' | Zo zegt de Here der heerscharen: spreekt eerlijk recht en bewijst elkander liefde en barmhartigheid; verdrukt weduwe noch wees, bijwoner noch arme, en beraamt niet in uw hart elkanders onheil? |
Breng liever alle gaven waar Ik recht op heb naar de voorraadkamer van mijn tempel, namelijk het tiende deel van jullie oogsten. Dan zullen mijn priesters te eten hebben. Probeer het maar. Dan zullen jullie zien dat Ik ervoor zal zorgen dat het goed met jullie gaat. Ik zal voldoende regen geven, zodat jullie grote oogsten zullen hebben. De oogsten zullen zó groot zijn, dat het allemaal niet meer in jullie schuren past. | Breng de gehele tiende naar de voorraadkamer, opdat er spijze zij in mijn huis; beproeft Mij toch daarmede, zegt de Here der heerscharen, of Ik dan niet voor u de vensters van de hemel zal openen en zegen in overvloed over u uitgieten. |
Jullie willen niet naar Mij luisteren. Jullie willen geen ontzag voor Mij hebben. Daarom zal Ik jullie vervloeken, zegt de Heer van de hemelse legers. Ik zal jullie niet langer zegenen. Ik zal jullie vervloeken. Ja, Ik héb jullie al vervloekt. Want jullie willen Mij niet gehoorzamen. | Indien gij niet hoort, en indien gij het niet ter harte neemt mijn naam eer te geven, zegt de Here der heerscharen, dan zal Ik onder u een vloek zenden en uw zegeningen in vloek verkeren; ja, Ik heb ze reeds in vloek verkeerd, omdat gij het niet ter harte genomen hebt. |
Gerelateerde onderwerpen
Geest
De Heer is de...
Kwaad
Laat je niet overwinnen...
Gehoorzaamheid
Jezus antwoordde hem: "Iemand...
Redding
Niemand anders dan Hij...
Almachtig
Want U bent groot...
God
Je Heer God woont...