Mijn zoon, sla acht op mijn woorden, neig je oor tot wat ik zeg. Laat ze niet wijken van je ogen, bewaar ze in het binnenste van je hart. | Mijn zoon, luister naar mijn woorden. Houd je oren open voor wat ik zeg. Vergeet mijn woorden nooit meer, maar bewaar ze diep in je hart. |
Al is er nog geen woord op mijn tong, zie, HEERE, U weet het alles. | U kent elk woord van mij, nog voordat ik het heb gezegd. |
Alles aan u is mooi, Mijn vriendin, er is geen enkel gebrek aan u. | Je bent van top tot teen mooi, mijn liefste, je bent werkelijk volmaakt. |
En Mijn volk, waarover Mijn Naam is uitgeroepen, in ootmoed buigt en bidt, en zij Mijn aangezicht zoeken, en zij zich bekeren van hun slechte wegen, dan zal Ík vanuit de hemel horen, hun zonden vergeven en hun land genezen. | Maar als mijn volk dan echt spijt heeft en stopt met de slechte dingen die het doet, als de mensen weer tot Mij gaan bidden en weer gaan leven zoals Ik het wil, dan zal Ik vanuit de hemel naar hun gebed luisteren en hun vergeven dat ze Mij ongehoorzaam zijn geweest. Dan zal Ik zorgen dat het weer goed gaat met hun land. |
U moet Mijn geboden in acht nemen en ze houden. Ik ben de HEERE. | Jullie moeten je precies aan deze regels houden. Want Ik ben de Heer. |
Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten. Zie of er bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg. | God, ik wil dat U alles van me weet. Kijk in mijn hart, onderzoek mijn gedachten. Zeg het me als ik iets verkeerds doe, en help me om weer te leven zoals U het wil. |
Ik zoek U met heel mijn hart, laat mij van Uw geboden niet afdwalen. | Ik verlang met mijn hele hart naar U. Help me om U te gehoorzamen. |
Dit is Mijn gebod: dat u elkaar liefhebt, zoals Ik u liefgehad heb. | Ik geef jullie de opdracht om net zoveel van elkaar te houden als dat Ik van jullie houd. |
Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht Hem en ik hoop op Zijn woord. | Ik verwacht dat de Heer me zal helpen. Ik vertrouw op Hem en op zijn woord. |
Laat mijn mond vervuld worden met Uw lof en met Uw luister, de hele dag. | Ik dank U aldoor. Ik prijs U de hele dag. |
Ik zal de HEERE loven met heel mijn hart, ik zal al Uw wonderen vertellen. | Heer, ik prijs U met mijn hele hart. Ik zal iedereen over al uw wonderen vertellen. |
U dan, mijn zoon, word gesterkt in de genade die in Christus Jezus is. | Timoteüs, mijn zoon, wees sterk door Jezus' liefde en kracht voor jou. |
Ik heb Uw belofte in mijn hart opgeborgen, opdat ik tegen U niet zondig. | Ik bewaar uw woord in mijn hart, zodat ik niet verkeerd tegen U zal doen. |
Laat mijn leer neerdruppelen als de regen, laten mijn woorden stromen als de dauw, als een zachte regen op het groen, en als regendruppels op het gewas. | Drink wat ik jullie leer op, zoals het gras de regen opdrinkt. Laat mijn woorden voor jullie zijn als dauw op het gras, als zachte regen voor de planten. |
Toen ik zei: Mijn voet wankelt, ondersteunde Uw goedertierenheid mij, HEERE. | Maar steeds als ik dacht: "Nu ga ik vallen," hield U me overeind met uw liefde, Heer. |
Mijn God en Koning, ik zal U roemen en Uw Naam loven, voor eeuwig en altijd. | Ik zal U eren, mijn God, mijn Koning! Ik zal U voor altijd en eeuwig prijzen. |
En Hij nam brood en nadat Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het aan hen met de woorden: Dit is Mijn lichaam, dat voor u gegeven wordt. Doe dat tot Mijn gedachtenis. | En Hij nam een brood en dankte God ervoor. Toen brak Hij het in stukken, gaf die aan hen en zei: "Dit is mijn lichaam dat voor jullie wordt gebroken. Eet hiervan en denk aan Mij." |
Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u. | De Heer zegt: "Ik leer je hoe je moet leven. Ik geef je raad en Ik ben altijd bij je." |
Ik weet echter: mijn Verlosser leeft, en Hij zal ten laatste over het stof opstaan. | Want ik weet dat mijn Redder leeft. Uiteindelijk zal Hij mij uit het stof optillen, zodat alles weer goed komt. |
Ik zal de HEERE te allen tijde loven, Zijn lof zal voortdurend in mijn mond zijn. | Ik wil de Heer altijd prijzen. Altijd zal ik Hem loven. |
Want al zouden bergen wijken en heuvels wankelen, Mijn goedertierenheid zal van u niet wijken en het verbond van Mijn vrede zal niet wankelen, zegt de HEERE, uw Ontfermer. | De bergen kunnen instorten en de heuvels kunnen wankelen, maar mijn liefde voor jou zal niet ophouden. Mijn vredesverbond met jou zal voor altijd blijven bestaan, zegt de Heer die medelijden met je heeft. |
Terwijl hij nog sprak, zie, een lichtende wolk overschaduwde hen; en zie, een stem uit de wolk zei: Dit is Mijn geliefde Zoon, in Wie Ik Mijn welbehagen heb; luister naar Hem! | Op datzelfde moment kwam er een stralende wolk om hen heen. En een stem zei vanuit de wolk: "Dit is mijn Zoon, van wie Ik heel veel houd. Ik ben erg blij met Hem. Luister naar Hem." |
Zoals een hert schreeuwt naar de waterstromen, zo schreeuwt mijn ziel tot U, o God! | Zoals een hert hevig verlangt naar water, zo verlang ik hevig naar U, God. |
Verder, mijn broeders, word gesterkt in de Heere en in de sterkte van Zijn macht. | Tenslotte, broeders en zusters: wees sterk in de kracht van de Heer. |
Keer terug, afvallig Israël, spreekt de HEERE, Mijn aangezicht is tegenover u niet betrokken, want Ik ben goedertieren, spreekt de HEERE, Ik handhaaf Mijn toorn niet voor eeuwig. | Kom terug bij Mij, weggelopen Israël! De Heer zegt: Ik zal niet meer boos op je zijn. Ik houd van je. Ik zal niet voor altijd boos op je blijven. |