Bijbelteksten over 'Meer'
Met dat verbond beloof Ik dat Ik nooit meer alles wat op aarde leeft door een grote overstroming zal doden. Nooit meer zal een overstroming de hele aarde vernietigen. | Ik maak Mijn verbond met u, dat niet meer alle vlees door het water van een vloed zal worden uitgeroeid, en dat er geen vloed meer zal zijn om de aarde te gronde te richten. |
Ik zal al hun ongehoorzaamheid vergeven. Ik zal er zelfs niet meer aan denken. | Want Ik zal wat hun ongerechtigheden betreft genadig zijn en aan hun zonden en hun wetteloos gedrag beslist niet meer denken. |
Maar in alle moeilijkheden zijn we meer dan overwinnaars, dankzij Hem die van ons houdt. | Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem Die ons heeft liefgehad. |
Jezus antwoordde: "IK BEN dat echte brood dat levend maakt. Iedereen die bij Mij komt, zal nooit meer honger hebben. En iedereen die in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben." | En Jezus zei tegen hen: Ik ben het Brood des levens; wie tot Mij komt, zal beslist geen honger hebben, en wie in Mij gelooft, zal nooit meer dorst hebben. |
Ze zullen nooit meer honger of dorst hebben. Ze zullen nooit meer last hebben van de hitte van de zon. Want het Lam op de troon zal hen als schapen leiden. Hij zal hen meenemen naar de waterbronnen van het leven. En God zal alle tranen van hun ogen afvegen. | Zij zullen geen honger of dorst meer hebben, en geen zonnesteek of enige hitte zal hen treffen. Want het Lam, Dat in het midden van de troon is, zal hen weiden en zal hen geleiden naar de levende waterbronnen. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen. |
Maak je nergens zorgen over. Niet of je wel te eten zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleding? | Wees niet bezorgd over uw leven: over wat u eten zult, of over uw lichaam: waarmee u zich kleden zult. Het leven is meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding. |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Jullie zijn het zout voor de wereld. Maar als het zout niet meer zout is, waarmee kun je het dan nog zout maken? Het is nergens meer voor te gebruiken. Je kan het alleen nog maar weggooien. Het wordt vertrapt door de mensen." | U bent het zout van de aarde; maar als het zout zijn smaak verloren heeft, waarmee zal het gezouten worden? Het deugt nergens meer voor dan om weggeworpen en door de mensen vertrapt te worden. |
Voor U zijn duizend jaar niet meer dan één enkele dag. Want in een oogwenk zijn ze voorbij. | Want duizend jaren zijn in Uw ogen als de dag van gisteren, wanneer die voorbijgegaan is, of als een wake in de nacht. |
Wie lukt het om een goede vrouw te vinden? Een goede vrouw is veel meer waard dan edelstenen. | Wie zal een deugdelijke vrouw vinden? Haar waarde gaat die van robijnen ver te boven. |
Zorg voor de weduwen die helemaal niemand meer hebben. | Houd weduwen die werkelijk weduwen zijn, in ere. |
Het kwaad mag niet meer over jullie heersen. Want nu heerst niet meer de wet van Mozes over jullie, maar de liefdevolle goedheid van God. | Want de zonde zal over u niet heersen. U bent namelijk niet onder de wet, maar onder de genade. |
Sommige mensen willen altijd maar méér hebben. Maar goede mensen zijn gul en delen uit van wat ze hebben. | De hele dag is hij belust op begerenswaardige zaken, maar een rechtvaardige geeft en houdt niets achter. |
Luister goed! Ik zeg jullie dat een dienaar niet belangrijker is dan zijn heer. En een boodschapper is niet belangrijker dan de man die hem heeft gestuurd. | Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: Een dienaar is niet meer dan zijn heer, en een gezant niet meer dan hij die hem gezonden heeft. |
Jezus zei tegen zijn leerlingen: "Daarom zeg Ik jullie: maak je nergens zorgen over. Niet of je wel eten en drinken zal hebben. Ook niet of je wel kleren zal hebben om aan te trekken. Het leven is toch belangrijker dan het eten? En het lichaam is toch belangrijker dan de kleren?" | Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding? |
Want met veel wijsheid komt veel verdriet. Hoe meer je weet, hoe groter je verdriet. | Want in veel wijsheid zit veel verdriet. Wie kennis vermeerdert, vermeerdert leed. |
En op ons gezicht is het licht van de macht en majesteit van de Heer te zien. Want er is geen 'doek' over ons gezicht. We zijn als spiegels die steeds meer de stralende macht en majesteit van de Heer weerspiegelen. Want we gaan steeds meer op Christus lijken. Dat gebeurt door de Geest van de Heer. | Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. |
Ik bid ook dat de Heer jullie zal helpen om steeds meer van elkaar en van de andere mensen te houden. Net zoals ik steeds meer van jullie ga houden. | En ú moge de Heere doen toenemen en overvloedig maken in de liefde tot elkaar en tot allen, zoals ook wij dat zijn tot u. |
Hierna zagen ze hoe Hij opsteeg naar de hemel. Toen kwam er een wolk en ze zagen Hem niet meer. | En nadat Hij dit gezegd had, werd Hij opgenomen terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen. |
Híj moet steeds belangrijker worden, en ík moet steeds minder belangrijk worden. | Hij moet meer worden, maar ik minder. |
Van eerlijkheid en rechtvaardigheid geniet de Heer meer dan van offers. | Gerechtigheid en recht te doen is voor de HEERE verkieslijker dan een offer. |
Denk erom: als mensen graag willen geven, moeten ze niet méér geven dan ze kunnen. | Want als de bereidwilligheid aanwezig is, dan is iemand welgevallig overeenkomstig wat hij heeft, niet overeenkomstig wat hij niet heeft. |
Ga je wassen, zorg dat je schoon wordt! Zorg dat Ik geen slechte dingen meer zie! Stop met de slechte dingen die jullie doen! | Was u, reinig u! Doe uw slechte daden van voor Mijn ogen weg! Houd op met kwaad doen. |
Jezus zei: "IK BEN de echte wijnstruik en mijn Vader is de wijnboer. Elke tak aan Mij waar geen vruchten aan groeien, haalt Hij weg. Elke tak waar wel vruchten aan groeien, snoeit Hij. Hij maakt hem schoon van alles wat daar niet mag groeien. Zo gaan er nog meer vruchten aan die tak groeien." | Ik ben de ware Wijnstok en Mijn Vader is de Wijngaardenier. Elke rank die in Mij geen vrucht draagt, neemt Hij weg; en elke rank die vrucht draagt, reinigt Hij, opdat zij meer vrucht draagt. |
Vanuit de hemel hoorde ik een stem luid zeggen: "Dit is de plaats waar God voortaan bij de mensen zal wonen. Zij zullen zijn volk zijn en God Zelf zal bij hen zijn. Hij zal hun God zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afvegen. En de dood zal er niet meer zijn. Niemand zal nog verdrietig zijn, treuren of pijn hebben. Want de eerste dingen zijn voorbij." | En ik hoorde een luide stem uit de hemel zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn. En God zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal er niet meer zijn; ook geen rouw, jammerklacht of moeite zal er meer zijn. Want de eerste dingen zijn voorbijgegaan. |
Want ik ben samen met Christus gekruisigd. Toch leef ik! Dat komt doordat niet meer mijn eigen 'ik' leeft, maar Christus leeft in mij. En zo lang ik nog in dit lichaam leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God. Want Hij houdt heel veel van mij en heeft zijn leven voor mij geofferd. | Ik ben met Christus gekruisigd; en niet meer ik leef, maar Christus leeft in mij; en voor zover ik nu in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, Die mij heeft liefgehad en Zichzelf voor mij heeft overgegeven. |
Gerelateerde onderwerpen
Zonde
Weten jullie dan niet...
Leven
Tegen elk kwaad zal...
Piekeren
Maak je nergens zorgen...
God
Je Heer God woont...
Voedsel
Want de mensen die...
Verdriet
Als de mensen die...