Want U bent mijn rots en mijn burcht! Wijs mij dan de weg en leid mij zachtjes, omwille van Uw Naam. | U bent sterk en machtig, u beschermt mensen tegen gevaar. Ga met mij mee en leid mij. |
U bent mijn schuilplaats en mijn schild, op Uw woord heb ik gehoopt. | Bij u ben ik veilig, u beschermt me. Ik hoop dat u doet wat u beloofd hebt. |
Ik zal voor de HEERE zingen in mijn leven, ik zal voor mijn God psalmen zingen, mijn leven lang. | Ik zal zingen voor de Heer, zolang ik leef. Ik zal zingen voor mijn God, zolang ik besta. |
De HEERE Heere is mijn kracht, Hij maakt mijn voeten als die van de hinden, en Hij doet mij treden op mijn hoogten. | De Heer is God, hij geeft mij kracht. Hij redt me als er gevaar dreigt, hij helpt me als ik in nood ben. |
Mijn deel is de HEERE, zegt mijn ziel, daarom zal ik op Hem hopen. | De Heer is alles wat ik nodig heb, op hem vertrouw ik. |
Mijn sabbatten moet u in acht nemen, en voor Mijn heiligdom moet u eerbied hebben. Ik ben de HEERE. | Houd je altijd aan de sabbat. En gedraag je eerbiedig als je naar mijn heilige tent gaat. Ik ben de Heer. |
Uw goedertierenheid is immers beter dan het leven; daarom zullen mijn lippen U prijzen. Zo zal ik U loven in mijn leven, in Uw Naam zal ik mijn handen opheffen. | Ik wil voor u zingen, want uw liefde is meer waard dan mijn leven. Mijn leven lang wil ik u prijzen, met mijn handen omhoog tot u bidden. |
Ik vind er vreugde in, Mijn God, om Uw welbehagen te doen; Uw wet draag Ik diep in Mijn binnenste. | Ik wil doen wat u van mij wilt, uw wet staat in mijn hart geschreven. |
Hierin wordt Mijn Vader verheerlijkt, dat u veel vrucht draagt en Mijn discipelen bent. | Jullie zullen dan, als leerlingen van mij, veel goede dingen doen. Zo maken jullie de hemelse macht van mijn Vader zichtbaar. |
U echter, HEERE, bent een schild voor mij, mijn eer; U heft mijn hoofd omhoog. | Maar u beschermt mij, Heer. U geeft mij kracht, u laat me overwinnen. |
Luister, mijn zoon, en neem mijn woorden aan: de jaren van je leven zullen talrijk worden. | Luister goed! Als je doet wat ik zeg, zul je een lang leven hebben. |
En zie, een stem uit de hemelen zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb! | En Gods stem klonk uit de hemel: ‘Hij alleen is mijn Zoon. Mijn liefde voor hem is groot.’ |
Ik heb de HEERE lief, want Hij hoort mijn stem, mijn smeekbeden. Want Hij neigt Zijn oor tot mij, daarom zal ik Hem al mijn dagen aanroepen. | Ik heb de Heer lief, want hij luistert naar mij. Als ik om hulp roep, geeft hij mij antwoord. Ik blijf tot hem bidden, mijn leven lang. |
Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg, onder mijn jammerklachten, de hele dag. | Eerst zweeg ik over mijn fouten. Ik werd ziek, ik huilde de hele dag. |
HEERE, U doorgrondt en kent mij. Ú kent mijn zitten en mijn opstaan, U begrijpt van verre mijn gedachten. | Heer, u weet alles van mij, u kent mij. U weet waar ik ben, en u weet waar ik heen ga. U weet wat ik denk, ook al bent u ver weg. |
Jezus zei tegen haar: Houd Mij niet vast, want Ik ben nog niet opgevaren naar Mijn Vader, maar ga naar Mijn broeders en zeg tegen hen: Ik vaar op naar Mijn Vader en uw Vader, en naar Mijn God en uw God. | Maar Jezus zei tegen haar: ‘Houd me niet vast, want ik moet omhooggaan naar de Vader. En jij moet aan mijn vrienden gaan vertellen dat ik gezegd heb: ‘Ik ga omhoog naar mijn Vader, die ook jullie Vader is. Ik ga naar mijn God, die ook jullie God is.’’ |
Ik spreid mijn handen naar U uit, mijn ziel ligt voor U als een dorstig land. Sela | Ik wil bij u zijn, ik verlang naar u, zoals droog land verlangt naar regen. |
Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. | De Heer zegt: ‘Volk van Israël, mijn plannen zijn anders dan jullie plannen. Wat jullie willen doen, is niet hetzelfde als wat ik wil doen.’ |
Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig je oor tot wat ik zeg. Laat ze niet wijken van je ogen, bewaar ze in het binnenste van je hart. | Luister goed! Luister aandachtig naar mijn woorden. Denk er altijd aan, bewaar ze in je hart. En doe wat ik je zeg. |
HEERE, luister naar mijn gebed, neem mijn smeekbeden ter ore. Verhoor mij naar Uw trouw, naar Uw gerechtigheid. | Heer, hoor mijn gebed, hoor hoe ik om hulp smeek. U bent trouw, u bent goed, geef mij antwoord! |
Wat buigt u zich neer, mijn ziel, en wat bent u onrustig in mij? Hoop op God, want ik zal Hem weer loven; Hij is de volkomen verlossing van mijn aangezicht en mijn God. | Waarom ben ik zo bedroefd, waarom zo onrustig van binnen? Ik moet op God vertrouwen. Eens zal ik hem weer danken. Hij zal mij redden, hij is mijn God. |
Mijn God en Koning, ik zal U roemen en Uw Naam loven, voor eeuwig en altijd. | Ik wil u eer brengen, mijn God. Ik wil u danken, mijn koning, nu en altijd. |
Zie, God is mijn Helper, de Heere is onder hen die mijn ziel ondersteunen. | God, u zult mij helpen. Heer, u geeft mij kracht. |
Mijn zoon, vergeet mijn onderricht niet, en laat je hart mijn geboden in acht nemen, want lengte van dagen en jaren van leven en vrede zullen ze voor jou vermeerderen. | Luister goed! Vergeet mijn wijze lessen niet, onthoud ze goed. Ze zorgen ervoor dat je lang en gelukkig leeft. |
Als u Mijn geboden in acht neemt, zult u in Mijn liefde blijven, zoals Ik de geboden van Mijn Vader in acht genomen heb en in Zijn liefde blijf. | Ik houd van jullie, net zoals de Vader van mij houdt. Doe wat ik van je vraag. Want dan blijft mijn liefde je leiden. Ook ik heb altijd gedaan wat de Vader van mij gevraagd heeft. En zijn liefde heeft mij altijd geleid. |